GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hollands Kerkblad heeft deze week een schoon woord over de Kerk als de saamvergadering der geloovigen en den eisch van hun wel georganiseerd saamleven.

Geestelijk blijft ons kerkelijk leven alleen, wanneer.hetde verwerkelijking is van omgeioofs\(t\tn van ons leven voor God; als het eigendom van Christus j wanneer het ons alleen om de Gemeente des Heer en te doen is, en wij. yoor < /«%, Gemeente naar het Woord des Heeren willen leven

Niet genoeg kunnen'we er van doordrongen zijn, dat er geen andere Kerk en geen ander kerkelijk leven is en zijn mag

Al het andere is onwaardig, is dood en onmachtig.

Maar de Gemeente des Heeren, het leven der Gemeente van Christus is gezalfd, ; die Gemeente heeft de roeping, die van boven is in Christus Jezus; en zij heeft alle beloften Gods, die in Christus ja en amen zijn ; haar is het Woord Gods toebetrouwd; alles is het hare; en haar zullen dan ook de teekenen volgen, die de Heere Jezus haar toezegde; zij_ kan het Woord bedienen; en zij kan de barmhartigheid oefenen naar de meening des Heiligen Geestes; zij kan de volkeren onderwijzen en de wereld verlichten.

De ellende is maar al te zeer en altoos weer, dat het kerkelijk leven in dien zin zoo weinig verstaan en beoefend wordt. Eenerzijds is de drang te zwak, om als Gemeente des Heeren tot den vollen eisch van het kerkelijk leven door te dringen. En anderzijds rust de poging niet, om den naam en de roeping van het kerkelijk leven aan de Gemeente des Heeren uit handen te netnen.

Hoe heeft Rome de eeuwen door hier gezondigd, door de roeping der Kerk uit de handen der Gemeenschap in die van de geestelijkheid te leggen. De Kerk en het geloovige Volk waren twee. De »Kerk' moest voor het sVolk" zorgen en het »Volk" moest van de »Kerk" afhangen.

En zoo werd het kerkelijk leven naar Gods Woord een onmogelijkheid.

Sinds de hervorming kwam echter de verlossing ook slechts zeer ten deele.

Bij de Lutherschen mocht de drang, om de waarheid Gods, het Woord des Heeren tegen de valsche leer der geestelijkheid te handhaven, machtig doorbreken, — tot een vrijmaken van het geloovige ))Volk, " om zelf de sKerk" te zijn, kwam het niet.

Het denkbeeld was te machtig ook het lag te diep begraven, om in dien tijd en in Duit.chland te kunnen doorbreken tot overwinning.

De sectarische geesten, de Doopersche stroomingen, die voor de waarheid, dat de geloovigen zelf en zij alleen de Kerk waren, meer gevoelden, brachten juist die waarheid in discrediet, doordien zij de Kerk des Heeren niet naar zijn Woord onderscheidden, en alzoo de Gemeenschap der Kerk, gelijk die overeenkomstig de ordinantiën Gods geldt, verachtten. Losheid en willekeur en levensverwoesting kenmerkten heq, zoodat zij ernstig weerstaan moesten worden, — ten koste ook van de levensgedachte, waarvoor zij op onschriftuurlijke wijze opkwamen.

De Gereformeerde Kerk bracht het ver, — voor dien tijd.

Calvijn stond hierin zoo recht en zoo oprecht Voor hem is het kerkelijk leven niet anders dan het georganiseerde leven van het Volk des Heeren, van de Gemeente van Christus, van de Gemeenschap der geloovigen overeenkomstig het Woord Gods. Heel zijn kerkelijke arbeid, zijn kerkenordening ook, bedoelt niets anders dan dat Gemeen schapsleven regelmatig, door alle voegselen der toebrenging, in het volle licht der Schriften overeenkomstig de ordinantiën des Heeren tot werking en wasdom te brengen.

Dat hij in een kort menschenleven slechts zeer ten deele doorzien en verwerkelijken kon, spreekt vanzelf Ook, dat hij zelf hier en daar nog haken bleef aan de opvatting en het vooroordeel van zijn tijd Het staat ook niet aan een man, om het leven van Christus' Kerk te realiseeren. Dat moet door het leven van het Lichaam, door de gemeenschap . der Kerk, die hij in den Naam des Heeren oproept, zelf geschieden. Als die Kerk niet hoort, — is zijn roepen in de woestijn tevergeefsch. Maar Calvijn drong waarachtig door in de Schrift, om de Gemeente Gods naar het Woord des Heeren te kennen, te reformeeren, te dienen, opdat zij zichzelf zou zijn, en opdat heel haar leven onder de heerschappij der genade in al zijn functiën werken zou Calvijns kerkelijk leven was één leven voor de Gemeente des Heeren. Hij dorstte hierin naar de Schrift Hij waadde door haar wateren, om de roeping des Heeren, de meening des Geestes in dezen te verstaan Hij liet zich zinken in die wateren; hij gaf zich hierin geheel den Heere over. Hij zag het kerkelijk leven zuiver, en zocht niet anders dan dat leven in de gestalte, die naar Gods getuigenis is

In de Nederlanden waren de omstandigheden in de i6e en 17e eeuw nog het gunstigst voor het opkomen der Kerk in haar vrijheid als Gemeenschap der geloovigen, waarin elk lid een lid is naar de bedoeling en bedeeling des Heiligen Geestes. De Pinksterwaarheid van de Kerk als een gedoopt, gezalfd, profeteerend priesterlijk-koninklijk Volk des Heeren, vond hier met de worsteling om de vrijmaking van heel het volksleven, nadat zich dat volksleven reeds van zijn rechten en vrijheden bewust was geworden, een meer toebereide aarde.

