GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Recensiën.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Recensiën.

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

J. VAN ANDEL, Paulus'-brief aan dcRomel nm met de gemeente gelexen. Kampen J. H. Kok

J. VAN ANDEL, Paulus' heide brieven aan Ti-Jotheus toegelicht. D. Uonner, 1904.

Ds. Van Andel zet rustig 2ijn arbeid voort, nm de eemeente een eenvoudige en bevattelijke todichting op de boeken des Nieuwen Testaments te geven. Schooner arbeid is er zeker niet De Schrift blijft de altoos fnssche bron, waaiuit het water des levens voor den dorstige oDwelt. En elke poging om de gemeente met den inhoud der Schrift beter vertrouwd te maken verdient-daarom volle waardeering. Ds. Van Andel bezit reeds jaren lang het vertrou wen van ons volk; zijn uitlegkucdige werken werden gretig gelezen, en ook deze beide commentaren zullen hun weg wel vinden. Ze verdienen dat ook ten volle, want Ds. Van Andel verstaat op uitnemende wijze de kunst om de vrucht van ernstige studie op sobere en ver staanbare wijze aan het volk mee te deelen.

F. GODET. Kommentaar op Paulus' eersten brief aan de Corinihïérs, vertaald door Dr. G. Keizer. Kampen J. H. Kok, I904.

De commentaren van Godet behoeven geen aanbeveling. Ze munten uit door frischheid van opvatting, helderheid van voorstelling, degelijkheid van inhoud en bovenal door een kinderlijk vasthouden aan het gezag van Gods Woord. Al is zulk een wetenschappelijke commentaar geen gesneden brood voor een eenvoudig gemeentelid, toch kunnen ook meer ontwikkelde leeken op theologisch gebied deze uitlegging wel begrijpen en er winst mee doen. Vooral echter onze predikanten zullen goed doen met zich dit werk aan te schaffen. Dr. Keizer zorgde voor een goede, vloeiende vertaling.

Dr. J. H GUNNING. De "Kerk van Christus. De brief van Paulus aan de Efeziërs voor de gemeente des Heeren verklaard. Rotterdam, D. A. Daamen.

Reeds te lang wachtte dit werk van Utrecht s begaafden prediker, op onze aanbeveling. Toen het geschreven werd kon het nog worden opgedragen aan den vader, en gejubeld, omdat „de wiek van den doodsengel" wel even was gezien, maar de bange slag nog was afgewend. En nu dekt de groene zode reeds het graf van hem, aan wien zijn zoon met zooveel piëteit dit werk over de Kerk van Christus opdroeg. Dr. Gunning belooft in den aanvang, dat hij een leeks commentaren over het Nieuwe Testament schrijven zal. Wij verheugen ons daarin. Onder de jong ethische richting staat hij ons zeer na. En die sympathie is wederkeerig, zoo als blijkt uit de waardeering, waarmede hij over mannen als Dr. Bavinck en Ds. Van Andel spreekt. Al zal verschil van standpunt ook bij de Schriftbeschouwing niet uitblijven en deze haar invloed op de uitlegging gelden doen, Dr. Gunning heeft de Schrift toch innig lief, laat de critiek bij dezen commentaar rusten en tracht op vaak origineele wijze den rijken inhoud van Paulus' brief ons te vertolken. Uitnemend schijnt ons daarbij de greep om in een korte uitdrukking het Leitmotiv van den brief saam te vatten. De kerk van Christus, niet a!s instituut maar in haar organische eenheid, dat is de grondgedachte die door heel den Efeser brief heenklinkt, en die door Ds. Gunning op uitnemende wijze is vertolkt.

DR. J. H. GUNNING. Het Lam Gods op Gol gotha. De zeven kruiswoorden des Heilands voor de gemeente des Heeren verklaard. Utrecht J. J. h. Ruys I904.

