Niet de mensch, maar God.

Nog maar al te vaak hoort men in deze dagen zelfs door vrome Christenen zeggen, dat al de strijd om de eere Gods in ons land te handhaven, verkeerd is, want dat niet de mensch maar God zelf dat doen moet.

God regeert; Zijn raad zal bestaan; trots allen tegenstand van den mensch wordt Zijn heilige wil volbracht. En elke poging van den zwakken mensch om het Koninklijk regiment van God te bevorderen, heet daarom niet alleen nutteloos, maar zelfs onvroom en tegen Gods wil ingaande. Werd niet Uzza gedood, omdat hij het waagde de hand uit te steken om de Arke Gods te stutten, toen deze dreigde te vallen.' Heeft Christus niet aan Petrus geboden het zwaard in de scheede te steken, toen deze met uitwendige wapenen zijn Meester wilde verdedigen.' En is het niet een krenken van Gods eere, wanneer het menschenkind zich vermeten wil den strijd op te nemen voor Gods Naam .

Nu kent men dit lied der valsche lijdelijkheid, dat de anti-nomianen van alle eeuwen hebben gezongen, en men weet ook hoe ernstig Gods Woord tegen dit drijven ons waarschuwt.

Wanneer David hoort, dat de onbesneden Goliath de slagorden des levenden Gods hoont, dan laat hij het niet aan God over om Zijn Eere te handhaven, maar neemt hij slinger en steen en verslaat in de kracht Gods den aanrander van Gods eer.

Wanneer Pinehas ziet, hoe Israel Gods gebod overtreden heeft, dan blijft hij niet stil in zijn tent zitten, denkende dat God het kwaad wel straffen zal, maar de ijver des Heeren komt over hem en hij roeit den gruwel uit Israël uit.

Van die valsche lijdelijkheid wil Gods Woord niets weten.

God roept zijn volk altoos op ten strijde. En niet Ruben, die rustig bij de stallingen blijft zitten, maar de mannen van Zebulon en Naftali, die hun zielen versmaad hebben tot in den dood, worden door het Woord Gods geloofd.

Trouwens, in hun eigen persoonlijk leven denkt niet één dezer vromen er aldus over.

Al weten ze uitnemend goed, dat God ons het brood geeft op den disch, toch zullen ze zwoegen en sloven om dat brood te verdienen.

Al weten ze, dat God alleen genezing in krankheid schenken kan, toch laten ze den doctor roepen en gebruiken medicijnen, wanneer ze ziek worden.

Dat God werkt door middelen weten ze uitnemend wel, zoodra het gaat om kun brood, hun gezondheid, hun leven.

En zal dan waar het gaat om de eere Gods, om de handhaving van Zijn gezag, om de heiligheid van Zijn Naam, Gods kind niets doen, lijdelijk wachten en in stil zitten kracht mogen zoeken.'

Zeker, God de Heere regeert over de volkeren.

Zijn gezag handhaaft Hij altoos.

Maar Hij doet dat, door de volkeren, die naar Zijn Woord niet luisteren, te verwerpen.

Dat zou de vrucht zijn dezer valsche lijdelijkheid.

Daarvoor beware God ons land en volk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen