Gereformeerde gezindheid.

Gereformeerde Kerken.

BEROEPEN:2e Exloërmond, W. van 't Sant, cand. te Sleeuwijk. — Zuid-Beijerland, Dr. S, Greijdanus, te Rozenburg. — Idskenhuizen, J. Meijer, te Bierum. — Nieuw-Amsterdam, J. D. Heersink, te Emlichheim. — Giessen-Oudekerk, Dr. F. W. Grosheide, te Schipluiden. — Ridderkerk, H. A. Munnik Jr., te Fijnaart.

AANGENOMEN: Oostburg, W. van 't Sant, cand. te Sleeuwijk. — Charlois, D. Hogenbirk Jzn, , te Nederhorst-den-Berg.

BEDANKT : Blokzijl, Gramsbergen en 2e Exloërmond, W. van 't Sant, cand. te Sleeuwijk. — Alphen a/d Rijn, D. Ho^nbirk Jzn., te Nederhorstden-Berg. — Bozum, M. M. Horjus, te Soest.

Eenheid in opleiding, Aan de Kerkeraden der Gereformeerde Kerken in Nederland, is het volgende schrijven gericht:

Het zij ons vergund een kort woord tot u te richten, inzonderheid tot wegneming en voorkoming van misverstand.

Het voorstel in zake eenheid van opleiding, dat onlangs u toegezonden werd, is van zuiver kerkelijken oorsprong.

Het kwam bij één der predikanten op, werd door hem met een paar collega's in zijn nabijheid besproken en is daarna voorgelegd aan een aantal predikanten, die daartoe uit alle provinciën den 9den Febr. j.l. te Utrecht waren samengekomen. Al deze predikanten voelden sympathie voor het voorstel en waren van oordeel dat in dezen weg eenheid van opleiding kan verkregen worden.

Men achtte het echter gewenscht, dat over het voorstel met de Professoren te Kampen en te Amsterdam gesproken werd, voor het werd gepubliceerd.

Reeds dienzelfden dag werd het voorstel, eenigszins gewijzigd, aangenomen door den Kerkeraad te Watergraafsmeer, terwijl dit den isden Februari eveneens geschiedde door den Kerkeraad te Zaandam, die daarbij aan het Moderamen opdroeg het voorstel in te dienen en aan alle Kerken mee te deelen, tenzij bij het voorgenomen bezoek te Kampen en Amsterdam mocht blijken, dat daartegen overwegende bezwaren bestonden. Ook de Kerkeraad te Watergraafsmeer had de indiening van het voorstel daarvan afhankelijk gesteld.

Den i7den Febr. werd door de Predikanten L. Bouma, W. Breukelaar en J. L. Schouten — ëe laatste in plaats van Ds. J. v. d. Linden, die verhinderd was, — . met elk der Hoogleeraren te Kampen ten hunnen huize gesproken en evenzoo den 2osten Febr. met de Hoogleeraren te Amsterdam, waarbij echter Ds. Bouma niet tegenwoordig kon zijn.

Van dit bezoek werd ons meegedeeld:

dat, hoewel van beide zijden minder of meer ernstige bezwaren tegen de verschillende deelen van het voorstel werden ingebracht en elk der Hoogleeraren zich zijn oordeel voorbehield, toch geen hunner van gedachte bleek te zijn, dat een poging tot eenheid in deze richting niet kon of mocht in 't werk gesteld;

dat door niemand de indiening van het voorstel was ontraden;

en dat nader advies door deze commissie niet was gevraagd en haar ook niet was toegezegd, zoodat dit ook niet werd Ingewacht.

Omdat nu van onderscheidene zijden op spoedige publicatie was aangedrongen, werd reeds den sisten Febr. besloten tot indiening en bekendmaking, terwijl daarmede dienzelfden dag een aanvang werd gemaakt.

Den 22sten Febr. werd het volgende schrijven ontvangen:

Kampen, 21 Febr. 1911.