En zoo heeft dan ook het Volk dos Heeren in Nederland de Kerk als de Gemeente" des Heeren, de Gemeenschap der geloovigen naar Gods Verbond en Woord in beginsel leeren verstaan. Het Volk heeft zijn recht in de Kerk gevoeld. Niet een democratische strooming of richting of tijd, maar het wezen en leven van de Kerk des Heeren naar de Schrift sprak zich in dat rechtsgevoel des Volks op kerkelijk gebied uit.

Helaas, dat de banden aan de Overheden, die het Volk in zijn kerkelijk leven eerst hielpen, straks ook kluisters wierden voor de vrijheid en het leven der Kerk Zoo bleef het bij h^ beginsel. De ontwikkeling van het leven der Kerk uit het beginsel kwam niet. Steunend op de Overheid beschikten de predikanten over de Kerk. Het ouderlingschap kwam slechts zwak tot ontwikkeling. Van het Diaconaat kwam zoo goed als niets terecht. Het leven van het Volk kwam er niet in De Gemeente als Gemeente deed niets, en werd dan ook in wat er gedaan moest worden niet gerekend.

Zoo moest de prediking, hoeveel goeds er ook in te waardeeren viel, het kenmerk van het veel voudige leven der Gemeente Gods, dii? een roeping in deze wereld heeft, wel missen Al de krachtige geuren uit een drogistwinkel, waaraan die preeken herinneren, mogen u den zegenrijken inhoud van de plantenwereld bieden, — die plantenwereld zelf is bij den drogist niet te vinden : eer loopt de man gevaar zelf uit te drogen en te leven alsof er geen goddelijke schepping is.

Zoo werden de kerkeraden, zonder te werken uit den sappigen wortel van het leven des Volks, dor Zij leefden een eigen leven en gevoelden zich almeer »de Kerk" in onderscheiding van het Volk

Zoo werden onze toestanden geschikt voor de in voering der hiërarchie van 1816

En die bestuursinrichting werd wel.ira door goeden en kwaden »de Kerk genoemd, hoewel zij in niet één enkel opzicht de Kerk is of ooit zijn zal.

Maar ook sinds 1834 en 1886 was de breuke met deze valsche stelling lang niet altoos principieel en diep.

Men ruilt liefst ))de Kerk" van de Genootschapsbesturen voor »de Kerk" van de Gereformeerde predikanten kerkeraden, Classicale Vergaderingen

en Synoden Dat rijtje van kerkelijke waardigheids bekleeders en vergaderingen is dan «de Kerk.’

Dan kan men de «Hervormde Kerk" wel smaden en op die «Gereformeerde Kerk" wel pochen, — maar men — heeft nog vergeten de Kerk te zoeken naar het Woord des Heeren.

Eén ding heeft onze tijd bij al haar schaduw Zij dwingt zelfs tronen en kronen om met hetgemeenschapsleven der volkeren, der menschheid, rekening te houden.

En zoo zal, v*il zij een plaats hebben, de Kerk gedwongen worden, om zich als Gemeenschap bewust te worden en te openbaren.

O dat is haar niet tot schade Want dat is juist haar leven. Dat brengt Sion in de levensworsteling op haar plaats Dat brengt Christus in zijn Volk tot zijn eere. Dat is de weg der Schrift de weg Gods

Alle kerkelijk leven in kerkeraden en Synoden, met hooge redeneeringen en deftige veriooning, zonder gemeenschap met een levend lichaam der Kerk, zonder het georganiseerde leven van het Bondsvolk des Heeren, eindigt in vleeschelijk overleg en in vleeschelijken strijd, waarvan wie God naar zijn Woord wil dienen, afkeerig wordt Een onmachtige prediking; een albediUend maar niets vermogend ouderlingschap; een onbarmhartige diaconie, die voor wereldsche armenzorg uit den weg moet gaan, Christus tot oneere; een duffe Kerk, die voor afbraak te koop komt, en een Volk, dat in het eind zijn eigen weg gaat; — ze zullen het einde zijn, indien de Gemeente niet als Ge meente naar het Verbond en het Woord des Heeren tot kennis van zichzelf en tot ontplooiing van haar leven komt

Daartoe heeft de bediening des Woords, en ook het publieke woord door de drukpers rusteloos de Gemeente des Heeren te zoeken, te roepen, te lee ren en te leiden.

Hierin ligt het geheim van onze kracht. Zie maar, hoe ook de apostelen de plaatselijke kerken toespreken als „de heiligen die in Christus Jezus zijn.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 september 1900

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 september 1900

De Heraut | 4 Pagina's