GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INGEZONDEN STUKKEN.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

{Buiten veranlwoordelijkheid van de Redactie).

Verslag van de Vereeniging ten doel hebbende de Stichting, instandhouding en ondersteuning van Scholen voor Gereformeerd Schoolonderwijs te Amsterdam 1898.

Waarde Broeders!

Eenige jaren geleden ving Uw bestuur zijn verslag aan met de opmerking, dat evenals in een huisgezin, zoo ook in een Vereeniging zich jaren voordoen, dat alles zijn geregelden gang gaat, geene bijzondere voorvallen zich voordoen en het leven gansch effen en kalm voortgaat, om dan weer opgevolgd te worden door tijden, waarin van rondsom zich wolken saam pakken, die zich eindelijk ontlasten en dan het gezin of eene Vereeniging aan de grootste beroering „prijs geven.

mS'-Vele jaren heeft onze Vereeniging zich in een rustige rust mogen verheugen, en vertoonden zich wel eens kleine wolkjes aan den horizont, dan werden die evenwel spoedig weder weggevaagd en het eene jaar volgde geregeld het andere jaar op, zonder veel moeite en zorg, dan die om de uitgaven behoorlijk door de inkomsten gedekt te krijgen. Maar het jaar, dat nu ten einde is, was een jaar van zware stormen, zoodat de grondvesten der Vereeniging geschud werden en zij nog wel bestaan bleef, maar haar werk gansch veranderd, en beperkt werd tot zeer geringe afmetingen.

En hoe gaarne wij ook den loop der zaken voorkomen hadden, wij konden en mochten niet anders handelen, dan wij deden en vleien ons, dat onze handelingen ook door de leden der Vereeniging zullen goedgekeurd worden. Een kleine inleiding ga hier vooraf.

Toen in het jaar 1888 door eenige broeders in de Amst. Kerkbode een oproeping gedaan werd voor giften, om tot de oprichting vaneen Chr. school te Kootwijkerbroek te komen, bestond bij de broeders het kennelijk plan om, wanneer die school tot stand gekomen was, zich terug te trekken, om aan de inmiddels te Kootwijk en Kootwijkerbroek opgerichte Vereeniging het beheer en de verzorging dier school over te laten. Dan, spoedig kwam van het bestuur dier Vereeniging het verzoek tot die broeders om zich het lot dier school te blijven aantrekken en om het eventueel op te richten schoolgebouw c. a. niet op naam der Vereeniging te Kootwijk te plaatsen maar op naam van de Vereeniging door de broeders te Amsterdam op te richten en voorts op allerlei wijze hunne bemoeienissen aan die school te blijven wijden. Dit alles geschiedde, daar het bestuur te Kootwijk c. s. vreesde, dat de schoolgebouwen ter eeniger tijd in handen zouden komen van mannen, die de Gereformeerde kerk in doleantie gram waren.

Nadat de commissie der Amsterdamsche broeders zich nog eenige broeders geassumeerd had, werd eene Vereeniging in het leven geroepen, die bij Kon. besluit van 18 December 1888 als rechtspersoon werd erkend. De nu opgerichte Vereeniging wilde zich evenwel niet alleen bepalen tot het steunen van de Christelijke school te Kootwijkerbroek, maar wilde zoo mogelijk ook andere Christelijke scholen hulp bieden en kreeg daarom tot titel: Vereeniging ten doel hebbende, de stichting, instandhouding en ondersteicnifig van scholen voor Gereformeerd schoolonderwijs. Alles ging naar wensch, het gebouw voor een school te Kootwijkerbroek werd aanbesteed en op tijd geleverd. Met medewerking van het bestuur te Kootwijk werd naar een schoolhoofd omgezien en deze door ons bestuur van een aanstelling voorzien, waarin de clausule voorkwam, dat bij verschil met het bestuur te Kootwijk ons bestuur ter laatste instantie de beslissing zou hebben. Op 20 November 1889 werd deze school geopend, aanvankelijk met een getal van 46 leerlingen, en toen later het gemeentebestuur van Barneveld, waartoe Kootwijk en Kootwijkerbroek behoort, besloot om de openbare school te Kootwijk op te heffen, werd door ons bestuur met het gemeentebestuur van Barneveld gecontracteerd tot de huur en verhuur der schoolgebouwen c. a. te Kootwijk en kwam daardoor ook een Christelijke school in dat gehucht tot stand. Ook nu was het weder ons bestuur, dat op den voorgrond trad, daar het Dagelijksch Bestuur van Barneveld weigerde om met de broeders te Kootwijk c. s. een overeenkomst aan te gaan.

