GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN NIEUW JAAR.

Voor het eerst in het nieuwe jaar mogen we weer met elkander spreken.

Dat is een groote en onverdiende genade onzes Heeren. Daarom dankt en looft Hem allereerst ons hart en zeggen wij: Hoe goedertieren is toch onze God, die ofschoon wij zijn heilige geboden duizendmaal overtraden, ons toch nog gelaten heeft in den tijd der genade, in den dag der zaligheid. Hij heeft ons leven en gezondheid en kracht geschonken en behouden, ons goede dagen doen beleven, in éën woord betoond dat Hij nog genadig is en gaarne vergevende. Zijn naam zij geprezen te allen tijd.

Zoo kunnen we dan ook van harte malkanderen geluk wenschen, heil en zegen in dit nieuw begonnen jaar.

Dien zegen hebben we te allen tijd noodig, vrienden en vriendinnen. Zonder den Heere God vermogen we niets, maar Hij wil ons met Zijn lieven Zoon ook alle dingen schenken. Als er in de Heraut allerlei geschiedenissen zullen staan, en vragen worden beantwoord, en over menschen en dieren en boomen en bloemen zal worden gesproken, dan gaat dit alleen goed wanneer de Heere God u lust geeft tot lezen en onderzoeken en mij den lust en de kracht om te zorgen, dat er wat goeds te lezen valt voor de kinderen. Bovenal geve ons de Heere uit alles het rechte nut te trekken.

Lezen wil eigenlijk zeggen vergaderen, ofzamelen. Nu is 't ongelukkig, dat veel menschen en kinderen louter lezen om wat te doen te hebben, voor hun genot, en straks alles weer vergeten. Zij zijn als de dwaze jongen, die met mooie, rijpe appelen speelde en ze toen wegwierp. Neen, dat moeten we niet doen. 't Is niet de vraag het boek maar uit te hebben, maar 't in het hoofd te hebben. Doch nu komt het er op aan: waar ge uw hoofd mee vult, met nuttelooze dingen of met zulke die waarde hebben.

Salomo zegt ons, dat veel lezen vermoeiing is des vleesches. Let wel: veel lezen. Tegen het lezen zelf had de wijze koning van Israël niets. Integendeel hij schreef zelf vele boeken, waarvan wij sommige nog hebben, en getuigde door des Heeren Geest, van de hoogste, de eeuwige dingen, maar sprak ook over den hijsop, het plantje, dat aan de muren groeit. Hij wist de cederen van den Libanon te beschrijven, maar ook vervaardigde hij meer dan duizend liederen. Kortom, deze koning zelf gaf veel te lezen, en als hij waarschuwt, dan is het tegen het veel lezen van wat niet de moeite waard is. Zulke onnutte boeken had men er toen veel — en nu ook.

Als gij, vrienden, nu het nieuwe jaar intreedt, doet het dan met het woord der Schrift voor oogen: vertrouw op den Heere metuwgansche hart en steun op \vii verstand niet.'

Er zijn vele kinderen, die op den nieuwjaarsdag de vermaning ontvangen, om dit jaar goed op te passen, braaf te leeren, hun best te doen en zoo meer. Nu dat is alles kostelijk, maar het baat alles niet, wanneer het geschiedt in eigen kracht, tot eigen eer en in eigen gerechtigheid. Als een jongen of een meisje denkt: Ik ben zoo knap, of zoo braaf of zoo oppasseiid, meer dan menigeen, dan kan dat wel waar zijn, en toch is het niets waard als het voortkomt uit een trotschen geest en een hard hart. Ook is de raad om goed op te passen en te leeren uitstekend, als men maar bedenkt, dat in den Heere Christus alle schatten van tvijsheid en kennis zijn verborgen, en de vrees des Heeren het beginsel der wijsheid is. Indien al wat gij weet en kent en zegt u waarlijk ten zegen zal wezen, dan moet het voortkomen uit een verstand verlicht door Gods geest en uit een hart dat Hem lief heeft.

