GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dereenigingsleven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dereenigingsleven.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

GELD EN GAVEN.

I.

Het gebied van het Vereenigingsleven is zoo uitgebreid als bijna geen ander.

Want immers, er zijn maar weinig kringen van menschelijken arbeid, waarbinnen men zich niet in vereenigingen aaneensluit, omdat men beseft, dat, naar de goede oud-Hollandsche preuk, eendracht macht maakt.

Dat is niet alleen zoo op het gebied van het aatschappelijk leven, maar ook op het terrein an de specifiek Christelijke werkzaamheid.

De tijd, dat menigeen met een zekeren trots verklaarde, dat hij van geen enkele veteeniging lid was, is lang voorbij, en nog slechts enkele individualisten zijn er, die zich van het vereenigingsleven afkeeren en als „Einspanner" hun weg gaan, die in de meeste gevallen tot niets anders leidt dan tot betreurenswaardige verspilling van kracht, welke bij praktische besteding ervan nut had kunnen stichten.

Verreweg de meeste menschen, ook de meeste Christenen, zien wel in, dat de mensch-alleen al heel weinig bereiken kan. Niet slechts omdat, al werken tal van individuen in dezelfde richting en in ^denzelfden geest, de kracht van de eendracht er nog niet is. Maar tevens ook om deze eenvoudige reden — die zich zoo telkens en telkens aan ieders waarneming opdringt, — dat als al diegenen, wier beginselen zoozeer met elkaar strookea dat zij bij behoorlijk overleg in een en dezelfde richting zouden kunnen sturen, zooder dat onmisbare overleg, zender saamspreking, ieder op eigen gelegenheid uittrekken, er geen voortschrijden kan zijn langs éénzelfde groote lijn. Want ieders aanleg en karakter doen hem licht nu rechts, daa links afwijken van de hoofdrichting, die leidt naar het doel, dat allen in het oog houden.

Het ligt dan ock in den aard der zaak, dat wie in het vereenigingsleven mee wil leven en daar een bruikbaar, nuttig element wil zijn, in den goeden zin des woords moet weten te geven en te nemen, en niet voornemens mag zijn, eigen zin en wil door te drijven, zonder ter wille van den gezamenlijken arbeid ook maar in het minst te willen afwijken van de lijn, die hij voor zich zelf uitgestippeld heeft.

Het spreekt echter vanzelf, dat, hoe hoog de waarde van het vereeaigingsleven ook moet geschat worden, daarmede nog niet gezegd is, dat in eene zekere vereenigingsmanie, om het nu maar zoo eens te noemen, niet evenzeer een groot kwaad zou liggen als in alle overdrijving.

Wie zóó in het vereenigingsleven opgaat, dat hst gezinsleven niet tot zijn recht kan komen en het huisgezin er onder lijdt, of wel sióó, dat het deel vanden maatschappelijken aibeid, hetwelk aan ieder als persoonlijke taak opgelegd is, niet behoorlijk vervuld kan worden, die maakt zich evenzeer als hij, die alleen voor het dagelijksch brood arbeid en zich om den gezamenlijken vereenigingsarbeid niet bekommert, schuldig aan plichtverzuim, en geeft er blijk van, dat hij niet begrijpt, in welke verhouding de dingen in het leven tot elkaar behooren staan.

Zoo kan bijvoorbeeld niet gezegd worden, dat het verheffend aandoet, te zien, hoe er jocgelingeu zijn, die naast den zoo noodigen en nuttigen arbeid, welken de jongelingsvereenigirg hun te doen geeft, nog zooveel vereenigingEplichten op zich nemen, dat er geen tijd meer overblijft, zich voor den maatschappelijken arbeid zóó te bekwamen, dat de pas aangevai: gen loopbaan naar behooren kan gevolgd worden.

