GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Gemeenschap der Heiligen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Gemeenschap der Heiligen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. J. van Andel heeft een goed werk gedaan met dit onderwerp zoo rijk en bezielend te behandelen, als dit geschiedt in den bundel practicale schetsen, die door hem bij Zalsman te Kampen onder dezen titel zijn uitgegeven.

Hoe broodnoodig het ook is, dat de juiste kerkrechtelijke verhouding tusschen de kerken onderling helder worde ingezien, het recht bepaalt alleen de verhouding, maar geeft niet de volle werkelijkheid van het leven der gemeenschap, gelijk dit onder den herscheppenden adem des HeiUgen Geestes opbloeien moet onder de kinderen Gods.

Het gevaar dreigt ons, meer dan gemeenlijk wordt ingezien, dat de strijd over allerlei vragen van kerkrechtelij ken, van wetenschappelijken, van liturgischen aard, dat rijke gemeenschapsleven, dat in de kerk Gods gevonden moet worden, zal verdonkeren en doen wegkwijnen. Reeds nu valt er klacht genoeg te beluisteren, dat de saambinding der geloovigen zooveel te wenschen overlaat. Waar de blik schier uitsluitend gericht is op den buitenkant, lijdt het innerlijke leven der Kerk schade. En toch, wat zal het ons baten, of de heggen glad geschoren zijn, op de paden geen onkruid valt te bespeuren, elke boom en struik in juiste symmetrische verhouding is geplaatst, als de innerlijke groeikracht in den hof des Heeren ontbreekt en de edele vrucht der liefde jegens malkander niet tot rijpheid komen kan!

Ds. Van Andel heeft daarom, met de rijke practicale kennis eener jarenlange bediening toegerust, dat innerlijke gemeenschapsleven der gemeente ons geteekend zooals het zijn moet naar Gods Woord. In altijd even keurigen vorm, waardoor het lezen ook een literarisch genot wordt; met de wijsheiden teedere voorzichtigheid van een vader in Christus, die niet afbreken maar opbouwen wil, wordt de eisch der broederliefde vertolkt jegens armen en ellendigen, jegens ambtsdragers en gemeenteleden, jegens blijden en bedroefden, jegens dwalenden en afgewekenen. Het is alsof uit deze bladzijden u een heilige symphonic tegen ruischt, waarin de grondtoon wordt gevormd door het woord des apostels: zoo blijft dan geloof, t hoop en liefde, maar de meeste van deze is de liefde.

Daarbij, dit boekske is zoo bij uitnemendheid practisch. Het verliest zich nergens in afgetrokken bespiegelingen, in holle klanken, in woorden, die het oor langs glijden. Het voert u midden in het leven. Het vangt de kleine vossen, die de jonge duifkens verstoren. Het is een spiegel, waarbij ge telkens uw eigen beeld aanschouwt en dat meestal met beschaamdheid, omdat het aldus niet moest zijn.

Lees bijv. wat hij schrijft over de „gebreken der ambtsdragers":

Laat ons niet te haastig zijn in ons oordeel over de ambtsdragers, en vóór alles vragen, of de reden, dat wij niet door hen gesticht worden, ook bij onszelven ligt.

Het kon ons toch gaan als de Corinthiërs, die hunnen apostel verachtten, omdat hij niet voldeed aan hunne onbillijke eischen. Hij was niet kloek en zelfvertiouwend genoeg in zijn optreden; zijn woord was niet schoon, niet nieuw, niet wijsgeerig genoeg; hij was beter schrijver dan spreker. Ach, zijn er niet nog velen, die in den prediker den redenaar zoeken, den man, die hen genieten doet ? Men is na zijn zesdaagschen arbeid in het stof der aarde een afgeloopen uurwerk gelijk geworden; welnu, men gaat ter kerk om zijn hooger leven weer eens op gang te doen brengen. Weet de prediker ons dan niet te boeien en te prikkelen, welnu, kort en goed, dan is hij de rechte niet.