Laat ons dit al in dit nieuwe jaar van Hem vragen. Hij alleen kan 't geven, maar wil dat ook doen. En wie het van Hem verwacht die zal niet beschaamd worden.

SCHIJN EN WEZEN.

Salomon Ben Levi, een zeer wijs man en een groot schriftgeleerde, zag eens terwijl hij wandelde een oud en zeer bouwvallig huis.

„Dit gebouw heeft uitgediend, " zoo sprak de rabbi tot zijn metgezel die met hem wandelde; „het ontsiert, heel de straat." De ander meende dat Ben Levi gelijk had.

Niet vele dagen daarna gingen zij weder door dezelfde straat, en zie, het huis dat zoo onooglijk was geweest, was geheel veranderd. Het had een frissche kleur gekregen, de vensters waren nieuw, de deuren hingen recht in de hengselen en geen spleet of breuk was meer in de muren te zien.

Toen zeide de metgezel van den rabbi tot Salomon Ben-Levi: „Zie toch welk een schoon huis. Zeker is het nieuw gebouwd en strekt het ter een sieraad van heel de wijk."

Maar de rabbi schudde het hoofd en zeide niets. Juist werd de deur van het huis geopend, en de bewoner, dien het gebouw toebehoorde, trad naar buiten. Toen sprak Ben-Levi met luider stem tot zijn metgezel:

„Ik vernam dezen morgen, dat de wind der woestijn is opgestoken; we kunnen dus tegen morgen een zwaren storm verwachten, v; ant de lucht in het oosten is reeds grauw. Gelukkig wie dan een dak heeft, waaronder hij veilig is."

Toen de huisheer deze woorden hoorde verbleekte hij, doch zeide niets. Maar den derden dag toen de rabbi weder daar heen ging, zag hij hoe het huis gesloten was, en toen hij klopte werd niet open gedaan. De bewoner had het huis verlaten.

verlaten. „Weet gij, " sprak toen de wijze tot zijn vriend, „waarom deze man uit zijn huis is getogen ? Hij vreesde voor den storm, want hij wist dat zijn huis, hoe schoon ook geverfd, hoe nieuw in schijn, toch in waarheid oud en bouwvallig en rot is. Ja zoo, dat als de siormwind kwam het well'cht niet zou bestaan, maar hem onder het puin begraven. Daarom is hij weggegaan en hij deed wijs, ook al is de storm dien wij vreesden niet gekomen. Alleen wat wezenlijk hecht en sterk is kan den storm weerstaan."

En de rabbi had gelijk, want eer een jaar verloopen was, werden de scheuren in het huis opnieuw zichtbaar en de spleten in de muren steeds grooter, en de vensters verzakten steeds meer, en het gebouw werd afgebroken tot den grond toe.

Een ander wijs man dan de rabbi heeft dit verhaal opgeschreven. Weet gij wel waartoe?

AAN VRAGERS.

V. te H. We kunnen nu niet weer eens beginnen over de vraag wanneer de 20ste eeuw begint. We hebben een poos geleden daarover gesproken, en velen vonden toen dat het heel duidelijk was. Trouwens, elk die van i tot 100 kan tellen, kan het nacijferen. Toen 't jaar i om was (dat echter nooit zoo heeft geheeten) was het eerste Jaar van de eerste eeuw voorbij, en natuurlijk toen het honderdste jaar om was heel die eeuw. Zoo moet ook nu 1900 eerst verstreken zijn, vóór de negentiende eeuw voorbij is. De 20ste eeuw begint met 1901, en we hebben dus vóór dien tijd nu nog tiuee jaar:1899 en 1900.

W. K. te B. Voor de zooveelste maal zij gezegd, dat we geen vragen beantwoorden, als de vrager zijn naam niet noemt.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 januari 1899

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 januari 1899

De Heraut | 4 Pagina's