GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Friesche Kerkbode Wordt nog eens het slapen in de kerk ter sprake gebracht. De redactie zegt er dit van:

Wij willen eens een enkel woord schrijven over het slapen in de kerk. Daarbij is het allerminst onze bedoeling, om uit de hoogte te bestraffen dezulken onder onze lezers of lezeressen, die wel weten dat ook hun dit herbalde malen overkomt. Maar wat verkeerd is, mag nimmer wórden goedgekeurd; en het is goed, dat daartegen ook gewaarschuwd worde.

Slapen onder de Bediening des Woords, zelfs geschiedt het wel onder het gemeenschappelijk gebed, komt niet bij allen uit dezelfde oorzaak voort. Wanneer men in dit opzicht over allen éénzelfde oordeel vellen zou, dan zou dit oordeel voor sommigen hard en onbillijk kunnen zijn.

Slaap onder de Bediening des Woords kan voortvloeien uit zwakheid des vleeschesj of ook kan het een blijk wezen van onoplettendheid, van onverschilligheid en oneerbiedigheid.

En tusschen die twee is het onderscheid nog al groot.

Slaap onder de prediking kan voortvloeien uit zwakheid des vleesches. Er kan b. v. gevonden worden een broeder of zuster, die het er volstrekt niet op toelegt, om maar te slapen; die hegeerig is om tot de gemeente Gods te komen om Gods Woord te hooren; die later zich ook wel beschaamd gevoelt voor God en die toch een enkele maal door slaap wordt overvallen. Wanneer iemand, , vooral in den zomer, een week van zeer drukken en afmattenden arbeid achter zich heeft, en op den Zondag het lichaam tot ruste komt, dan is het immers geen onverklaarbare zaak, wanneer slaag eens dezulken bevangt.

Ook over oude, hoogbejaarde menschen veile men geen hard oordeel, wanneer soms de slaap hen overmant. In Prediker 12 wordt de dag des ouderdoms beschreven.

En dan wordt van den ouden man ook gezegd dat hij opstaat op de stem van het vogelken, waarbij de kantteekeningen opmerken: »hij staat des morgens vroeg op, als de vogelkens beginnen te zingen; want hij kan niet slapen."

Wanneer met den ouden dag de slapelooze nachten komen, wanneer de verzwakking van den ouderdom intreedt, dan mogen toch zulke oude menschen er niet over worden hard gevallen, wanneer ze in de kerk soms slapen.

En wanneer we de Heihge Schrift lezen, dan zien we, dat in Math. 25 : 5 wordt gezegd, dat niet alleen de dwaze, maar ook de wijze maagden sliepen. Zij werden allen sluimerig en vielen in slaap.

Toen Jezus in Gethsemanè zoo bang en bitter leed, toen de pijlen des Almachtigen in Hem daal den, en de hel den strijd met Hem, den tweeden Adam, had aangebonden, toen zijne ziel geheel bedroefd was tot den dood toe, zeide Hij tot zijne jongeren: waakt met mij. Maar als Jezus later bij hen terugkwam vond Hij hen slapende, en Hij zeide tot Petrus : kunt gij dan niet een uur met mij waken? Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vleesch is zwak.

Beschamend en verootmoedigend woord, maar hoe blijkt ook hier, dat de Heiland met deze woorden van zachte en vriendelijke bestraffing, het zieleheil zijner jongeren op het oog heeft.

De Heiland geeft te kennen, dat Hij wel weet, dat zij geen naam-Christenen, geen mondbelijders zijn. Bij hen werd door Gods genade gevonden een leven, dat er lust in heeft, om Gods getuigenissen te bewaren. Maar nog hebben ze met het vleesch te worstelen. Er is eene wet in hunne leden, die strijdt tegen de wet huns gemoeds. En juist daarom hebben zij altoos zoo groote behoefte om te waken en te bidden. De Heiland bestraft Zijne jongeren. Zeer zeker. Maar welk een zacht ver-•sNtjt trof hen, als Hij in die vreeselijke ure spreekt De geest is wel gewillig, maar het vleesch is zwak.

En zoo kan het ook wel eens zijn bij de oprechten van hart, die met een heilbegeerig hart komen tot de gemeente Gods.

Die het wel degelijk om de zaak te doen is.

Die er grootelijks last van hebben, indien ze nder de bediening des Woords slapen. d v

Menschen, bv. gelijk reeds werd opgemerkt, die en zwak lichaamsgestel hebben ; of die op hoogen leeftijd zijn gekomen, en die sich zeer verblijden et de gemeente des Heeren te mogen opgaan, en ie toch ook door den slaap wel eens overvallen orden. z r p l

Zal men dan in hardheid dezulken behandelen? Wie zou het durven doen ? w e

Zij zelf keuren het af, en bedroeven er zich over.

En zouden ze tot moedeloosheid geneigd zijn, dan mag tot hunne vertroosting aan dezulken het woord herinnerd, dat Jezus tot Zijne jongeren sprak en waarin bestraffing en vertroosting was saamgevoegd: Z> e geest is wel ge-willig, maar het vleesch is zwak.

Slaap onder de Bediening des Woords kan dus voortvloeien uit zwakheid des vleesches.