Er zijn er echter bij wie de zucht naar ge nieting een geestelijker karakter draagt. Niet hen hebben wij op het oog, die er zich in vermaken, als zij de bestraffing of vermaning op anderen kunnen toepassen, maar vrome zielen, die van den voorganger steeds eene schilderij van zichzelven vragen. Zij weten hoe God hen bekeerd heeft; ook kunnen zij spreken van licht en donker, strijd en vrede, gebed en verhooring, afdoling en wederbrenging; van ontvangene belotten, van voorgekomene waarheden, van opgeloste twijfelingen, van heilige liefdesuitlatingen, van voorsmaken des hemels. Zal de prediker hen stichten, dan moet hij hunne eigene geestelijke geschiedenis verhalen. Dan wordt het oude nog eens weer nieuw. Wel eischen zulke vrome zielen niet wat sommigen eene waarheid achter de waarheid heeten, neen, het woord is hun heilig. Maar hunne voorliefde voor het bevindelijke leven doet hen het voorwerpelijke, de geopenbaarde waarheid onderschatten.

Laten zulke zielen bedenken, dat het tellen onzer schatten ons niet rijker maakt. Dan zullen wij het in onze geestelijke leidslieden eer prijzen dan laken, zoo zij ons even goed wijzen op wat wij niet, als op wat wij wel bezitten, en ons aansporen om te jagen naar de kennis der waarheid, naar de vrucht des Geestes, naar de goede werken. De beste predikers zijn zij, die ons ontevreden maken over onszelven, maar ons met verwondering vervullen over de liefde en den rijkdom van Christus. Zien wij dan toe, dat wij een leeraar niet laken om wat God in zijne prediking prijst.

Nemen wij echter voor een oogenblik eens het ergste. Gij hebt misschien herders en leeraars, die ja de waarheid leeren, maar, in prediking en gesprek van hare toepassing weinig verstand hebben, en vreemdelingen zijn aan uw inwendig leven, aan uw vreugde en aan uw leed. Wat dan ?

De gemakkelijkste weg is voorzeker om zich met zulke "oorgangers niet in te laten, en zichzelf te stichten met behulp van boek of vriend. Maar de gemakkelijke weg is zelden de goede weg; goede wegen zijn soms steile wegen. Gij zult zeggen: wij kunnen ook dan nog, als we ons van hen terugtrekken, voor hen bidden. Nu, bidden is goed, als het dient om het wer ken te steunen, maar niet, als het dient om het werken te vervangen. Wat zullen wij dan doen? vraagt gij. Naar onze voorgangers gaan om hun ie - /eiTs-en hoe ongeschikt zij voor ons zijn ? Dat zou al het laatste en uiterste zijn; moet hun eindelijk zoo iets gezegd worden, dan mag dit niet van bijzondere personen uitgaan, maar alleen van J, de Gemeente, in hare ambtelijke vertegenwoordigers opgetreden; het ambt kan alleen door het ambt geoordeeld. Wie zijt gij, die eens anderen dienstknecht oordeelt ? hij staat of valt zijn eigen heer. Doe iets anders. Als men een jong geneesheer voor ingewikkelde ziektegevallen plaats, dwingt men hem tot he besef zijner onervarenhtid. en tot diepere studie.

Neem daar een voorbeeld aan. Leer uwe voorgangers door vragen; prikkel uwe voorgangers door vragen; erken hen voor uwe geestelijke leidslieden door hen te plaatsen voor uwe twijfelingen, uwe bezwaren, uwe aanvechtingen, uwe bevindingen, uwe gewetensvragen ; vraag hun oordeel en verio'ek hunne voorbede. Misschien zal dit de weg zijn, waarin zij het donker, waarin zij verkeeren, beginnen te zien, en het licht gaan zoeken, dat hun ontbreekt. In elk geval zult gij er vrede door houden met uw eigen gewettn, en meer mede winnen dan met uwe scherpe kritiek. Ovferwin door uwe wijsheid; maar word nooit gelijk aan hen, die met den priester twisten, Hos. 4 : 4.

Moge dit gulden boekske veel nut stichten.

Aanbevolen behoeft het niet te worden.

Wie zoo weet te schrijven als Ds. Van Andel doet, weet zeker, dat hij gelezen za' worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 april 1902

De Heraut | 4 Pagina's

De Gemeenschap der Heiligen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 april 1902

De Heraut | 4 Pagina's