GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

VOLHARDING,

X.

Ge kunt u voorstellen hoe verblijd Heinrich was en hoe hij den Heere God dankte, die zijn weg aldus voorspoedig-had gemaakt, en dat op zoo wonderlijke wijs. Immers, had zijn buurvrouw niet over hem geklaagd, dan zou de huiswaard er niet toe gekomen zijn over de bekwaamheden van zijn kostganger met de heeren te spreken. Nu kon onze jonkman een blijmoedigen brief naar huis schrijven, die even­n zoo werd beantwoord.

Ook de makelaar was recht in zijn schik dat hij zijn patroons een dienst had kunnen doenj al kreeg hij voor dit makelaarschap geen geld, 't zou toch wel een bate geven, meende hij. Zoo kon hij dan ook niet nalaten aan de juffrouw te vertellen wat er gebeurd was. Maar deze • was minder blij en zei enkel: „'t Gaat dan maar makkelijk om een goede betrekking te krijgen. Is dat nu alleen om dat geraaskal; dit beduidt toch al heel weinig in de maatschappij dunkt mij.”

De makelaar legde het niet uit, maar verblijdde de juffer met het bericht dat de Duitscher nu wel vertrekken zou, en de geluiden met hem. Zoo geschiedde ook. Heinrichs opvolger in zijn oude betrekking werd het ook op zijn kamer en zoo keerden vrede en stilte in het huis en tot de juffrouw weer.

De eerstvolgende weken waren voor den nieuwen bediende juist niet gemakkelijk. De werkkring, waarin hij zich geplaatst zag was hem ten deele vreemd, 't Was hier een groot handelskantoor; hij had verscheiden personen onder zich, en veel was aan zijn zorgen toevertrouwd. Nu kon hij alle mogelijke inlichtingen vragen, maar blijkbaar verwachtten de heeren dat hij, als zeer knap, alles voorbeeldig zou uitvoeren. Dit nu kostte in 't eerst veel moeite, en menigmaal ging Heinrich met e een vermoeid hoofd huiswaarts, om dan alleen t op zijn kamer zich nog te oefenen, en zich p zooveel mogelijk voor te bereiden voor den n komenden dag.

Anderzijds was er veel dat hem tot dank stemde. Hij woonde nu beter dan ooit, had een goed inkomen en daarbij waren de patroons wel heel stipt en niet gemakkelijk, doch ook altijd redelijk en begrepen zij, dat „dwalen menschelijk is." In zijn nieuwen werkkring verwierf Schliemann zich, door zijn aangenaam en dienstvaardig karakter, meer dan één vriend en aller achting. Meermalen werd hij al spoedig genoodigd eens bij dezen of genen den avond door te brengen, of eens uit te gaan. Dergelijke uituoodigingen sloeg hij echter in den regel af.

Want hij wilde zijn doel bereiken. Dit was allereerst veel talen te kennen, om zich gemakkelijk overal te kunnen bewegen, en tevens door zijn arbeid het noodige te kunnen verdienen. Later wilde hij dan trachten zooveel te krijgen, dat hij kon gaan reizen. En dan — ja, dan zou hij gaan naar Troje en het opgraven, en die hem uitgelachen hadden, zouden, wie weet hoe beschaamd staan.

Een tijd lang had Schliemann met ijver op zijn kantoor gewerkt, tot groote tevredenheid zijner patroons en tot zijn eigen voordeel, toen er een groote verandering plaats vond in zijn werkkring.

Op zekeren dag namelijk werd hij bij de d heeren afzonderlijk genoodigd en de heer e Schroder sprak:

„Mijnheer Schliemann, we zijn over uw werkzaamheden bij ons zeer tevreden, gelijk u reeds is gebleken, ook door de verhooging van uw inkomen. Toch gelooven we, dat u op andere wijs ons nog nuttiger kunt zijn. Ge voert hier de briefwisseling in drie talen. Dat kan zoo noodig ook een ander doen. Maar met wat wij nu van plan zijn, staat het anders.

„U verstaat, zoo als we weten, Russisch, en dezulken zijn hier heel zeldzaam. Nu zijn we van plan een agentschap van onze zaak te Petersburg op te richten. U begrijpt het overige. We zouden u als agent daar ginds willen aan^ stellen, daar uw kennis van de Russische taal natuurlijk een groot voordeel is. Over de voorwaarden zult u niet te klagen hebben. Mocht u 't echter beslist niet aanvaarden, dan blijft u toch bij ons, en zien we van het agentschap voorloopig af.”

Ik behoef u niet te zeggen, vrienden, hoe verrast Heinrich was, toen dat voorstel tot hem kwam. Zoo zou hij dan een nieuwe gelegenheid hebben zijn met moeite verworven kennis goed te gebruiken. Hij dacht er over na, en zonder twijfel zal hij ook den Heere om licht en wijsheid hebben gevraagd, 't Werd hem duidelijk, dat hij het goede aanbod niet mocht afslaan. Te meer, toen de dokter hem zei dat hij, thans weer geheel hersteld, in Petersburg, al kan het er fel koud zijn, even gezond kon wezen als te Amsterdam en tevens wijl hij bedacht dat hij zijn patroons er mee van dienst was.

Kort daarop vertrok Schliemann over zee naar d de Russische koopstad, 't Was een koude reis, want het was winter en de vaart naar Peters­ t burg duurde toen langer dan nu. Behouden kwam hij er aan en toog welgemoed en op God S vertrouwend aan het werk.

TWEE RAADSELS.

In Londen is een groote mooie brug, die de Londensche brug heet. Het is daar bijna heel den dag ongelooflijk druk van voertuigen en menschen.

Op die brug stond eens de dichter Byron, een wereldschgezind man. Een vriend kwam hem achterop en zei:

„Er is hier waarlijk geen gebrek aan geczelschap.”

„Ik heb mij nooit meer alleen gevoeld, dan hier op deze brug, " antwoordde Byron somber.

Een zendeling ging eens naar Groenland. s Daar wonen zoo weinig menschen, dat men er dagen lang kan reizen, zonder man of vrouw aan te treffen. Slechts hier en daar zijn dorpen, heel kleine.

Toen de zendeling na jaren voor een poos terugkwam, vertelde hij hoe het land was, hoe eenzaam vele plaatsen, hoe weinig men schen men in vele streken aantrof. Toen vroeg iemand:

„Vondt ge die eenzaamheid dan niet akelig? Zijt ge niet bevreesd als ge zoo reist? ”

„Neen, " was het antwoord zeer blijmoedig, „want al is mij geen mensch nabij, toch ben ik nooit alleen.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 augustus 1902

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 augustus 1902

De Heraut | 2 Pagina's