GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

BERGOPWAARTS.

XI.

PLANNEN.

Hoe geruststellend Gronovius ook had gesproken, toch was het niet zonder schroom dat Linnaeus zich eenige dagen later bij professor Boerhaave liet aandienen.

Nu was er, als we zagen, eenige reden voordien schroom en het is niet goed als de jongere tegenover den oudere, de mindere tegenover den meerdere zoo iets heel niet gevoelt.

Boerhaave was wel een man om, wat zijn kennis en mser betrof, tegen op te zien. Reeds op zijn 22ste jaar was hij doctor in de wiskunde en de wijsbegeerte. Later ging hij in de godgeleerdheid en de geneeskunst studeeren. Ia de laatste was hij eveneens doctor. Hij werd hoogleeraar in de geneeskunst, in de scheikunde en nam er de kruidkunde ook nog maar bij.

Wel had Gronovius van Boerhaave niet te veel gezegd, 't Mooist was daarbij, gelijk we hoorden, zijn eenvoud. Bovendien was Boerhaave een leermeester als weinigen; voor de studenten zorgde hij als een vriend, ja een vader. Welwillend en innemend was hij jegens iedereen, 't Schoonste was, dat hij den Heere vreesde en Godede eer gaf ook van al zijn kennis en wetenschap.

Onze Linnaeus had reeds veel goeds over Boerhaave gehoord. Weinig kon hij echter ver-

moeden, dat eens zijn naam en faam die van Boerbaave evenaren zouden. Er was trouwens in belder levensloop veel overeenkomst. De Leidsche hoogleeraar was, evenals de Zweedsche doctor, een predikantszoon en op een dorp (Voorhout) geborcB. Ook Boerhaave had het in zijn jonge jaren niet weelderig en moest evenals Linnaeus door goede vrienden geholpen worden, wilde hij gaan studeeren. Evenzoo waren beide in meer dan een vak bekwaam, vormden vele leerlingen tot knappe menschen, waren vriendelijk in den omgang en daarbij oprecht godvreezende mannen. Beide werden van gering groot, gelijk 't vaak Gods weg is. Linnaeus werd later zelf ook leerling van Boerhaave, en is wel zijn meest beroemde geworden. Trouwens een lange lijst van bekende namen, zou die van Boerhaave's leerlingen vormden, die soms de „herrezen Hippokrates" genoemd werd.

Hippokrates, raoet ge weten was een beroemd Grieksch geneesheer uit de oudheid, en wordt wel eens de „Vader der geneeskunst" genoemd. Hij leefde 4 eeuwen vóór Christus, en verschei­den boeken be.'^it men nog van hem.

Met een aanbevelingsbrief van Gronovius voorzien trad Linnaeus bij Boerhaave binnen. Hij werd door den heer des huires vriendelijk ontvangen, en OQze jonge Zweed bemerkte tot zijn blijdschap al spoedig, dat Gronovius niet teveel gezegd b.id.

Al was Boerhaave reeds oud, en zou bij he niet lang meer maken, toch was hij opgewekt, helder van geest en toonde hij groote belang stelling in zijn bezoeker. Er volgde een lang gesprek waarin Bserhaave gelegenheid had zich te verbazen ovsr het groote verstand en he juiste inzicht v& n den jongen doctor en niet minder over diens groote kennis van al wat over plantkunde handelde. Toen die twee mannen, beide groot en godvreezend, eindelijk van elkaar scheidden moest de jongste beloven spoedig weer te komen, en — hij hield gaarne zijn woord.

Allengs zoch'f^n die twee eikaars gezelschap meer en meer. Linnaeus woonde de léssen bij van Boerhaave, en deze op zijn beurt sprak veel met den gelearden Zweed, zoodat er ten slotte tusschen denoudendoctor en den jongeren innige vriendschap ontstond. Dat deze vruchten droeg, ook cog geheel andere dan iemand koa voorzien, zal ors blijken. voorzien, zal ors blijken.

Eenigen lijd nadat zij elkaar voor het eerst hadden leeren kennen, bevond zich Linnaeus eens weder ten huize van zijn vriend, toen deze zeide:

„Ik heb meermalen nagedacht over hetgeen we samen hebben besproken. Zoudt ge geen lust hebben voor goed in de Nederlanden te blijven. Er is hier werk genoeg voor u, en vrienden hebt ge al gewonnen".

„Dat moet ik dankbaar erkennen", sprak Linnaeus, „maar toch — hier op den duur blijven zal niet gaan".

„Niet? Wasrom niet? " vroeg Boerhaave glimlachend.

„Wel, in Zweden wacht mij mijn beminde, die al lang gewüd had dat ik zou terugkeeren. Zij zou zeker hai.rvaderlandniet willen verlaten. Daarbij, ik heb mijn land Zweden lief; ik ben er groot geworden, heb er veel goede vrienden gevonden en bc.it er vele bloedverwanten. Mij dunkt, dat mijn vaderland het eerste en oudste recht op mij her ft".

Dit werd zoo beslist gezegd, dat Boerhaave begreep, dat hij niet verder op blijven moest aandringen, al 'peet het hem. Hij liet er dus op voigen:

„Ge gaat ODS dus eerstdaags verlaten ? "

„Ik denk van ja".

„Dan heb in heb is een ander voorstel", zei Boerhaave, „ge reis! toch over Amsterdam niet waar ? "

„Ja, daar vind ik het best een .^chip voor de reis".

„Nu" zei B-isrhaave, „dan moet ge te Am sterdam mijn vüend Eurman eens opzoeken; die is daar hoogleeraar in de kraidkunde aan de Doorluchtige School. Ik zal u een brief voor hem meegeven''.

Met veel datik aanvaardde Linnaeus dezen voorslag. Eenijjen tijd later nam hij een hartelijk afscheid van Gonovius en Boerhaave, welken laatste hij nooit zou weerzien, en ging met de treKschuit naar Amsterdam. Hij meende niet anders dan na een kort verblijf aldaar naar zijn vaderland te zullen terugkeeren. Doch alweer zou blijken hoo weinig de mensch zijn weg kan bepalen.

Weinig zal ook de Zweedsche doctor vermoed hebbes, toen hij voor de tweede maal de straten van de grootste stad der Nederlanden doorwandelde, dat iwee eeuwen later een kweekerij en een straat van diezelfde stad aijn naam zouden bewaren en in eere houden.

De hoogleer^at Johan Barman, voor wien Linnaeus een aanbevelingsbrief had, behoorde als Gronsvius e.a. ook tot een geslacht, dat vele mannen v.-n naam in de wetenschap heeft voortgebracht, twee eeuwen door. Johannes Barman was een eerste onder de plantkundigen van zijn tijd. Dat blijkt ook hieruit, dat zeker geslacht van planten, door Linnaeus naar dezen hoogleeraar Burmannia v/erd genoemd.

CORRESPONDENTIE.

Een paar vragen moeten nog eenigen tijd op antwoord wachven.

Tj. B. te W. Zoodra mogelijk volgt antwoord.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 december 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 december 1909

De Heraut | 4 Pagina's