GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buiteuland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buiteuland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Denemarken. Toestand van de landskerk.

Van moderne zijde heeft men het voorgesteld alsof Denemarken het land is, waar de verschillende richtingen naast elkander leven en dezelfde rechten in de landskerk hebben kunnen. Daarvan is veel aan, doch men zie daarbij vooral niet over het hoofd, dat iets als de moderne richting in Denemarken in de Luthersche landskerk onbekend is.

Men kan de Lutherschen in Denemarken in drie richtingen onderscheiden.

In de eerste plaats bestaat de richting van Grundtvig, welke vasthoudt aan de apostolische belijdenis der 12 artikelen. Men kan deze richting tot zekere hoogte op ééne lijn stellen met de Engelsche hoogkerkelijke partij. Zij stelt de twaalf artikelen en den doop sterk op den voorgrond omdat, volgens haar, daardoor aan den dag treedt dat de kerk des Heeren ook in Dene marken krachtens de historie één is met de andere kerken. Daardoor wordt de verwantschap met de kerk van Rome gevoeld, hetwelk aanleiding gegeven heeft dat sommigen, zelfs enkele predikanten, tot haar overgingen. Aan de andere : zijde zijn zij met hun geestelijken vader zeer op de vrijheid gesteld, terwijl hunne redachten door middel van de volkshoogescholen op het volk grooten invloed hebben uitgeoefend. Nu eindelijk in Denemarken de linkerzijde in het ministerie-Deuntzer de politieke macht in han­ en gekregen heeft, zal de invloed der Grundigianen nog grooter worden.

De tweede richting is die van de „inwendige ending." Men heeft wel gezegd, dat dit geen ichting is, maar een arbeid „waartoe ieder redikant wanneer hij niet te lui of te ongeoovig is", geroepen is. Maar dit neemt niet eg, dat zij die aan de inwendige zending doen, en eigenaardige dogmatiek er op na houden, aaruit een methodische bekeeringsijver en een ijna romaniseerende sacramentsopvatting voortloeit. Dat deze richting in Denemarken van eteekenis is, blijkt wel uit het feit, dat het erste Noorsche congres voor inwendige zending, at verleden jaar van i—8 Augustus te Kopenagen saamkwam, door 1200 leden werd bijewoond. De mannen der inwendige zending ormen dan ook de sterkste kerkelijke partij m Denemarken. Zij vinden hun aanhangers voornamelijk op het platteland, met name op utland. Zij steunen „de zaak der Kerk" te Kopenhagen door het stichten van bedehuizen en het salarieeren van predikanten.

De richting van de inwendige zending kan men eenigermate vergelijken met de lowchurch in Engeland, even als de Grundvigianen kenmerken vertoonen van de Engelsche higchhurch, Tusschen beide richtingen in is een middenpartij, „waartoe ook de geestelijken behooren, in wier „geestelijkheid" men niet veel vertrouwen hebben kan, ofschoon zij eenigermate derechte leer verkondigen", zegt een Deensch schrijver. Toch bevindt zich onder hen een kern van flinke predikanten, • die het voetspoor van een Martensen volgend, zich aan de Luthersche dogmatiek, hoewel niet al te sterk, houden en ook door vereenigingen inwendige zending met bescheidenheid drijven. De zwakheid dezer richting bestaat hierin, dat de gemeenteleden schier alles op den predikant laten aankomen. Aanhangers van deze richting bezetten tot voor weinige jaren alle zetels van het kerkbestuur; tegenwoordig zijn twee van de zeven Deensche bisschoppen, (die op een lijn staan met de Duitsche superintendenten) Grundvigianen, terwijl een hunner tot de „inwendige zending" gerekend moet worden.

Maar tot welke partij behoort toch wel de bekende schrijver Söre Kierkegaard, zal men vragen ?

Deze predikant is te veel een „einspanner" geweest om zich bij eene richting te kunnen voegen, of om eene nieuwe richting te kunnen stichten. Het meest neigde hij nog tot de inwendige zending.

Het spreekt wel vanzelf, dat deze richtingen, ofschoon zij een gemeenschappelijken grondslag hebben, waarop zij op menig gebied kunnen samenwerken, ook dikwerf met elkander in strijd zijn. Maar tot scheuring behoeft die strijd nooit te leiden, omdat de kerkelijke wetten zoo zijn ingericht, dat men met zijn parochie kan breken, om tot een anderen predikant te gaan, ja, dat men eene afzonderlijke gemeente in eene parochie stichten kan, zonder dat men van de volkskerk afscheid behoeft te nemen. Maar, dit moet moet hierbij recht in het oog gehouden (worden, niemand heeft tot hiertoe de twaalf artikelen laten varen. Om eene rationalistische, of moderne preek te hooren, moet men over Denemarken's grenzen naar Duitschland gaan.

Dit IS betrekkelijk gunstig, ofschoon wij liever vernamen, dat niet de twaalf artikelen, maar de Augsburgsche confessie de band is, die de Deensche kerk bijeen houdt. Opmerkelijk is het, dat deze gunstige toestand bestaat, niettegenstaande de onschriftuurlijke kerkorde die in Denemarken heerscht. Wel is in 1849 reeds een betere kerkorde beloofd, maar aan die belofte is nooit voldaan. Op dit oogenblik wordt de Deensche landskerk, die 99 percent van de bevolking omvat, bestuurd door den minister van eeredienst en van onderwijs, die in naam des konings de benoemingen doet voor alle ambten, en die alle veranderingen in het ritueel moet goedkeuren.

