GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Geen stap verder.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen stap verder.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dicaeophilus heeft in de Basuin in twee lange epistels nogmaals zijn bewering pogen te staven, dat de souvereiniteit over de Vrije Universiteit berust-bij de leden der Vereeniging voor Hooger Onderwijs.

Doeltreffend nu zou dit debat alleen dan kunnen zijn, wanneer onze opponent uit de Statuten of Reglementen van de Vrije Universiteit had aangewezen, dat de souvereine macht om hoogleeraren te benoemen en te ontslaan, den gang van het onderwijs te bepalen enz. bij de leden der Vereeniging berustte. Daarover toch liep de strijd. En indien de Statuten of Reglementen ook maar één bepaling bevatten, die deze meening in het gevlei kwam, dan zou Dicaeophilus zeker niet nagelaten hebben daarvan gebruik te maken.

In stee echter van dit eenige afdoende wapen te gebruiken, beroept hij zich op een uitspraak van den Minister, op een opmerking van de Nederlander en op hetgeen geschied is in de zaak Lohman, om daardoor aan te toonen, dat een afkeurend oordeel van de ledenvergadering over een bepaald hoogleeraar ongetwijfeld invloed zal hebben op Directeuren en Curatoren, die niet licht tegen zulk een oordeel in den beschuldigden hoogleeraar zullen handhaven.

Dit is volkomen juist, maar Dicaeophilus

vergeet, dat invloed en souvereiniteit niet hetzelfde zijn en zijn betoog ons dus geen stap verder brengt.

De ledenvergadering kan alleen een motie aannemen, waarin zij haar oordeel over een hoogleeraar uitspreekt, maar aan Directeuren gelasten een hoogleeraar te ontslaan kan zij niet.

Het statuut wijst dit uit.

In Art. 6 wordt toch uitdrukkelijk gezegd, dat aan Directeuren en aan hen alleen is opgedragen de benoeming en het ontslag van de hoogleeraren.

Verdere voortzetting der discussie zou dus niets baten, waar blijkbaar bij Dicaeophilus het begrip souvereiniteit zoo weinig belijnd is, dat hij tusschen invloed ^a gezag zelfs geen onderscheid weet.

Wij zijn het daarom volkomen met Dicaeophilus eens, dat dit debat veilig kan worden gesloten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 mei 1904

De Heraut | 4 Pagina's

Geen stap verder.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 mei 1904

De Heraut | 4 Pagina's