Ook deze lijdenspredikatie over de zeven kruiswoorden bevelen we gaarne aan. Christus verzoenend sterven is hier het middelpunt gebleven en niet schuil gegaan achter allerlei bijkomstige figuren. Gemakkelijk was het niet, na de schoone meditatiën van Beets, over de kruiswoorden nog iets nieuws fe zeggen. Maar ook hier blijkt, hoe diep en rijk de inhoud der Schrift is, vooral het woord door onzen Heiland aan het kruis gesproken. Dat bij deze predikatie niet alleen onder het opschrift „liturgie", praelectuur en zang worden opgegeven, maar elke predikatie ook besloten wordt met een gebed, schijnt ons minder aanbevelenswaardig, evenals dat deze gebeden zelf uitsluitend tot den Middelaar gericht worden. En evenzoo spreekt het wel vanzelf, dat de Luthersche voorstelling van de nederdalicg der helle, ' die Dr. Gunning verdedigt, alsof Christus na zijn dood het doodenrijk zou bezocht hebben om daar het evangelie te prediken aan de afgestorvenen, door ons niet gedeeld wordt, vooral niet omdat Dr. Gunning zij het dan ook omsluierd, daarmede de voorstelling verbindt, die veel verder gaat dan Luther ooit ging, alsof die prediking in het doodenrijk een voortdurende is, met mogelijkheid van bekeering ook na den dood. Een dergelijke voorstelling, hoe gehefd ze ook onder de nieuwe theologen moge zijn, achten wij hoogst gevaarlijk. Het ware ons liever geweest, indien Dr. Gunning deze passage had weggelaten uit zijn overigens voortreffelijke predikatiën.

C. VAN PROOSDY. „Mifn knecht Job". Een twaalftal predikatiën. Leiden, D. Donner, 1904. Bittere smart in eigen huiselijken kring ondervonden doordat maar al te spoedig twee zijner kinderen hem ontnomen werden, bracht Ds. van Proosdy tot een opzettelijke overdenking van het groote lijdensboek van het Oude Testa ment, waarvan elke bladzijde bedauwd is, gelijk Godet opmerkt, met de tranen van hen, die dezelfde via dolorosa hebben bewandeld, maar dat ook tot troost is geweest aan duizenden wier hart onder het kruis gebogen ging.

Indien de rechte kennis alleen uit sympathie geboren wordt — en sympathie is mede lijden, — dan kan het boek Job niet beter verstaan worden dan door wie zelf in den smeltkroes der beproeving geworpen werd. Ds. van Proosdy heeft in dit twaalftal predikatiën de hoofmomenten uit Job's geschiedenis aangrijpend en schoon der gemeente voorgesteld, en de lezing dezer predikatiën moge menigeen den troost schenken, dien hij zelf in dit Woord Gods vond.

P. A. E. .SiLLEVis SMITT. Tusschen de gouden kandelaren. Twaalf leerredenen uit de Openbaring van Johannes, inzonderheid over de zeven gemeenten van Klein-Azië. Amsterdam, Boekhandel voorheen Höveker en Wormser I904.

Gelijk de schrijver mededeelt in het voorwoord, bedoelt deze bundel predikatie een pendant te zijn van het dertiental, dat vroeger verscheen onder den titel „Uit de Springader Israels". De grondgedachte, die beide saam verbindt, is dat „het in de worsteling van de ge­ meente des Heeren op aarde van onschatbare waarde is voor haar levenskracht en levenstroost, - wanneer zij zich bewust is, éen en hetzelfde volk te zijn met het Israel Gods in het grijs verleden, en met het Zion, dat nog schuilt in de lendenen van het thans levend geslacht." De brieven aan de zeven gemeenten in Klein Azië vormen hier het middelpunt en bieden den schrijver gereede aanleiding om de verschillende , toestanden en gestalten, die telkens in Gods Kerk voorkomen, in het licht van Gods Woord te bezien. Ook deze bundel getuigt van ernstige studie in Gods Woord, in de oude geschiedenis der Christelijke Kerk en van een zeldzame gave om de zielen te leiden en te besturen. Gouden appelen op zilveren schalen worden hier geboden, want niet alleen de inhoud is kostelijk, maar ook de vorm dezer predikatiën mag als schoon worden geroemd.

J. LANGHOUT. Uit het Lijden van Christus. Zes leerredenen. Groningen, J. Haan. 1905. In deze dagen, nu het lijden van onzen Heiland door heel de Christelijke Kerk herdacht word'', heeft Ds. Langhout voor hen, die ter prediking niet konden opgaan, een zestal leer redenen over het lijden van Christus uitgegeven. Gaarne bevelen wij ook deze predikatiën aan. Ze geven degelijke Schriftuitlegging en gezonde toepassing.

B. J. ADRIANI, Passiehoekje, Tweede deel. Amsterdam, Naamlooze Vennootschap „Egeling's Boekhandel".

De kinderen van Ds. Adriani hebben dit boekje, dat de voornaamste Schriftuurplaatsen over het lijden van Christus benevens enkele stichtelijke meditatiën bevat, opnieuw uitgegeven, zooals het voor een tweeden druk door den schrijver was gereed gemaakt. Zooals Ds. Adriani in het voorbericht meedeelt, was het zijn doel door dit boekske „getuigenis af te leggen, hoe (hij) gedurende ruim acht en dertig jaren, in verschillende Vaderlandsche gemeenten, met steeds vaster overtuiging, Christus den gekruisigden gepredikt (heeft).