Maar er is ook een slapen, dat blijk geeft van onoplettendheid, onverschilligheid of oneerbiedig heid.

Ook wanneer God den voorafgaanden nacht een verkwikkenden slaap geschonken heeft, gebeurt het toch nog wel dat er geslapen wordt. Dit nu is in geen enkel opzicht te vergoelijken. Zelfs zetten sommige menschen zich blijkbaar opzettelijk in een gemakkelijke houding, om maar te kunnen slapen.

Het gebeurt, dat er zijn, die nauwelijks zitten, of ze zijn bezwaard met slaap.

Er zijn er, die zich naar slapen zetten, die er volstrekt niet tegen strijden, waken, bidden.

Dit nu is treurig. Het is zondig en moet worden bestraft. Dat is plaats geven aan den duivel. \

Wat kan nu tegen dit euvel worden gedaan ? En op welke wijze kan het worden bestreden ?

Stellig moet ook de prediker niet nalaten, zich zelven te onderzoeken, of hij wel waarlijk met een volvaardig gemoed het Woord verkondigt.

Voorts zullen in het bijzonder de ouderlingen, en ook de diakenen, er op bedacht zijn, om aan allen, die hen kunnen zien, een goed voorbeeld te geven.

Verder moge een ieder, vooral zij, die wel eens last van slaperigheid hebben, bedenken, welk eene zaak het is, tot de gemeente Gods te komen, niet om een mensch te hooren, maar om Gods Woord te hooren. Dan mag reeds bij het ontwaken op den Sabbathmorgen de bede wel zijn, dat de Heere op dien dag door Zijnen dienstknecht tot ons spre ken moge, en door Zijnen Geest ons een hoorend oor schenke, en een hart, om zijn Woord heilbegeerig, geloovig op te nemen. Dat Hij ons ook bij de samenkomsten der gemeente moge bewaren voor slaperigheid; opdat de zegen van de prediking des Woords ons niet ontga; wij niemand door onze gedraging aftrekken van aandachtig luisteren, wij anderen tot voorbeeld mogen zijn en niet met een bezwaard gemoed het kerkgebouw zullen behoeven te verlaten. En wanneer het ons eens overkomen mocht, dat de slaap ons bevangt, dan zullen we daarover droefheid gevoelen in het hart, ons voor God verootmoedigen ; in de week, die we ingingen, gedurig daarmede bezig zijn, zuchtende tot God, of Hij ons Zijne genade moge schenken, opdat wij ook tegen dit euvel mogen waken, bidden en strijden. Ons dunkt dat, wanneer dit met ernst wordt gedaan, verandering en verbetering niet zal achterwege blijven.

De Heere wil ook hierin de verzuchting Zijns volk hooren.

Daarbij kan er ook op worden gewezen dat men in verschillende kerken mannen, ook wel vrouwen ziet opstaan, wanneer ze bemerken, dat er voor hen gevaar bestaat, om door den slaap te worden overvallen en de aandacht te verliezen.

Waarom geschiedt dit niet meer ?

Verder wordt ook niet voorbij gezien, dat de een op den ander heeft acht te geven. Wanneer de naastzittende iemand, die tot slapen groote neiging toont, even waarschuwt, dan bewijst hij hem een dienst. En dit moet dan niet met veel drukte of rumoerigheid geschieden, maar zooveel mogelijk zóó, dat daarvan door niemand iets wordt bemerkt.

Geschiedt dat in allerlei zaken wat meer, dat de een den ander vriendelijk in liefde ging vermanen, en onder vier oogen waar noodig op verkeerdheden wees, dan zou dit de gemeente des Heeren ten goede komen.

Eindelijk hebben ook de ouderlingen wel gelegenheid, om degenen, die zich aan dit kwaad bezondigen, daarop te wijzen en daarover broederlijk te vermanen.

Moge dit gebrek, dit euvel, waar het ook in de Geret. Kerken mocht worden gevonden, ernstige bestrijding vinden.

Moge het door de hulpe des Heeren steeds meer worden weggenomen.

En als iemand tot zijne verontschuldiging herin neren zou aan het woord: Het vleesch is zwak.^ dan moge het zóó zijn, dat van hem ook waarlijk gelden mag, wat Jezus tot Zijne jongeren zeide:

De geest is wel gewillig. Ook hier geldt het: Waakt en bidt. En ook: Geef den duivel geen plaats.

Zeer hopen we, dat deze studie over het sla pen in de kerk zal worden voortgezet. Volledigheid vraagt, dat ook de andere oorzaken ter sprake zullen komen, als daar zijn: Slechte zorg van kerkvoogden voor het licht; dito voor atmosfeer; dito voor te hoogen preekstoel die tot onnatuurlijk opkijken noodzaakt; voorts het nemen van den maaltijd vlak voor kerktijd; al verder de hypnotische werking die van den stem des sprekers uitgaat, zoo deze niet genoegzaam afwisselt; en ten leste zal toch ook de vraag te berde moeten komen, of de predicatie genoegzaam onderhoudende toespraak, en niet te veel over de hoofden heengaande redeneertrant is, enz.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 december 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 december 1901

De Heraut | 4 Pagina's