Nu zijn er sommigen, die meenen, er wel iets op gevonden te hebben, om eenerzijds aan het vereenigingswezen den schuldigen tol te betalen en toch anderzijds de gevaren te ontloopen, welke eraan verbonden zijn. Zij denken, dat daarmede te kunnen bereiken, dat zij wel hun geld voor allerlei christelijken arbeid geven, maar zich overigens van dien geheelen arbeid eigenlijk zoo goed als niets aantrekken.

Het zijn de menschen, die met een grootere of kleinere — meestal wel een kleinere — contributie denken te kunnen volstaan, en zich nimmer op vergaderingen laten ziec.

Hun getal is zeker niet gering, en er mag, met het oog daarop, nu het seizoen voor den vereenigingsarbeid weer aanvangt, wel eens op gewe-; en worden, dat zulke menschen al een heel verkeerde opvatting van de waarde van het vereenigingsleven hebben.

Men zal toch wel toegeven, dat er geen vereenigiog is, bij welke de geldquaestie allesbeheerschend wezen kan, wijl een onpersoonlijk iets als een vereeniging niets heeft aan het bezit van geld, tenzij dan alleen als middel om haar doel te bereiken. Een vereeniging heeft in de allereerste plaats behoefte aan arbeidskracht. Dat weten bij ondervinding de vele vereenigingen, welke alle beteekenis en kracht missen, omdit er wel genoeg leden in naam zijn, die inderdaad ook genoeg geld aan contributies inbrengen, maar geen leden die werk verrichten, dat tot_ bereiking van het voorgestelde doel noodig is.

En nu zal men zeggen: ja, dat is wel zoo ten opzichte van jongeiingsvereenigingen, kiesvereenigingen en allerlei andere vereenigingen, die slechts geld behoeven om eigen onkosten te dekken, maar overigens haar arbeid zien aangewezen op het terrein van studie, van sair enspreking en overleg, van propaganda, maar niet bij die corporaties, die b.v. beoogen de oprichting en instandhouding van inrichtingen, waar deie of gene Christelijke arbeid wordt verricht. Voor zulke organisaties, zegt men, kan toch volstaan met het geven van geld, en het zorgen voor een goed bestuur, aan hetwelk dan verder alles kan worden overgelaten.

Wie zoo redeneert, beseft niet, dat besturen, uit welke op zich zelf voortreffelijke mannen ook bestaande, het beste van hun arbeidskracht en hun energie, ten opzichte van het gezamenlijke doel, putten uit de wetenschap, dat zij gedragen worden door de sympathieën, welke uit de geheele vereeniging uitgaan, uit de wetenschap, dat hun arbeid met belaogstellicg en liefde wordt gadegeslagen, en gesteund door gebed.

Zeker zijn we niet blind voor de moeiten en zorgen, die groote ledenvergaderingen met zich brengen, waarin allicht elementen zijn, die het altijd beter meenen te weten dan het bestuur en vaak beter dan de geheele overige vergadering; waarom het alleszins aanbeveling verdient, aan goede besturen een zoo uitgebreid mogehjke bevoegdheid te verleenen. Maar desondanks valt het toch niet te ontkennen, dat vergaderingen van de leden van vereenigingen de kracht in zich dragen, om den onderhngen band tusschen de leden te versterken, zoowel als den band met hen, wien de hoofdtaak, waarop alles aankomt, is opgelegd. Niets is zoo ontmoedigend voor besturen, als dat de vergaderingen, waartoe de geheele vereeniging is opgeroepen, zóó slecht bezocht worden, dat er eigenlijk van niet meer dan een eenigszins uitgebreide bestuursvergadering kan gesproken worden.

Zonder geld, met een ledige kas, kan zeker niets begonnen worden, maar zonder belangstelling, zonder sympathie, zonder liefde van de zijde van hen, die als leden niet alléén met geld moesten steunen, wordt in het vereenigingsleven veel minder iets tot stand gebracht.

Het gaat in het vereenigingsleven niet alleen om geld, maar om het beschikbaar stellen van geld èn van gaven en talenten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 september 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Dereenigingsleven.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 september 1908

De Heraut | 4 Pagina's