Ds. A. RoORDA, Bileam, Zeven Leerredenen. Groningen, Jan Haan, I904.

De geheimzinnige gestalte van den ziener van Petor is der grootste raadselen van het Oude Testament. Zijn plotseling optreden in Israel's geschiedenis, de heerlijke profetie die hij van Israel's toekomst gaf en zijn diepe val en smadelijk einde bieden menig aangrijpend moment ook voor de bediening des Wpords. Ds. Roorda heeft in een zevental predikatiën deze rijke stof behandeld. Wie ze leest zal de overtuiging ontvangen, dat hier ernstige studie van de uitlegging is gemaakt. Gemakkelijk was de behandelde stof niet; ze eischte veel, van prediker en gemeente beide; maar juist daarom waardeeren we het te meer, dat ook zulke moeilijke gedeelten der Schrift aan de gemeente worden uitgelegd. Dat heel de Schrift ons gegeven is tot vermaning, leering en vertroosting wordt in de prediking zoo zelden verstaan. Meestal beperkt men zich tot enkele teksten, die de gemeente reeds honderd maal heeft gehoord, en zoo verarmt de gemeente in kennis. De goud mijn in de Schrift is onuitputtelijk, en wie doorgraaft, vindt altijd nieuwe schatten.

Ds. A. ROORDA. De Gelijkenissen des Heeren toegelicht, Nederbragt en Co. Wageningen I904.

Het tweede geschrift van den ijverigen dienaar van de Gereformeerde Kerk te Oude Pckela, dat ons ter recensie gezonden werd, dankt zijn oorsprong niet aan den kansel, maar aan journalistieken arbeid. Ds. Roorda schreef in de Groningsche Kerkbode een reeks artikelen over de Gelijkenissen des Heeren en geeft deze artikelen thans afzonderlijk uit. Gelijk hij zelf in het voorwoord opmerkt, bedoelt hij daarmede niet te concurreeren met de verklaring der gelijkenissen, die thans van de hand van Ds. Renkema en Rudolph het licht ziet. Het laatste werk is een breed opgezette exegese, terwijl hier een korte verklaring met toepassing geboden wordt. Voor beide werken is dan ook zeker wel plaats. En de heldere en zakelijke wijze, waarop Ds. Roorda gelijkenissen uitlegt maakt, dat we ook dezen arbeid gerust aanbevelen kunnen. De schrijver heeft overal goed in het oog gehouden, wat het hoofddoel der gelijkenis is; wacht zich voor alle valsche vergeestelijking en het te ver doortrekken van de beeldspraak; geeft soms treffende illustraties van de gelijkenissen uit de archeologie en de geschiedenis van Christus digen, en weet op korte en kern achtige wijze de waarheid, die in deze gelijkenissen verscholen ligt, toe te passen op onze dagen.

A. J. MULDER, De Zaligsprekingen onzes Heeren in acht leerredenen verklaard. Bruiniks en Co. Maassluis, I905.

Indien de qualiteit der uitkomende „leerre deren" gelijken tred houdt met de quantitelt, dan kan zeker niet geklaagd worden, dat de beoefening der homiletiek in onze kerken te wenschen overlaat. Ook deze predikaties over de „Zaligsprekingen" maken een goeden indruk. Al mag aan een eerstelingsarbeid van een jeugdigen predikant geen al te zware maatstaf worden aangelegd, toch spreekt uit, deze predi katiën een inleven in het Woord Gods en in de toestanden der gemeente, waardoor de rechte pastor gekend wordt. Moge ook deze eersteling profetie zijn van nog rijker vrucht in de toekomst.

C. ORANJE, Psalm XLII. Leerrede. Nederbragt en Co. Wageningen 1904.

Met weemoed werd deze leerrede door ons gelezen. De droeve krankheid, die deze predi ker reeds zoo lang belet heeft voor de gemeente op te treden, - IS èn voor hem èn voor de kerk van 's Gravenhage wel een zware beproeving. Waar het levende woord ontbreekt, wil Ds Oranje trachten door het geschreven woord tot een zegen te zijn. Moge het hem nog lang gegund zijn, zoo zijn gemeente te stichten, en richte God genadiglijk hem weder op Wie deze leerrede leest zal het verstaan, waarom de kerk van s Gravenhage zoo innig aan dezen dienaar des Woords verknocht was.

