GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

IN EERE.

XVI.

We hebben gezien, hoe de ouders van Bernard veel voor hem hadden gebeden. Het zou blijken dat die gebeden niet vergeefsch waren geweest.

Allengs toch openbaarde zich bij onzen student een groote verandering, nog grooter dan de eerste waarvan wij gesproken hebben. lm mers deze laatste maakte hem tot een nieuw mensch, en dat is zeker het grootste en heerlijkste ook, wat iemand gebeuren kan. Zulk een mag dan wel zeggen: het oude is voorbij gegaan; het is alles nieuw geworden.

De vele treffende gebeurtenissen in ons land, de wijze raad hem door den predikant gegeven, het gesprek met den eenvoudigen knecht Covert vooral, hadden op den jongen man een diepen indruk gemaakt. Het werd hem allengs duidelijk, dat hij op een verkeerden weg was, en dat wie de waarheid wilde kennen, daartoe anders moest te werk gaan dan Descartes gedaan had.

Het eerst dreef hem uit, om tot den Heere te gaan met de bede, dat die hem op den rechten, eeuwigen weg mocht leiden. Gij zult misschien zeggen: dien kende hij toch wel, hij had althans thuis genoeg van deze dingen gehoord. Maar, vrienden, 't. is heel wat anders of ik den weg van Arnhem naar Utrecht èen of dat ik er op /ooJ> . Zoo is 't ook met den we ten hemel. Velen kennen hem niet, maar er zijn er ook die hem wel kennen, maar er niet of nog niet op wandelen. Hoe staat het met u?

„Den oprechte gaat het licht op, " zegt de Schrift en dat bleek ook aan onzen vriend. De gebeden voor hem gedaan, en de beden die hij zelf opzond, werden genadiglijk verhoord. De Heere God schonk hem licht, het waarachtige licht, 'twelk de natuurlijke mensch niet heeft, zoodat hij dan ook de eeuwige dingen niet kan verstaan. Nu onze Nieuwentijd het rechte oog voor de waarheid kreeg en voor het heerlijke Evangelie van Gods genade, nu eerst bespeurde hij, hoe blind hij, bij al zijn wijsheid vroeger was geweest. Maar hij kon ook zeggen: Nu zie ik!

Met welk een vreugd het bericht van die heugelijke verandering tehuis werd vernomen, kunt ge eenigszins begrijpen. Er was in den leeraar iets als bij den vader uit de gelijkenis, toen hij uitriep: „Deze mijn zoon was dood en is weder levend geworden". En moeder sprak: „Ik heb altijd vertrouwd, dat de Heere God onzen zoon weer zou terecht brengen. Nu prijst mijn hart Hem, dat Hij het heeft gedaan". En allen loofden saam den grooten naam des Heeren.

Dat de vrienden van Bernard aan de hoogeschool niet alzoo deden, is te begrijpen. Ze deden zelfs alle moeite om hem van zijn „dweperij, " zoo als ze 't noemden, af te brengen, doch daarin slaagden zij gelukkig niet. De Heere God bewaarde den jongeling tegen de verzoeking. Want het is ook een verzoeking, en een groote, uitgelachen te worden als men niet meer mee wil doen. Toen Bernard echter niet toegaf, trachtten ze hem althans in het gezelschap te behouden. Doch 't spreekt van zelf, dat hij ook daarin geen lust meer had. En zoo raakten dan de vroegere vrienden vooreerst geheel van hem vervreemd, wat zeker voor Bernard gelukkig was.

Tegelijkertijd, zoo als ik reeds zei, begon onze student in te zien, dat om tot een rechte kennis der dingen te komen, we nog wat anders hebben te doen dan denken en redeneeren, namelijk_ook onderzoeken en beproeven hoe het is. Deze weg om kennis en wetenschap te verkrijgen, noemde men in dien \\]Aphilosophia experientalis, wat wellicht 't best vertaald wordt door proefondervindelijke wijsbegeerte. Wat daarmee bedoeld wordt kan ik hier moeilijk nader uitleggen, doch 't zal, hoop ik, nu althans eenigszins duidelijk zijn wat bedoeld wordt.

