GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vereenigingsleven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vereenigingsleven.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZENDINGSHOSPITAAL TE MODJOWARNO.

Het is een ietwat wonderlijk boekje, dat ons aanleiding geeft, hier het een en ander te vermelden omtrent de inrichting, wier naam boven dit artikeltje staat.

De wonderlijkheid zit niet in de typographische uitvoering, want het boekje komt van de drukkerij van den heer J. Bootsma te 's-Gravenhage, en dus is er typographisch niets op aan te merken. Maar niettemin begint het vreemde reeds aan den buitenkant. Immers, op den omslag staat, behalve de woorden: , , Zendingshospitaal te Modjowarno", ook neg dit te lezen: „Jaarboekje voor 1909”.

„Jaarboekje voor 1909" is een uitdrukking, een aanduiding, die taaikundig volkomen juist is; maar men vraagt zich natuurlijk, bij de lezing ervan op den omslag, onmiddellijk af, hoe iemand er toe komt, in de t*eede helft van 1910 een jaarboekje uit te geven voor het reeds afgeloopen jaar 1909?

De titel binnen in geeft echter eenige opheldering. Daar luidt het namelijk „Jaarboekje over 1909". Dat doet vermoeden wat de strekking van bet boekje is, het zal een verslag zijn over 1909. Juist zoo. Maar een verslag is heel iets anders dan een jaarboekje, onder welke benaming men gemeenlijk verstaat een boekje, dat men gedurende een geheel jaar ter hand nemen kan om het te raadplegen ter zake van aangelegenheden over dat jaar, waarvoor het bestenid is.

Intusschen geeft de samensteller van het verslag er eenige opheldering van, hoe hij tot zijn verkeerden titel gekomen is: „Evenals het vorige jaar, willen wij ook thans weer onzen arbeid ia zijn verschillende onderdeelen splitsen, en ieder onderdeel afzonderlijk bespreken. Aangezien het kleed, waarin wij dit geven, niet zoozeer is dat van een „jaarverslag" als wel van een , , jaarboekje", zullen wij in sommige opzichten in herhalingen moeten vervallen; bet voordeel hiervan is, dat men ieder jaar ééa gebeel ontvangt, en dus voor de beantwoording van verschillende vragen niet tot vorige jiargangen zijn toevlucht behoeft te nemen. Bij de behandeling van ons werk, zullen wij ons niet alleen bepalen bij wat is, maar ook bij wat er komen moet. Wil ons leven werkelijk leven zijn, dan moet er wezen voortgang”.

Het komt ons voor, dat de gedachtengang in deze uiteenzettiog niet volkomen logisch is, en dat het verkeerde gebruik van het woord „jaarboekje" er niet door wordt gerechtvaardigd. We zouden echter op deze zeer ondergeschikte quaestie zelfs de aandacht niet gevestigd hebben, indien de wonderlijkheden ermede ten einde waren geweest. Maar dit is niet het geval; dezdfde onduidelijkheid en onjuistheid van gedachtengang, die in het hierboven gewraakte euvel uitkomt, spreekt even sterk in degeheele samenstelling van het boekje!

Een verslag over de werkzaamheid eener zendingsinrichting is uit den aard der zaak bestemd voor een publiek, dat bijna geheel uit niet-medici bestaat. Vandaar, dat er geen reden kan zijn, in zoo'n verslag als het een medische zendingsinrichting betreft, allerlei medische bijzonderheden op te nemen. Die behooren tehuis in een weteaschappelijk werk, indien ze tenminste zóó belangrijk zijn, dat de wetenschap er haar nut mee kan doen.

De samensteller van dit verslag heeft gemeend, alles in één verslag te moeien samenbrengen. Zoo hebben we gekregen een boekje met den volgenden zonderlingen inhoud: een gewoon verslag, 19 pag. omvattend; een indeeling der ziektegevallen, 18 pag. (MUvattend, ; vol voor leeken volkomen onverstaanbare en waardelooze mededeelingen; een photo van een door zekere ziekte vreeselijk geschonden mensch; eenige afzonderlijke mededeelingen betreffende chirurgische ziekten; een statistiek der blaassteenoperaties, 16 pag. omvattend; een statistiek der verlossingen, 18 pag. omvattend; een staat der geboorten; eenige mededeelingen omtrent oogziekten en interne ziekten; een finantieele verantwoording en een samenvatting, 6 pag. omvattend; een staat van het personeel; een contiibuanten lijst; vijf graphische overzichten, alleen voor medici; eenige plaatjes vóór-en achterin.

Een boekje met zoodanigen inhoud is voor het gewone publiek totaal ongeschikt, en geen medicus zal er ook gebruik van maken, omdat bij niet ten onrechte zal oordeelen, dat wetenschappelijke bijzonderheden hem op andere wijze moeten worden aangeboden en niet in een voor bet groote publiek bestemd, zij het ook voor hetzelve onbruikbaar, boekje.

Er valt van het bewuste jaarboekje dan ook niet veel anders te zeggen, dan dat het een uitstekend voorbeeld geeft, hoe een verslag van een zendingshospitaal — een verslag, dat voor het gewone publiek bestemd is — zeker niet moet worden ingericht. Het is dan ook te hopen, dat de verslaggever het volgend jaar niet weer zal pogen iets buitengewoons te geven, maar tot de gewone verslagmethode zal terugkeeren.

Inmiddels willen we het bij deze critiek niet laten, maar liever uit het boekje althans iets meêdeelen en wel wat gevonden wordt in bet eigenlijke verslag, waarin o.a. de volgende cijfers voorkomen, die van de omvangrijkheid van den arbeid van het hospitaal een beeld geven: Opgenomen werden 1406 patiënten, waaronder 124 christenen; het aantal verpleegdagen hiervan bedroeg 58432, en het gemiddeld aantal pat, , dat dagelijks door ons werd verpleegd, 189. Poliklinisch riepen 5919 personen onze hulp in (2434 Christenen en 3485 Isla mieten); dagelijks behandelden wij er gemiddeld I30. In het geheel bedroeg dus het aantal patienten 7325 (2558 Chiistecen en 4767 Islamieten), dat der verpleegdagen 58432 en dat der consultaties 36967.

De resultaten van de behandeling der patiënten worden in het verslag zoó. gunstig genoemd, dat de verslaggever, zich plaatsende op het standpunt van den medicuü, „een gevoel van zelfvoldaanheid niet onderdrukken" kan. Geve de Heere, dat het resultaat van den geestelijken arbeid, die in dit hospitaal in Zijn dienst verricht wordt, even gunstig zij, al valt het ook niet binnen de waarneming van den mensch, ook niet van den zendeling-arts.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 december 1910

De Heraut | 4 Pagina's

Vereenigingsleven.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 december 1910

De Heraut | 4 Pagina's