GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

ONDER DE MENSCHEN.

XVIII.

Weldra trok Geertje in haar nieuwen dienst, en vooreerst was zij wonderwel in haar schik.

't AVas daar aan de Beurs een vroolijke omgeving. Dicht bij de vischmarkt, een plaats waar toen menig rechtgeaarde Amsterdammer niet van daan was te slaan. Vlak daaraan paalde de Dam, die altijd vol was, 't zij men er markt hield of niet, van sleden, karren, koetsen, menschen en honden. Deze laatsten waren, naar 't schijnt, in het oude Amsterdam nog talrijker dan in het tegenwoordige, en dat zegt veel. De fruitwinkel zelf grensde aan de Beurs, een gebouw met zijgangen en in 't midden open. Daar kon het ontzaglijk druk zijn, en terecht kon men er van zeggen:

„Hier treft de Moor den Pool, de Turk den Spanjaard aan.”

Daarbij was 't in die buurt vol herbergen, drinkwinkels en voorts v/inkels van alle soort, zoodat men er den ganschen dag volk zag; een heel andere en grootere drukte dan op deAnjeliers gracht, en juist iets naar 't hart van Geertje.

Daar binnen in den winkel was 't niet minder levendig, „'t Uytersse Fruithuys" had een welverdienden goeden naam, al klonk die, op zijn plat Arasteïidamsch uitgesproken, allesbehalve mooi.

Heel de morgen stond het niet stil van men­ K c schen, die appelen of druiven kochten, huis moeders dio groenten kwamen halen, dienst­ R boden, die bestellingen deden. Tegen den mid­ A dag werd het wat kalmer, doch viel er in win­ O kel en huishouding allerlei te doen, waar anders d geen, tijd voor was. Was het mooi weer, dan liep het des avonds ook nog vrij druk. In 't kort, er heerschte zooveel bedrijvigheid en afwisseling, dat menigeen 't met minder zon hebben willen stellen.

De winkel behoorde aan een weduwe, die de zaak dreef met behulp van ettelijke knechts, doch zelf mee de handen uitstak, en zelfs een „kwaje" heette, d. w. z. een waar niet meê viel te gekken. Van den vroegen morgen af was zij, met een schort voor en een jak aan, in de weer om te zeggen wat er gebeuren moest en 't zelf te helpen uitvoeren. Later op den dag verscheen zij echter in een andere kleedij, die wel wat te veel bewijzen toonde van liefde voor pronkzucht. Dat de winnende hand mild is, toonde de juffer ook, en tevens dat wie in 't veen is op geen turfje ziet. Dit werd Geertje al aanstonds duidelijk, toen zij den eersten dag op druiven werd onthaald en den tweeden de twaalf duiten (7I/2 cent) m.ocht houden die zij teruggekregen had van den man, dien zij geleverde Tesselsche kaas betaalde.

Wat Geertje minder leek was het vroeg opstaan. De groentemarkt begon reeds in den nacht, en dan moesten allen die wilden koopen er zijn. Want de boeren, die in schuitjes de groenten uit den omtrek hadden gebracht, voeren als zij „los" waren dadelijk weg en wie er 't eerst bij was had keur, en kon nog eens een goeden koop doen. Daar loerde natuurlijk ieder op, ook menigeen die wel geen winkel had maar een groot gezin. Vroeg op zijn was dus de boodschap; heel vroeg, wat Geertje niet gewoon was. Gelukkig echter was 't hier ook vroeg nacht. Te 9 uur des avonds ging wie wilde ter rust, al bleef de winkel nog een poos open, onder toezicht van een inwonenden knecht. Trouwens vroeg ter rust was toen bij zeer velen wijselijk nog in eere, vroeg op ook. 't Is wel jammer dat dit thans anders is, en menigeen van den nacht den dag maakt. Men wint er niet bij, en doet zijn gezondheid veel kwaad.

De winkel dankte zijn naam van den „Uyters sen" aan een groot bord dat boven de deur prijkte. Daarop stond met groote letters:

’T UYTERSSE FRUITHUYS.

Met Godes seegen en gunst van meuschen Bedien ik een yder nae syn wensen. Fruiten, groentens en kruyden in alle soort Bied ik civiel 1) en als 't behoort. Wie weten wil hoe mijn koopwaar sy Treed binnen en ondersoektet vry. I693.

„Uytert" was toen een naam voor Utrecht, gelijk dan ook de Amsterdammers van de „Uyterssestraat" spraken. Wie echter fatsoenlijk spreken wou zei, zooals de wijnhuisvrouw deed Utrecht — ongelukkig juist waar 't niet te pas kwam.

Wie dat vers gedicht en daar gesteld had weet ik niet. „'t Is vóór mijn tijd gebeurd, " placht de fruitvrouw te zeggen, en misschien daarom stoorde zij zich aan den eersten regel althans van het vers zeer weinig. Aan „Godes zegen" werd hier wel allerminst gedacht. Zondags werd tot 2 uur gewerkt en verkocht, ja liep het soms drukker dan in de week. De menschen moesten toch iramer Zondags ook eten! Men vergat echter, dat het koopen van dat eten heel best den vorigen dag kon geschieden, evenzoo als een mensch, al eet hij ook Zondags, toch in de zes week-en werkdagen door Gods zegen genoeg kan verdienen om daarop ook als 't Rustdag is te teren. Hier echter was de Zondag ten halve een „ezelsdag, " zooals Ds. Brakel, van wien ik u vroeger sprak, 't noemt, en voor 't overige een dag van uitgaan en pret. En al werd er dan ook heel wat „gebeurd, " toch kon Gods zegen er niet op rusten. Het was loon, ontvangen in een doorboorden bnidel. Ge weet toch wat dat beduidt, vrienden?

Maar als ik zei, daar werd niet op gelet en 'sHeeren zegen zelfs nooit gevraagd. Toen Geertje voor de eerste maal haar boterham kreeg — een wichtige — zette zij zich ouder gewoonte neder m vooraf te bidden. Maar de juffrouw die dat erkte, was er gauw bij, en sprak: „Och kom, meid, eet maar zoo op; daar is hier geen tijd oor. De weeskindertjes zullen wel voor ons bidden." En Geertje bad voortaan niet meer vóór zij toetastte. 't Goede te laten is voor wie God niet vreest altijd wel het begeerlijkste. an kerkgaan stond als blijken zou, weinig in. De avondkerk Zondags werd om weer met Brakel te spreken „verwandeld, " en voor 't overige had niemand Zondags of in de week „tijd" om ter kerk te gaan. De waarheid was, dat niemand er lust toe gevoelde.

Ons hart kan niet bij alles "tegelijk zijn. En daar nu in den „Uytersse winkel" de harten steeds waren bij appelen, druiven, groenten en pret en geld verdienen, bleef voor de hemelsche dingen geen plaats over. Waar uw schat s zal uw hart zijn. De schat van de fruitrouw lag in een ijzeren geldkist, diep in den chterkelder. Dit nu deugde niet, want onze chat moet juist hoog liggen, namelijk in den emel, zoodat nog de roest noch de dieven er ij kunnen. Dan is ook ons hart niet altijd ol gedachten aan de schatten op aarde en hun ewaarplaats, maar aan de schatten daarboven n aan den hemel, waar God voor Zijn kindeen die heerlijke, onverderfelijke erfenis bewaart.

I) Goedkoop.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 februari 1900

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 februari 1900

De Heraut | 4 Pagina's