Opwekking in Wales.

Wat de Standaard dezer dagen meedeelde uit de Engelsche bladen aangaande de geestelijke opwekking in Wales, verdient ook onze belangstelling.
Een eenvoudig mijnwerker, Evan Roberts, thans Evangelist, staat aan het hoofd der beweging. Vooral onder de mijnwerkers bezit hij grooten invloed. Zijn aangrijpend woord brengt duizenden tot bekeering. De kroegen staan leeg; spelen en dobbelen en vloeken wordt niet meer gezien of gehoord; in de diepe mijnschachten komen de mijnwerkers saam om God te loven en elkaar op te bouwen in het geloof.
Zulke massale bekeeringen maken op ons kalmer Nederlandsche volk steeds een eenigszins vreemden indruk. Wij kennen die revivals niet. Het eenige wat er mee te vergelijken valt, is de plotselinge ommekeer van ons volk in 1566; het wonderjaar, toen duizenden onder de hagepreeken saamkwamen, en de beeldenstorm als een vernielende orkaan doos het land voer. Maar hier was de bodem lang voorbereid en trad slechts in het licht wat in het verborgen woelde en giste. Ook de geestelijke opwekkingen in de 17de en 18de eeuw onder De Labadie en Ds. Kuypers te Nijkerk droegen toch een andersoortig karakter. En het Réveil in het begin der 19de eeuw vond meer ingang onder de hoogere standen dan onder het volk. Men ziet het dan ook, hoe het Leger des Heils in ons land niet recht tieren wil en veel meer door zijn socialen arbeid dan door massale bekeering de aandacht trekt.
Het Engelsche volkskarakter daarentegen schijnt voor zulke geestelijke opwekkingen een bijzonder geschikte bodem te zijn. Achter den nuchteren, practischen zin van den Engelschman, schijnt een licht bewogen gemoedsleven te schuilen. Vandaar dat het Engelsche volksleven, reeds van de dagen der Reformatie af, zich kenmerkte door zulke geestelijke schokken, vulcanische erupties van het religieuse leven, die vaak met wonderbaarlijke verschijnselen van ecstatische toestanden, profetische gaven enz. gepaard gingen. Independenten en Kwakers, de Convenants in Schotland en het Methodisme in Engeland en Amerika, de geestelijke opwekkingen onder Wesley en Whitefield, Moody en Sankey, onder Pearsall Smith en anderen, het optreden van het Leger des Heils enz., zijn alle verschijnselen van denzelfden aard, hoe onderscheiden de dogmatische kleur ook moge zijn, die deze revivals droegen.
Nu brengen zulke algemeene opwekkingen zeker heur eigenaardig gevaar mee. De blijvende oogst van zulk een massale bekeering is gewoonlijk niet zoo groot als de eerste aanloop hopen deed. Er komt veel gemoedswerk bij; veel menschelijke hartstocht; veel uitwendige bekeering, waaraan de wortel des geloofs ontbreekt. Maar hoe geneigd ons Nederlandsche volk ook moge zijn, om vooral op deze schaduwzijden te wijzen, vergeten mag nooit worden, dat in deze opwekkingen toch een machtige werking van den Geest des Heeren te bespeuren valt, die „waait waarheen hij wil," en dat ze voor duizenden het middel geweest zijn, om uit den geestelijken dood tot het waarachtige leven hen te brengen.
Voor Wales geeft deze revival ons dan ook goede hope. Het was zulk een geestelijke opwekking in het einde der 18de eeuw, die de Welsh Calvinistic-Methodist Church ontstaan deed, waarin de Calvinistische beginselen hoog worden gehouden. Indien de kerk maar den moed heeft, om deze geestelijke beweging niet tegen te werken, maar haar te steunen en in gezonde kerkelijke bedding te leiden, dan zal ze rijke vrucht voor het kerkelijk leven afwerpen.
Gevaar schuilt er alleen in, wanneer zulk een beweging antithetisch tegenover de kerk komt te staan en dan of in sectarisme verloopt of allengs doodbloedt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen