GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE TROUWE KNECHTEN.

II (Slot)

De wachter die den boer had zien binnengaan, kon ook niet anders meenen, dan dat er vier personen in de kamer waren. Hij wist echter niet, dat de eene knecht met groote moeite uit esn raam was geklommen, en zich zoo naar buiten begeven had naar een der tuinlieden, met wien hij zeer bevriend was.

Van den vriend , kreeg deze knecht een boerenpak, dat hij aantrok en waarin hij naar het paleis terugkeerde. Gelukkig had de wachter niet nauw gekeken, en was het den man zoo gelukt binnen te komen.

Niet lang daarna klonk uit de kamer een geweldig leven. De deur vloog open en men zag den boer met half gescheurde kleeren verschijnen, getrokken en geduwd door Munnulf en door den anderen knecht, terwijl ze riepen:

„Vooruit dronkaard! Denkt ge dat ge zoo met den prins kunt spreken. Maak dat ge weg komt, en komt eens weer als ge nuchter zijt!"

Maar de boer betoonde weinig lust om heen te gaan. Hij pruttelde en bromde iets wat niemand verstaan kon, en toonde zich zoo eigen-".innig en onvatbaar voor rede als een beschonken mensch maar wezen kan. De dienaars hadden moeite hem voort te krijgen, doch gaven het niet op, tot groot vermaak van de wachters, die verderop in de gangen stonden. Eindelijk gelukte bet met den beschonken boer de poort te bereiken. Hij werd onder hevig verzet naar buiten gesleurd, en om te beletten dat hij weder zou komen, ging de eene bediende met hem mee, om, zei hij, den dronkaard een eind weg te brengen. De andere knecht, Munnulf, keerde naar de kamer van den prins, zijn meester, terug.

Een paar uur later werd de deur der kamer met geweld geopend. Een aantal gewapende mannen drongen binnen, stieten Munnulf opzij,

en liepen naar hetrastbsd, in de ms ening achter de voorhangsels prius Partharis te vinden, die, gelijk zij meenden, bezig was aldaar zijn drinkersroes uit te slapen.

Maar hoe verbaasd stonden ze, toen zij zagen dat er niemsind op het bed lag. Zij doorzochten de geheele kamer maar tevergeefs. Buiten hen was er niemand dan Munnulf.

Hoe dat kon is eerst later duidelijk geworden.

De trouwe knecht, die als boer verkleed was teruggekomen, had, zoodra hij in de kamer was, zijn boerenpak uitgetrokken en den prins daarin gestoken. Daarna hadden de beide knechts, zooals wij gezien hebben, den gewaan den boer de deur uitgaworpen en buiten het paleis gezet, terwijl de wachters niet bespeurden hoe zij gefopt werden.

Zoo geraakten prins Partharis en zijn dienaar gelukkig in den tuin. Zij wisten twee paarden te krijgen en nu ging het in draf noordwaarts. Geld had de prins genoeg om voor al hetnoo dige te zorgen, en zoo geraakten zij gelukkig en veilig buiten het gebied der Longobarden, waar Grimoald nu regeerde. Vandaar vluchtten zij naar het zuiden van Frankenland, waar zij een veilige schuilplaats vonden.

Intusscben waren de gewapende mannen die last hadden Partharis, te dooden in niet geringe verlegenheid en de wachters nog meer. Want Grimoald was een harde meester, die het zeker niet vergeven zou, dat men niet beter gewaakt had en den prins had laten ontsnappen.

Toch moest eindelijk het hooge woord eruit. Toornig snelde Grimoald naar Partharis'kamer, maar vond er niemand dan Munnulf.

„Heer, " zoo spraken een paar edelen, die mee waren gegaan, en wisten welk plan hun vorst had gekoesterd, „dat is de dienaar van Partharis, Ongetwijfeld heeft hij zijn meester geholpen te ontkomen."

„It dat waar ? " vroeg Grimoald grimmig, zich tot Munnulf wendend.

„Ja, " antwoordde de trouwe dienaar onverschrokken. „Hij is mijn meester, en ik ben schuldig hem te dienen, zoo goe4 ik kan. Hij heeft recht op mij te rekenen."

„Wat een onbeschaamdheid 1" riepen de hovelingen, „Hij verdient den dood in de plaats van zijn meester, dien hij geholpen heeft er aan te ontkomen."

„Neen, " sprak de hertog diep geroerd, „die man zal niet gedood worden. Hij verdient veeleer lof en eer voor zijn moed en trouw."

De hoïeiingen stonden beschaamd, en Grimoald ging voort, zich keerend tot Mannulf:

„U zal geen leed geschieden, Miar verhaal ons nu hoe uw meester is ontkomen."

Munnulf deed het en allen luisterden, som migen niet weinig bevreesd, dat de voist het voor de wachters niet zoo zou laten afloopen als voor Munnulf, Doch de hertog van Benevento had een goede les ontvangen, voelde berouw over zijn boos opzet, en wilde er niet meer kwaad aan toevoegen. Hij sprak geen woord van verwijt tot de wachters, maar zeide tot Munnulf:

„Nu heb ik u nog een vraag te doen: Uw | oude meester is weg. Wilt gij nu in mijn dienst treden? Dan zal ik zeker geen trouwer dienaar hebben dan u, en ik zal die trouw weten te loouen."

Doch Muonulf antwoordde zonder zich ook maar een oogenblik nog te beraden:

„Ik dank u, o vorst, voor uw aanbod en verblijd mij in uw goedheid. Miar ik blijf mijn meester Pirtharis trouw. Wilt ge mij een gunst bewijsen, s; a mij dan toe hem te volgen en hem van nut te zijn in het verte, vreemde land waar hij heengaat."

„Ga Uürs weegs" sprak Grimoald tot den knecht, „volg uw heer en dien hem. Ik kan hem zulk een dienaar benijden."

Mannulf haastte zich te gaan, en bleef zijn meester ook in de ballingschap trouw.

Als' alle heeren en knechten zoo met elkander leefden, hoeveel moeite en leed zou worden gespaard 1 Ea als wij zoo trouw waren in des Haeren dienst, als dien knecht in den dienst van zijn aardschen meester, hoe heerlijk zou dat zijn!

CORRESPONDENTIE,

W. B. , , 't Is kwaad", in sommige gezegden, beduidt niet „'t is verkeerd", maar moeielijk. Denk b. v. aan , , effea, kwaad treffsn". Dit maakt het zeker duidelijk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 maart 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 maart 1909

De Heraut | 4 Pagina's