GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vereenigingsleven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vereenigingsleven.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

GEVAREN.

Het is niet te miskennen, dat het vereenigingsleven groote gevaren met zich brengt.

Voor wie toch om zich heen ziet, is het geen geheim, dat er tal van personen zijn, wien het vereenigingsleven eenvoudig dienen rr; oet om hocgerop te komen, of op z'n minst om zich in allerlei functiën, die in elke vereeniging te vervullen zijn, als een zekere grootheid, een zekere onmisbaarheid, een man van gewicht, te gevoelen.

Het allerslechtste voorbeeld van misbruik van het op zich zelf goede en nuttige vereenigingsleven biedt wel de sociaal-democratie aan, waarin vele leiders niets anders bedoelen dan zelve groot te worden, zelve een positie van gewicht te gaan innemen, ten koste van een breede groep arbeiders, die zich laat misleiden.

Of zegt men wellicht, dat het egoïsme toch niet zóó bruut is, en dat er bij de leiders der socialisten toch wel zeker idealisme voorzit, dan is het toch niet veel meer dan het idealisme van dezulken, die de arbeidersbeweging als een zekeren cultus beschouwen, als een zekeren afgodsdienst, welke zijn einddoel in zich zelf vindt, en waaraan de arbeiders bereid moeten zijn, zich, terwille der hooggeloofde solidariteit, op te oiferen.

Toch blijft, ook zoo beschouwd, het feit nog merkwaardig, dat de leiders wel zorgen, zelve builen gevaar te blijven, en óf zich een zekere positie te verwerven, óf wel, indien zij reeds zulk een positie hebben, haar steeds te verbeteren.

Het zou te ver gaan, indien men zeide, dat alle leiders der sociaal-democraten welbewust aansturen op het ongeluk, het lijden van den arbeider. Want zelfs in hen, die het uitspreken, dat de arbeider, als hij een goede woning heeft, waarover hijzelf heeft te beschikken, voor de beweging verloren is, en dat het kweeken van ontevredenheid het beste middel is om het partijbelang te bevorderen, zouden wij voor ons niet meer willen zien dan egoïsten, die den arbeider ten eigen bate exploiteeren, of wel verdwaasden, die het doel van hun streven in dat streven zelf zoeken en die dën strijd om den strijd zoeken, het vereenigingsleven om het verecDigingsleven dienen.

Hoe het zij, de sociaal democratie — om nu maar van erger vormen-van revolutionair streven te zwijgen — biedt wel een zeer slecht voorbeeld van vereenigingswezen op z'n smalst aan.

Voor Christenen zij het tot een waarschuwing 1 Want immers ook voor Christelijke kringen dreigt het gevaar, dat men het vereenigingsleven gaat gebruiken als middel om eigen eerzuchtige doeleinden natestreven, of wel om het niet als middel tot bereiking of bevordering van eenige goede zaak, maar als < /o< ; /te beschouwen.

Daartoe mag men echter nimmer komen. Want zoodra men zich aan het vereenigingswezen geeft, alleen om er zijn genot, zijn liefhebberij, zijn tijdverdrijf, of wat dan ook in te zoeken, onttrekt men aan bet gezinsleven, aan den maatschappelijken arbeid enz. datgene, wat men daaraan niet onttrekken mag.

Grooter dan dit laatste gevaar is echter ook in onze kringen wel het eerstgenoemde, nl, dat de eerzucht, het egoïsme de verhoudingen vervalscht.

Voor mannen met groote, machtige capaciteiten staat de weg tot grootheid en eere, tot macht en invloed, als van zelve open. Zij behoeven de ladder der vereenigingen niet, om op te klimmen; zij komen er zonder dat hulpmiddel.

Anders is het echter met de menschen met middelmatige, soms zelfs met geringe capaciteiten, maar begaafd met eenige handigheid. Dezulken vinden in het vereenigingswezen bet geschiktste middel, dat zich denken laat, om van niet tot iet te worden.

Men begint in kleinen, bescheiden kring; zoekt, door grooten ijver, door telkens mee te spreken en zich overal mee te bemoeien, in deze of gene vereeniging een zekere onmisbaarheid en gewichtigheid te verkrijgen, die dienen moet als hulpmiddel om de eene of andere bestuursfunctie, liefst b.v, het voorzitterschap, machtig te worden.

Is dat eenmaal gelukt, dan komt men spoedig verder en klimt men in allerlei waardigheden van de lager staande tot de hoogere, meer gewichtige vereenigingen op, tot men eindelijk, als de goedgeloovige liên, die den schijn van het wezen niet wezen te onderscheiden, maar mede willen helpen, een positie in de maatschappij gaat innemen, op welke men krachtens aanleg en talenten geen recht heeft.