J. J. WESTERBEEK VAN EERTEN. SaUatsklokken. Kampen, Ph. Zalsman, I905.

Al is de tekst van dit boekske wat zonderling gekozen, — meer Duitsch opzichtig dan nationaal eenvoudig — de inhoud, bestaande uit korte meditatiën over een 52 Schriftwoorden laat, aan soberheid en degelijkheid niets te wenschen over. Eenigermate sluiten deze meditatiën zich aan bij den gang van het kerkelijk jaar, vermoedelijk omdat ze oorspronkelijk voor de Kamper Kerkbode geschreven werden. Vooral voor kranken, voor wie een lange preek te vermoeiend zou zijn, zijn deze meditatiën zeer geschikt.

C. H. SPURGEON. Van het Liea der Liederen Het Hooglied van Salomo voor de gemeente verklaard en toegepast. In 'tHoUandsch overgebracht door J. W. van Straaten. Doesburg. J.-C. van Schenk Brill. I904.

Wie bij Spurgeon te gast gaat, weet dat hij altijd een welvoorzienen disch treft. Zoo is het ook met deze preeken over het Hooglied. Mogen ze ook in hun HoUandsch kleed ruime ver spreiding vinden.

N. BEETS. Stichtelijke teren. Boekhandel voorheen Höveker en Wormser. Amsterdam.

I904. Beets blijft spreken, nadat , hij g: .storven is. De herdruk van ïijn „Scichtelijke uren" - van het eerste deel verschenen reeds vier drukken - toont dit genoegzaam. Aanbevolen behoeft deze uitgave niet. Onder de stichtelijke litteratuur van een vorig geslacht is er geen schooner lectuur te vinden.

W. H. GISPEN. Heiligmaking. Kampen. G. Ph. Zalsman. 1904.

Na de „rechtvaardigmaking" uiteengezet te hebben, gaat Ds. Gispen thans tot de „heilig making" over. Trouwens, beide stukken hooren bijeen en mogen noch in theorie noch in practijk ooit worden gescheiden. Werkheiligheid en anti nominianisme zijn de beide klippen, waartusschen de ziel van God-s kind moet door varen; en wie óf het stuk der recht vaardigmaking of dat der heiligmaking te eenzijdig drijft, raakt het stuur over zijn scheepken kwijt, en komt of bij Rome of bij de Libertijnen terecht. Voor het eerste bestaat zeker onder ons Gereformeerden wel het minste gevaar. We zijn van onze jeugd af zoo grondig onderwezen in de waarheid, dat „onze goede werken niet onze gerechtigheid voor God kunnen zijn, " dat van werkheiligheid niet veel te bespeuren valt. Eer staat de Gereformeerde bloot voor het gevaar, met de Beo Kohlbruggiaansche richting, de heiligmaking te laten opgaan in de rechtvaardigmaking en buiten ons in Christus te stellen. Ds. Gispen wil hiervan, en terecht, niet weten. Wat hij hier geeft, is de echte, onvervalschte, kerngezonde leer der heiligmaking van onze Gereformeerde vaderen. En al mag, gelijk de schrijver met al te groote bescheidenheid opmerkt, dit boek niet geschreven zijn voor menschen van studie, we gelooven dat menig man van studie bij Ds. Gispen in de school mag gaan, om te leeren hoe de dingen pakkend gezegd kunnen worden.

De brief van Judas van Nazareth vertaald en verklaard door den schrijver van „Christus Mysticus." Utrecht, W. Leydenroht, 1904.

De schrijver van dezen commentaar op den brief van Judas, behoeft zich zijn naam niet te schamen, want het werk, dat hij levert in dit boek, is in menig opzicht uitstekend. De algemeene zendbrief van Judas mag om ^ijn kleinheid weinig op den voorgrond treden, hij levert toch voor de exegese zeer eigenaardige moei lijkheden op, zoowel om de overeenkomst te verklaren mef den tweeden brief van Petrus, als om de mededeelingen, die Judas doet omtrent de profetie van Henoch en den strijd tusschen Satan en Michael over Mozes' lijk. De schrijver heeft van al deze vragen een zeer grondige studie gemaakt, en al is het resultaat, waartoe hij komt, zeker niet altijd het onze, wat meê daaruit voortvloeit, dat de schrijver niet aan de rechtstreeksche inspiratie gelooft, toch bevat zijn uitlegging menig treffende opmerking, toont hij bekendheid met de geheele litteratuur over dit onderwerp, en staat hij, in't algemeen genomen, zeker meer aan den behoudenden kant, dan aan dien der nieuwere critiek.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 april 1905

De Heraut | 4 Pagina's

Recensiën.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 april 1905

De Heraut | 4 Pagina's