GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INGEZONDEN STUKKEN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie.

ZONDE VAN NALATIGHEID.

Mijnheer de Redacteur l

Vergun ons om het goede, dat we er mee beoogen, een plaatsje voor het onderstaande in Uw veelgelezen blad.

Zondagavond j.l. trad Prof. Geesink in de Funenkerk op met als tekst 2 Kon. 7:9: Toen zeiden zij de een tot den ander: ij doen niet recht; deze dag is een dag van goede boodschap en wij zwijgen stil." Hoe goed de opkomst ook was, we zouden wel gewenscht hebben, dat heel de Geref. Kerk van Amsterdam er aanwezig ware geweest.

Velen zullen met ons genoten hebben van de zeldzaam schoone prediking, en toch — ook bedroefd zijn heengegaan. Bedroefd gingen we huiswaarts, want Spr. had gesproken over de zonde der nalatigheid. Ook over die in het kerkelijk leven.

„We hadden in de dagen van Doleantie en Separatie een ideaal. Vereeniging van alle Gereformeerden onder één kerkverband en bevrijding voor allen van het Synodale juk. Dat ideaal — we hebben het niet meer, we hebben het VERGETEN. We zijn een gewone afgescheiden kerk . geworden! Dat is de zonde van nalatigheid." Zao ongeveer merkte Spr. zeer terecht op. Maar helaas! nog scherper verwijt moest de geheel in staat van verwording verkeerende kerk van Amsterdam in 't gelaat geslingerd worden! „Deze dag is een dag van goede boodschap en wij zwijgen stil." Prof. Geesink sprak over een zondig zwijgen. „We hebben 't Woord Gods, een heldere lamp, maar daar zijn ook nog heidenen. Daarom moeten we Zending hebben en niet zwijgen tegenover de heidenen. Maar daar zijn ook nog andere heidenen, in de achterbuurten van Amsterdam, Wij hebben 't Woord Gods, voor ons is 'teen dag van goede boodschapen wij zwijgen stil. Aan Evangelisatie doen we niets. Dat is zonde, zonde van nalatigheid, " Zoo ongeveer wees Spr. zeer terecht op een gruwel in ons kerkelijk leven. Wij, die de achterbuurten in hun schrilste jammer hebben leeren kennen en althans iets (want wie zal de donkerheid van zwart-Amsterdam kunnen peilen? ) hebben gezien van dien stikdonkeren nacht, die over die riolen van zonde en geestelijke ellende is uitgespreid — we hebben steeds gemeend, dat de Kerk van Christus een enghartig standpunt innam tegenover ... ja, noem het uitvaagsel, gepeupel, grauw . . . toch onze medemenschen, creaturen Gods, geschapen naar Zijn beeld. Steeds hebben we gemeend, dat ware liefde van Christus ons dringen moest Evangelisatie ia die achterbuur­ t ten te drijven. Maar vóór Zondagavond j.l. hadden we nog nooit zóó goed gevoeld, dat het nalaten in dezen zonde yia.s.-Zonde! Broeders en Zusters in Amsterdam, wijl 't zonde is in't kerkelijk leven komt ook oordeel in 't kerkelijk leven. De tegenwoordige aftakelicg van Amsterdam's kerk, kan ze ook niet voor een deel hieruit voortkomen, dat we Gods geboden niet hooren, houden en doen?

Gereformeerden! Wordt toch wakker! „Het Leger des Heils beschaamt ons in zijn bekeeringsijver" en „de vier melaatschen van Samaria zullen in den dag des oordeels tegen ons getuigen". Aldus Prof. Geesink. Gereformeerden! Waakt toch op! Wat hebt ge nog van Christus beeld weg? Onlangs teekende ons Prof. H. H. Kuyper in een van zijn preeken een schilderij van Rembrandt: „Christus, in 't midden, keerde den maaltijd der rijken, aan de eene zijde afgebeeld, den rug toe, — den eigengerechtigen, met vrijpostigen blik Hem aanzienden Farizeeër weert Hij met "breed gebaar af, en vol mededoogen en erbarming buigt Hij zich neer tot armen en ellendigen, op donkren achtergrond naar Hem toekomend. Zoo is Christus." Hoe is Zijn gemeente te Amsterdam? Zijn we nog wel Christenen, die geen profeten meer zijn omdat we niet meer voldoen aan het „opdat ik Zijnen naam belijde" van den Catechismus? Wij, die Zijn geboden, die van liefde en van het prediken des Evangelies aan alle creaturen, kortweg verwaarloozen?

Mijnheer de Redacteur! Deze gedachte wilden we nog eens met nadruk op 't hart van de broeders en zusters leggen. Mochten we deze zonde van nalatigheid eens overdenken. Niet een zich er van af maken met een: „De Kerk kan niet meer doen". De Kerk moet 't doen en ia Rotterdam kan 't wel. Maar laat ons over deze j zonde denken, want - dat moet aan 't belijden voorafgaan. Maar laat dan ook 't belijden komen: „ Wij doen niet recht; Deze dag is een dag van

goede boodschap en wij zwijgen stil." Opdat dan ook een aflaten van de zonde volgen moge en ook in de zwarte deelen van Amsterdam moge schijnen de heldere lamp der Geref. ba lijdenis I

U mijnheer de Redacteur dankend voor de verleende plaatsruimte verblijven wij,

Hoogachtend,

G. GROENSTRA.

A. V. D. DüIJNEN.

Amsterdam, 20 April.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1910

De Heraut | 4 Pagina's

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1910

De Heraut | 4 Pagina's