Gewichtige zaken moeten voor den Rijksdag gebracht worden, die zonder confessie is, even als een minister geen belijdenis behoeft te doen van eenige religie om als minister te kunnen fungeeren. Een der ministers riep, om iets van zijne verantwoordelijkheid van zich af te schuiven, een „kerkelijke raad" in het leven, uit de zeven bisschoppen, een theologisch en een rechtsgeleerd hoogleeraar bestaande, welke raad in kerkelijke zaken advies moest geven. Bij het optreden van het tegenwoordige ministerie werd deze raad opgeheven, wijl hij zonder een besluit van den Rijksdag in het leven geroepen was. De nieuwe minister van eeredienst heeft iets beters met de Deensche kerk voor.

Als afgevaardigde stelde hij aan den Rijksdag voor, om in elk kerspel een „gemeenteraad" (wij zouden „kerkeraad" zeggen) in te stellen om aldus een aanvang te maken met het vast stellen van een nieuwe kerkorde.

Het is wel opmerkelijk dat deze nieuwe kerkorde ontvangen zal worden uit de hand van den heer Christensen, een man die voor korten tijd het ambt van schoolmeester en koster te Stadit uitoefende. Zijn predikant moest echter van hem getuigen in den tijd, toen zijn invloed als staatkundig persoon toenam : „Ik kan mij geen betere hulp in de kerk en in mijne gemeente voorstellen; en hoe meer hij uit een poUtiek oogpunt in de hoogte gegaan is, des te meer is hij net, dienstvaardig en beminnelijk geworden." Toen in het laatste voorjaar de pastorie door den bliksem getroffen werd, zat de „staatsrevisor" Christensen het eerst op het strooien dak en bluschte het vuur door het uitgieten van emmers vol water, die hem beneden werden toegereikt. Als minister trad hij zonder aanmatiging op, en zoo verwacht men voor land en volk en voor de kerk veel goeds van hem.

Zelfs zij, die met de nieuwe democratische strooming in Denemarken niet zoo erg ingenomen zijn, denken dat van het nieuwe ministerie in den strijd tegen de drankzucht en de onzedelijkheid minstens evenveel te verwachten als van het vorige. Men hoopt vooral, dat de gereglementeerde ontucht, die zoo veel schade aangericht heeft, zal worden weggedaan. Ook op sociaal gebied is vooruitgang te verwachten. In Denemarken bestaat reeds de wet, dat ieder persoon, die den leeftijd van 60 jaren heeft bereikt heeft, en niet door het openbare armwezen ondersteund jverd, zijn nooddruft deels van den staat, deels van de gemeente ontvangt.

Maar het meest heeft de kerk van het optreden van minister Christensen te verwachten. Hij wil niet alleen kerkeraden instellen, maar ook de gemeenten haar oud recht van het beroepen van hare eigen leeraars teruggeven. Dit recht is aan de Luthersche gemeenten in 1660 ontnomen. Die kerkeraad zal dan gekozen worden door leden van de volkskerk die den leeftijd van 25 jaar bereikt hebben. Hij heelt met den predikant over verschillende kerkelijke aangelegenheden te besUssen. Wanneer de plaats vacant wordt, worden de sollicitanten door hem ontvangen, De candidatemlijst wordt daarna aan

den minister in handen gesteld, die, onder nauwkeurige opgave van de gronden, hen daarna schrapt, die in geenen deele daarvoor in aanmerking kunnen komen. De gemeenteraad kiest dan uit de o verblijvenden een drietal, waarna de minister de keuze doet.

Men ziet, ook een radicale minister van eeredienst durft aan de volkskerk nog niet veel vrijheid gunnen.

Maar dat weinigje is voor menigeen in Denemarken nog te veel. Sommigen houden het hart vast bij de gedachte, dat er door de leden der landskerk kerkeradeu zullen benoemd worden, Men vreest dat, gelijk bij de burgerlijke gemeenteraden de sociaal-democraten de meer derheid wisten te verkrijgen, alzoo ook bij de kerkelijke verkiezingen dezelfde personen de overwinning zouden weten te behalen, om op die manier ook de verkiezing van predikanten te beheerschen. De gedachte is ook uitgespro ken, dat wanneer er toch een kerkelijke gemeenteraad komen moet, aan dat lichaam veel werk zal worden gegeven, opdat degenen die een afkeer hebben van het kerkelijk leven, geen lust zouden krijgen om er deel van uit maken.

Men zet hieruit op nieuw, waartoe de volkskerk leidt. Men rekent op de mogelijkheid dat mannen die iriet God en zijn dienst gebroken hebben, de leiding in kerkelijke zaken zullen in handen krijgen. Dit is niet mogelijk wanneer de keik vrij is, en van hare vrijheid gebruik maakt om in den Naam des Heeren tucht uit te oefenen.

Dit is zeker, dat in Denemarken de oud ' irpaucratische inrichting niet kan bestendigd •..iijn. Ook de kerkelijke gemeente is mondig geworden en begint hare rechten te gevoelen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 december 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Buiteuland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 december 1901

De Heraut | 4 Pagina's