Zoo ging alles geregeld voort. Het eerste O schoolhoofd verliet spoedig zijne plaats en werd door anderen opgevolgd, onderwijzers traden in m functie, aan het hoofd der school te Kootwijk werd een onderwijzer geplaatst en in al deze gevallen trad ons bestuur handelend op en alle d k titularissen werden door ons bestuur van een aanstelling voorzien. Maar in December 1897 overleed het hoofd der school te Kootwijkerbroek, de heer J. T. Bakker, een man door ons S zeer geacht. Spoedig werd door het bestuur te P Kootwijk ons een drietal aangeboden, waarop A minstens twee onderwijzers voorkwamen, die naar onze meening niet voor een benoe­ c M ming in aanmerking konden komen. Ons be­ L stuur had een candidaat, die hem zeer ge­ t schikt voorkwam en die wij daarom krachtig aanbevalen. Wij gaan hier nu stilzwijgend voorbij de grievende bejegeningen, die ons bestuur daarover moest ondervinden, maar wijzen er alleen op, dat weldra bleek, dat ons alle medespreken in de benoeming van onderwijzers ontnomen werd. Van de aanbeveling van onzen candidaat gingen wij af, maar het recht om ons met de onderwijszaken in te laten konden wij ons niet laten ontnemen, daar wij dit op verzoek van het vroegere bestuur aanvaard hadden en vele giften voor de scholen ons om die oorzaak gegeven waren en ons nog voortdurend toekwamen. Het bestuur te Kootwijk stoorde zich niet aan ons protest, maar ging tot de aanstelling en installatie over van een schoolhoofd, zonder onze toestemming en zelfs niettegenstaande het onder iedere aanstelling door hem aan de onderwijzers verstrekt de formule plaatste; Goedgekeurd door het bestuur te Amsterdam. Men beweerde nu, dat dit alleen beteekende, dat wij het salaris, dat in de aanstelling genoemd was, goedvonden. Een bewering, te dwaas om wederlegd te worden. Men ontzeide ons alle rechten en het eenigste, wat wij te doen hadden, was om te zorgen, dat de gelden aanwezig waren, waaruit de uitgaven bestreden moesten worden, zonder zelfs over die uitgaven beslissing te hebben. Die rol weigerde ons bestuur te aanvaarden, die last ons opgelegd, was ons te zwaar, terwijl zij ook geheel in strijd was met de ons verleende rechten en de ons toekomende privilegiën. Ons bestuur besloot daarom de bemoeienissen met de scholen te Kootwijk en Kootwijkerbroek te staken en de schoolgebouwen te Kootwijk en Kootwijkerbroek aan de Vereeniging te Kootwijk te verhuren, zoodat de eenigste verhou­ M S — bDAUN L e v G v t t k d O G H t O T H b h b m d ding tusschen beide besturen, die van huurder en verhuurder werd. Voor huursom werd als basis genomen de verplichtingen, die wij hadden tegenover de geldschieters voor de gebouwen c. a. te Kootwijkerbroek en de huur, die wij aan de gemeente Barneveld van het schoolgebouw e. a. te Kootwijk moeten betalen, verhoogd met het bedrag, dat wij voor reparaties besomd hadden. Tot het overdragen van den eigendom konden wij niet besluiten, omdat voor de school te Kootwijkerbroek vele giften ontvangen waren onder voorwaarde, dat wij zouden zorgen, dat de school nooit in handen der synodalen kwam en niet tot de huur der school te Kootwijk, omdat wij tegenover het gemeentebestuur aansprakelijk blijven, dat bepaald geweigerd heeft met de Kootwijkers een overeenkomst aan te gaan.

