GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INGEZONDEN STUKKEN.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

{Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie.)

Aan de Redactie van De Heraut.

Hooggeachte Redactie!

Wil mij veroorloven, met betrekking tot hetgeen door U en door Ds. Van Schelven is geschreven in zake het besluit van den Amsierdamschen kerkeraad over het voorstel lot splitsing der kerk, ook enkele opmerkingen in het midden te brengen.

En dan allereerst over twee der drie genoemde punten.

Wat het ledenaantal eener kerk betreft, staat het ongetwijfeld vast, dat zij een groot aantal leden kan hebben en toch geestelijk zeer laag kan staan. Het Ned. Herv. kerkgenootschap is er het bewijs van.

Toch mag de achteruitgang in ledental van de Geref. kerk te Amsterdam niet alleen worden toegeschreven aan het vertrek van leden naar elders. Wat de kerk aaa vertrek en door den dood verUest, wordt nog steeds overtroffen door het aantal kinderen, dat in haar midden wordt geboren en den leefiijd bereikt, waarop zij openbare belijdenis behoorden te doen.

Wat den finsincieelen toettand der kerk betreft, is er vrel reden tot klacht, al kannen wij steeds aan onze verplichtingen voldoen. De meergegoeden dragen over het algemeen te weinig bij, en er wordt voortdurend veel moeite vereischt om het bedrag der inschrijvingen op de hoogte der laatste jaren te houden. Dat de buitengewone inzameling van Zondag 1.1. de rekening weder sluitend maakte, is een zaak, die tot groote dankbaarheid stemt, doch het tekort aan geregelde bijdragen niet wegneemt. Bedenkelijk blijft de achteruitgang der gewone collecten. In de Amsterdamsche Kerkbode van 7 Nov. 1.1. deelde de Commissie van Beheer mede, dat het bedrag der collecten in de jaren 1900 tot 1908 achtereenvolgens bedroeg/38123, /36926, /3S453. /34423. /35S24. /349^h, /'3467S. ƒ32367. In 1908 dus bijna /6000 mmder dan in 1901, ett niet door bijzondere omstandigheden, doch als uitvloeisel van regelmaligen teruggang.

Dat dit verschijnsel ernstiger is dan dat het alleen zou moeten gestempeld worden als een zeer begrijpelijk niet ten volle in zijn eerste kracht blijven van „het élan van 1887", behoeft, dunkt mij, geen betoog. £n over de oorzaken is heel wat te zeggen, doch, naar mij voorkomt, is een publiek orgaan daarvoor op het oogenblik nog niet de plaats. In den Amsterdamschen kerkeraad maakten zij meermalen een onderwetp van ernstige beraadslaging uit.

Dat er verschil van gevoelen^in dezen bestaat, schijnt niet zoo vreemd, wanneer men bedenkt, dat sommige predikers nog steeds volle kerkgebouwen voor zich zien en bij het huisbezoek zelden de mansleden te huis vinden. De catechisaties, weekbeurten en vergaderingen beletten den Dienaren des Woords, in den avond huisbezoek ta doen, wanneer de ouderlingen meest alle ledtn van het gezin kannen ont moeten.

Een splitsing der kerk in een negental kerk jes, waarin elk der tegenwoordige Dienaren altijd in hetzelfde kerkgebouw zijn dienstwerk verrichtte, zou zeker niet veel baten.

Er is dan ook een ander voorstel gedaan, n.m. „een commissie te benoemen, om rapport uit te brengen omtrent het aantal en de grenzen der kerken, die zij te Amsterdam noo dig oordeelt, met advies en zoo mogelijk voor stellen om tot zelfstandige, institueering van één of meerdere dier kerken te komen".

Dit voorstel stond in verband met de bestaande vacature, en als de aanneming er vau bad kun nen leiden tot zelfstandige institueering van één wijkkerk met een door deze te beroepen predi kant, dan zou men zeker zeer spoedig tot bet beroep van Log een Dienaar des Woords zijn gekomen, en reeds dadelijk had het aantal ouderlingen in deze wijkkerk kunnen verdubbeld worden.

Was eenmaal een begin gemaakt, dan ware bij iedere Lieuwe vacature weder een stap verder mogelijk, en in afzienbaren tijd konden de Gereformeerde kerken van Amsterdam tweemaal zooveel predikanten en ouderlingen hebben, als op het oogenblik de ééue ongedeelde kerk.-

De financicele draagkracht is te Amsterdam groot genoeg. Als de band aan de kerk maar beter gevoeld wordt door meer voldoende wei king der ambten, kan de hoofdstad ook nu nog wel voor baar kerkedienst zooveel bijeenbrengen, dat een grooter aantal predikanten behoorlijk kan worden verzorgd. £a de personen, die van God gaven ontvingen voor het ouderlingschap, zijn ook nog wel in grootereu getale aanwezig; maar de stad is te groot en de leden zijn te weinig met elk'snder bekend, om de verkiezingen meer vruchtbaar te doen zijn

voor de kerk, £en dubbel aantal predikanten en ouderlingen, gesplitst in kerkeraden van ongeveer vijf en twintig personen, zou daarmede voor Amsterdam niet meer kunnen bereikt, beter tucht geoefend, en wezenlijk toezicht op het Avondmaal gehouden worden?

Zouden wij, om dat te bereiken, ons niet gaarne moeita en arbeid getroosten? Door een kerkeraad, waarin, om van anderen niet te spreken, mannen als Ds. Van Schelven en Prof. Rutgers zitting hebben, is zeker voor alle bezwaren een oplossing te vinden, die ook de leden der kerk zoodanig zou bevredigen, dat zij spoediger voor de zaak zouden gewonnen zijn dan men denkt.

Wij kunnen nog best de vergelijking met andere kerkelijke gemeenschappen doorstaan; maar wij gebruiken toch een anderen toetssteen om te beooideelen of onze kerk voor God kan bestaan? Wij betreuren met elkander, dat zij niet meer nog is een stad op een berg; maar kan die gemeenschappelijke overtuiging dan niet leiden tot actie, die een nieuw „élan" doet ont vonken, waardoor het geestelijk leven in de kerk op hooger peil komt, en zij metterdaad in de hoofdstad des lands als een licht op den kandelaar de stralen wijd en zijd uitschiet tot roem en prijs van haar Koning?

Wij erkennen te zamen, hoeveel gebrek de Kerk des Heeren aankleeft, en toch zeker ook, dat wij in de laatste kwart eeuw, op zijn zachtst gesproken, E iet zijn vooruitgegaan? Moeten wij daarin berusten? Neen, maar, erkennende dat de macht en de trouw des Heeren nog met 'ons zijn, laat ons dan, daarop steunende, een weg ter ontkoming zoeken, opdat Amsterdam's kerk weer groeie en bloeie.

Is er een betere weg dan de voorgestelde? Ieder zal dien zeker gaarne zien aangewezen, hij zal zeker met belangstelling overwogen worden, en als hij tot ket doel mag leiden, zullen wij er ons zeker te zamen over verheugen.

Met vriendelijken dank voor de plaatsing dezer regelen en met de meeste hoogachting,

Uw dn. en br. in Chr.;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 januari 1910

De Heraut | 4 Pagina's

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 januari 1910

De Heraut | 4 Pagina's