GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In De Tijd maakt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In De Tijd maakt

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In De Tijd maakt de heer Th. Bensdorp ptie op wat we schreven, dat „de Roomhe Kerk meer hecht aan het gezag der aditie dan aan dat der Schrift" en verlaart hij niet te begrijpen, zelfs in geval it waar v/as, hoe daaruit eenig gevaar zou unnen voortvloeien voor de Roomsche erk om toegeeflijk te zijn voor de afdwangen der modernisten. „Vasthouden aan e traditie en modernisme staan immers", chrijft hij, „zoo ongeveer asn elkander genover als ja en neen. Juist door haar asthouden aan de traditie is de Katholieke erk tegen alle valsch modernisme gewaaborgd”.

Wat het eerste betreft, heeft de heer ensdorp ^ volkomen gelijk, wanneer hij ~ • " 'j in haar pmerkt, dat de Roomsche Kerk lu boven de elijdenisschriften de traditie niet chrift stelt, maar se beiden naast elkaar p een lijn plaatst. Hij behoefde zich daaroor niet eens te beroepen op den Roomchen dubbeltjescatechismus vaa de diocese aarlem, want het Trentsche Concilie sprak it reeds uit in Sess. IV deer. de canon. Script, waar de Synode verklaarde, dat sij naast de Schrift de traditie pari pietatis affectu ac reverentia met gelijke aandoening van vroomheid en eerbiedigheid ontving. Hadden we dan ook geschreven, dat de Roomsche Kerk officieel de traditie boven de Schrift stelt, zoo zou de terechtwijzing volkomen verdiend wezen. Maar waar Protestant en Roomsche het wel nooit over eens zullen worden, is over de vraag of de Roomsche Kerk niet feitelijk meer beteekenis hecht aan de traditie, dan aan de Heilige Schrift. De heer Bensdorp toont dan ook volkomen goed te v/eten, waar de schoen wringt, als hij er aan toevoegt, dat de Roomsche Kerk, wat de verklaring van den juisten zin der Schrift betreft, haar leden aan de traditie bindt. Reeds daarin ligt feitelijk de erkenning, dat de traditie meer beteekenis heeft dan de Schrift zelf. Niet de Schrift keurt de traditie, maar de traditie, door de Kerk uitgesproken, beslist, ] wat v/e als Heilige Schrift hebben aan te nemen, welke de beteekenis is van de Schrift en hoever haar gezag zich uitstrekt. Bovendien voegt de traditie, wat de heer Bensdorp vergeet mee te deelen, aan de Schriftopenbaring nog tal van dingen toe, die zelfs volgens de Roomsche Kerk in de Schrift geen grond vinden en naar het oordeel van ons Protestanten lijnrecht met de Schrift in strijd zijn. In het twistgesprek tusschen Luther en den pauselq ken prelaat, antwoordde de laatste, toen Luther hem tegenwierp, dat van den aflaat in de Schrift geen sprake was: -de aflaat is ons niet beker d geworden door het gezag der Schrift, maar door het gezag van de Roomsche Kerk en de Roomsche pausen, welk gezag hooger staat (quae major est.)

En wat de tweede opmerking aangaat, oo is dit feitelïjk, de heer Bensdorp houde ns dit ten goede, een woordenspelerij. Er as hier geen sprake van het modernisme ls zoodanig, maar van de critische beschouvving van de Schrift, die door deze modernen gehuldigd werd. Deze critische beschouwing nu vindt haar vader in den Roomschen Richard Simon, die een bijzondere gunsteling der Jezuïeten was. Wel heeft de Kerk bij monde van Bossuet zijn werk ten slotte veroordeeld, maar er zqn in later tijd genoeg werken van Roomsche geleerden verschenen, die wel het kerkelijk inprimatur ontvingen en toch veel verder gingen dan Simoa deed. Werd niet enkele jaren geleden door den Duitschen hoogleeraar Cari Holzhey verklaard, dat het Scheppingsverhaal als een mythe beschouwd moest worden, terwijl dit werk geapprobeerd was door denGeneraal-vicarius van Passau.' De traditie der Kerk bood hiertegen al zeer weinig tegenweer, daar het bekend genoeg is, hoe de Kerkvaders door hun allegorische Schriftverklaring althans aanleiding gaven om het met den historischen zin der Schrift niet zoo ernstig op te nemen. Leerde Origines niet, dat God in de Schrift historische ongerijmdheden had laten opteekenen, opdat we leeren zouden niet aan de historische beteekenis te blijven hangen, maar de Schrift geestelijk te verstaan?

Natuurlijk zou er over deze zaak nog veel meer te schrijven zijn, maar we meenen met dit korte woord te kunnen volstaan. Het moge den heer Bensdorp duidelijk maken, waarom we dankbaar waren, dat de Roomsche Kerk thans zoo beslist tegen deze critiek partij kiest. Tot dusverre stond het niet vast, dat schrijvers, die het Scheppingsverhaal, het verhaal van het Paradijs en den zondevat mythologisch of allegorisch verklaarden daarmede in strijd waren met de leer der Roomsche Kerk, en werd daarom aan de werken dezer schrijvers het kerkelijk imprimatur verleend. Thans, na de ongst gevallen beslissing, zal daaraan wel een einde komen, En daarover hebben we ons verheugd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 oktober 1909

De Heraut | 4 Pagina's

In De Tijd maakt

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 oktober 1909

De Heraut | 4 Pagina's