Hoewel dus onze belangen in de Chr. scholen te Kootwijk en Kootwijkerbroek aanmerkelijk verminderd zijn, toch wenschen wij die scholen naar vermogen te blijven ondersteunen en durven er bij onze leden en begunstigers gerust op aandringen om hunnen steun aan die scholen te blijven geven. Kootwijks bevolking is arm, zij kan zelve voor die scholen niet veel doen en waar het tegenwoordig geslacht ruimschoots reden tot klachten geeft, hopen wij op de toekomst en vertrouwen, dat de kinderen in onze scholen onderwezen, kloeke mannen en vrouwen zullen worden, die weten wat zij willen en voor hunne overtuiging pal zullen staan. De prediking des Woords en het catechetisch onderwijs, door Ds. Houtzagers verricht, zal, hopen wij, daartoe krachtig medewerken.

Na de uiteenzetting van deze feiten zal het u duidelijk zijn, dat wij u verder weinig meer hebben mede te deelen .en dat het leeuwenaandeel van het verdere verslag bij onze penningmeester berust. Voor hem en niet minder voor onzen voorzitter moet de gang die de zaken genomen hebben, hoogst verdrietig zijn. Beide broeders hebben zich veel moeite moeten geven om de uitgaven behoorlijk gedekt te krijgen; menigmaal waren zij in onrust en werd de nood te groot, dan moesten zij allerlei wegen en paden inslaan om aan geld te komen. Het loon op hun arbeid is een loon der grootste ondankbaarheid.

Het bestuur onzer vereeniging bleef onveranderd. Broeder A. Sweers, een vorig jaar herkozen, nam zijn herbenoeming aan en bleef met de andere broeders de belangen der vereeniging behartigen. Er heerschte in ons bestuur de grootste overeenstemming, die wel daarin uitkwam, dat alle besluiten met algemeene stemmen genomen werden.

Wat verder de loop der zaken met beide Christelijke scholen zal wezen, weten wij niet, maar wij zijn daaromtrent niet zonder vreeze. Reeds hoorden wij van moeielijkheden, die zich zeker wel zullen vermenigvuldigen. Wij meenen, dat wij vrij uitgaan. Alles wat wij konden, hebben wij gedaan, om een breuk te voorkomen, wij hebben alle mogelijke inschikkelijkheid betoond, maar niets mocht baten. Het bestuur te Kootwijk heeft zich in deze aan groote machtsoverschrijding schuldig gemaakt en met eene koppigheid doorgezet, die ons van een overigens zoo laksche bevolking ten zeerste verwonderd heeft, zoodat wij menigmaal gevraagd hebben, wie of wat zit daar achter ? Maar wij willen niet oordeelen, eenmaal zal van de daken verkondigd worden, wat in het heimelijke geschied is.

Mochten de Chr. scholen te Kootwijk en Kootwijkerbroek maar bloeien en daarvoor veel offervaardigheid getoond worden. Het woord van Luther blijft ook onze leuze: Geef mij de kinderen en wij hebben de toekomst. Daarom, worden er vele leerlingen in de Chr. scholen te Kootwijk gebracht en wij mogen hopen, dat deze gemeente eerlang een bevolking zal hebben, die niet met allerlei wind van leering wordt opgevoerd, maar die vast staat in het geloof en bestand is tegen den geest dezer eeuw, die lomme hare slachtoffers maakt en voortgaat te verleiden, omdat zij tot een hoofd heeft, den eest, die uit den afgrond is die een verleider s geweest van den beginne der wereld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 januari 1899

De Heraut | 4 Pagina's

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 januari 1899

De Heraut | 4 Pagina's