Niet lang daarna, had onze Bernard het zoover gebracht, dat hij met grooten lof zijn examen in de geneeskunde kon afleggen, en tot dokter werd bevorderd. Hij had intusschen zijn andere studiën zooals die in wis-en natuurkunde niet verwaarloosd, maar, gelijk we weten, hoopte hij als geneesheer zijn brood te kunnen verdienen.

Waar zou hij zich vestigen? Die vraag was spoedig beslist. Zijn hart trok hem naar het ouderlijk huis, naar zijn liefhebbende moeder, zijn vromen vader, zijn broeder die den landbouw beoefende. Evenwel te West-Grafidijk was weinig kans om als dokter het noodige te verdienen. Op de dorpen behielp men zich veelal met een plattelands-heelmeester, en als het noo dig was zocht men in de stad hulp. Zoo vestigde Bernard zich dan in de stad Purmerend. Daar was hij dicht bij het ouderlijk huis, en had hij tevens de gelegenheid om zijn vak uit te oefenen in de plaats en daarbuiten.

Het ging hem al aanstonds voorspoedig. Dat lag ongetwijfeld aan zijn groote bekwaamheid, die hij reeds vroeger had getoond. Doch Bernard was zoo wijs het niet aan zich zelf toe te schrijven, maar aan den zegen Gods. Hij wist nu bij ervaring hoe God onze wegen leidt, en hoe goed het is Hem te kennen en te erkennen. Zulke dokters nu zijn er nooit heel veel geweest, wat wel treurig is. Want een dokter die God vreest, is het best in staat de zieken te troosten en naar den geest te sterken, 't Was echter niet alleen daarom, dat Nieuwentijd veel begeerd werd. Ik zei reeds dat hij een man was van niet geringe kennis. Daarbij kwam, dat hij tusschen rijk en arm geen onderscheid maakte. Ook voor den armste stond hij als dokter gereed zijn diensten te bewijzen. En dan vergat hij vaak later om betaling te zenden. Ik zeg: vergat, maar of 't nu werkelijk vergeten was? Nu vergeten is in vele gevallen een leelijk ding, maar zulk vergeten als van Nieuwentijd, is, dunkt mij, prijselijk.

Toen onze dokter 30 jaar oud geworden was stierf de burgemeester van Purmerend. Allen waren het daarover eens, dat er geen beter opvolger voor hem te vinden was dan Dr. Nieuwentijd. Toen echter de Raad der stad hem hierover kwam spreken, had de geneesheer er veel tegen, zoo'n gewichtigen post aan te nemen. Maar de heeren hielden hem voor, hoe heel de burgerij het wenschte, zoodat hij een goedgezind volk zou hebben te besturen. Ook was hij iemand uit de streek en dus goed met alles bekend, en voorts zou men beproeven het hem zoo gemakkelijk mogelijk te maken. Zoo liet dan onze dokter zich de benoeming welgevallen. God had hem genade en eer gegeven.

In datzelfde jaar trad hij in het huwelijk met een vrouw die Eva Moens heette, en de weduwe was van een kapitein, Philip Munnick genaamd. Hij ging nu, wat ook zijn nieuwe waardigheid meebracht, in een groot huis wonen in de Hoogstraat. In later tijd zijn van dat eene huis er twee gemaakt. Dat hij nu meer ruimte om te wonen behoefde dan vroeger, zult gij begrijpen, als ik u zeg, dat zijn vrouw een zoontje met zich bracht, Hendrik geheeten, 'twelk toen nog heel jong was. Daarbij was Nieuwentijd, gelijk we weten, een liefhebber van de natuurkunde, en bezat hij een geheele verzameling voorwerpen en werktuigen, die daarop betrekking hadden en plaats vereischten.

Zoo was dan onze dokter op zijn 30ste jaar reeds een hooggeacht man in de maatschappij, en begon hij ook langzamerhand een welgesteld man te worden, daar de aanzienlijken hem voor zijn diensten zeer goed beloonden, en hij eenvoudig leefde. Maar het beste was, dat hij nu de hoogste wijsheid bezat, namelijk de vreeze Gods en dat hij vrede had met God, door het geloof en wist, dat hij in leven en sterven het eigendom was van zijn Heiland, van Christus.

CORRESPONDENTIE.

M. N. te N. Op uw vragen kunnen we alleen afzonderlijk antwoorden. Is u dit aangenaam, gelieve het dan (met postzegel) te melden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 maart 1903

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 maart 1903

De Heraut | 4 Pagina's