Nu zegge men niet, dat zoo iets in Christelijke kringen niet voorkomt, want zulk eene bewering zou met de realiteit van het leven in strijd zijn. „Baantjesjagerij", zooals men het met een zeer leelijk maar niet onjuist woord noemt, is helaas ook in onze vereenigingen geen onbekend euvel. Veeleer is erj alleszins reden, dat een stem der waarschuwing zoo nu en dan er tegen uitga,

Eene Christelijke levensopvatting eischt, dat men zich ten dezen opzichte laat leiden door de schoone en edele gedachte, die de apostel nederlegde in het woord der Schrift, dat de een den ander uitnemender achte dan zich zelf.

Wie de gaven en talenten bezit om een leidende plaats in het leven in te nemen, wordt in de meeste gevallen door den drang van het leven, zonder eigen toedoen, naar die plaats gedrongen. En wie er, ondanks zijn geschiktheid ervoor, niet komt, en. zich zelf ook niet naar voren zoekt te brengen, die biedt het voorbeeld an van een bescheidenheid, die in de sameneving weinig gevonden wordt en daarom zoo eldadig aandoet en zulk een gezegenden inloed uitoefent.

In verband met dit alles zal men ongetwijfeld enken aan de vraag, die in het vereenigingseven zoo ieder oogenblik om beantwoording H w m roept, deze^ namelijk, of men bij verkiezingen van allerlei aard al of niet zijn stem op zich zelf mag uitbrengen.

Die vraag moet ongetwijfeld in dien zin beantwoord worden, dat het zeer afkeurenswaardig is, op zich zelf te stemmen, als het slechts een persoonlijke quaestie geldt, maat dat men, door het niet te doen, zijn plicht verzuimen zou in al die gevallen, waarin het beginselen betreft.

Een tweetal voorbeelden kan dit duidelijk maken.

Als er gekozen moet worden, voor den Gemeenteraad, voor de Tweede Kamer, enz., tusschen twee of meer candidaten van uiteenloopende beginselen, dan eischt trouw aan het beginsel, dat ieder candidaat op zich zelf stemme, mede daarom, dat één stem de beslissing ten gunste van een tegencandidaat en dus tot schade van het eigen beginsel kan doen uitvallen.

Heel anders staat het daarentegen, — om nu een soortgelijk voorbeeld te nemen, dat de in het vereenigingsleven meest voorkomende gevallen typeert, — als een keuze gedaan moet worden tusschen twee of meer personen, welke dezelfde beginselen zijn toegedaan. Dan is het een zuiver persoonlijke quaestie, en wordt door het principe, dat ieder den ander uitnemender achte dan zich zelf, geëischt, dat men niet op zich zelf stemme.

Zeker kan in zulk een geval de zaak toch ook nog weer zóó staan, dat verkiezing van een tegencandidaat, wien het klaarblijkelijk aan de noodige capaciteiten ontbreekt, schade voor het beginsel zou kunnen opleveren. Maar dan zijn er meestal in onze vereenigingen nog wel menschen genoeg, die de meerdere capaciteiten weten te waardeeren, zoodat er ook dan nog geen noodzaak is, op zich zelf te stemmen.

We wijzen hier zoo breedvoerig op, omdat de praktijk van het leven leert, dat in het vereenigingswezen, hetwelk zulk een groote beteekenis heeft ook in der Christenen kringen en daar zulk een belangrijke taak heeft te vervullen, zoo nameloos veel bedorven wordt door het streven van degenen, die eigen belangetjes op het oog hebben, eigen voordeel en eigen eere zoeken, en daardoor een persoonlijk element in den gezamenlijken arbeid indragen, dat vaak oorzaak wordt van veel strijd.

Hoevele vereenigingen zijn er niet, die aan allerlei persoonlijkheden te gronde gaan. Ook hier geldt, dat het beste, wanneer het bedorven wordt, in het slechtste verkeert. Als het vereenigingsleven geëxploiteerd wordt ten bate van allerlei zelfzuchtigen, en als het gemaakt wordt tot een terrein, waarop tal van persoonlijke belangen botsen, dan wordt het een bron van veel kwaad, een oorzaak van verslechtering van velerlei levensverhoudingen.

Daarom zij er de meeste cadruk op gelegd, dat wie zich opmaakt om de plichten, die de goede, gezonde solidariteit hem oplegt, te vervullen en met zijn mede christenen aan allerlei Christelijken arbeid medetewerken, van God heeft te bidden, dat Hij hem geven moge een ruime mate van zelfverloochening, zonder welke geen vereenigingsarbeid eenigen zegen kan afwerpen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 oktober 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Vereenigingsleven.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 oktober 1908

De Heraut | 4 Pagina's