Geachte Ds. Breukelaar,

De hoogleeraren der Theol. School, als broeders saamgesproken hebbend over het voorstel van Ds. Breukelaar c.s. besloten u het volgende te melden:

Dat zij de eenheid van opleiding een zeer gewenschte zaak achtende, ernstig hebben besproken en overwogen het voorstel Ds. Breukelaar c.s.,

dat zij zich echter verplicht zien de indiening er van op Kerkelijke vergaderingen en de publi­ceering er van in de pers ernstig te ontraden.

Wanneer echter door de Br. Ds. Breukelaar, Ds. Bouma en Ds. v. d. Linden (Ds. Schouten) eene nadere samenspreking — waarbij art. i uitgangspunt is — wordt begeerd, dan verklaren zij zich hiertoe bereid b.v. op Donderdag 2 Maart e.k.

Met hoogachting en hartelijke groeten,

t.t,

{w.g) A. G. Honig.

Bij ontvangst van dit schrijven was de indiening en bekendmaking reeds een feit geworden, zoodat uitstel niet meer mogelijk was.

Eerst werd onzerzijds een nadere conferentie weinig doeltreffend geacht. Toen echter uit de meedeeling der Professoren in de Standaard van 25 Febr. bleek, dat er een ernstig misverstand bestond, is dringend verzocht den 2den Maart eene nadere samenspreking met de Hoogleeraren te mogen houden. Per telegram werd echter bericht, dat de Commissie niet kon worden ontvangen, terwijl Vrijdag j.l. het volgende schrijven inkwam.

Kampen, 2 Maart 1911.

Aan de WelEerw. Zeer Gel. Heeren

Ds. Breukelaar, Ds. Bouma en Ds. Schouten.

WelEervw, Zeer Gel, Heeren.

Hooggeachte Broeders.!

(In aansluiting aan hun telegram van 28 Febr. j.l, deelen de hoogleeraren aan de Theol, Schoot U mede: )

dat zij in de overtuiging stonden, dat gij een l advies van hen verwachttet;

dat zij na het verzenden door U van het voor-< • stel aan de Kerkeraden reeds daarom eene gsamenspreking met U onvruchtbaar achten;

dat bovendien Uwe uitwerking van het voorstel niet beantwoordt aan het uitgangspunt door U in punt i vastgesteld.

Met hoogachting en broedergroeten verblijt ik,

Namens de Hoogleeraren,

Uw diensiw. Br.,

(wg) A. G. HONIG.

Wij deelen dit mede, opdat duidelijk blijke, dat er van onwelwillende houding onzerzijds tegenover de Professoren te K. of te A. geen sprake kan zijn.

Na rijpe overweging zijn we voorts tot de overtuiging gekomen, dat wij niet van den ingeslagen weg mogen terugkeeren.

Immers, ook de Hoogleeraren te Kampen verklaren, dat zij eenheid van opleiding wenschen, en met het uitgangspunt, in punt i van ons voorstel vervat, wel accoord kunnen gaan.

Dit geeft ons hope. Over de nadere uitwerking van de gedachte in punt i genoemd, kan gesproken worden, want ons voorstel laat in de verschillende punten zeer wel wijziging toe. Laat men dan des noodig dit voorstel amendeeren of een nevenvoorstel indienen.

Wijl echter wel gezegd wordt, dat de uitwerking niet beantwoordt aan het uitgangspunt, maar dit nog niet is aangetoond en wij dit nog niet inzien, meenen wij vooralsnog ons voorstel te moeten handhaven. Nog steeds zijn wij overtuigd, dat in de richting van ons voorstel een geschikte oplossing kan worden gevonden.

Daarbij komt nog iets:

Van de zijde der voorstanders van de «Eigen Inricbtingv is steeds de gedachte uitgesproken; ])de kerken moeten vrg zijn; zij mogen zich in zake de opleiding niet de wet laten stellen door eene particuliere vereeniginge: . En dit volkomen te recht. Door het contract met de Vrije Universiteit, zooals dit door de l.g. Synode is vastgesteld, is dit gevaar dan ook afgewend.

Maar de Kefken hebben ook hare vrijheid te handhaven in zake de Theol. School. Zij hebben deze gesticht en kunnen ze verplaatsen en veranderen zooals zij zelven noodig oordeelen.

Vrij en zelfstandig moeten de Kerken beslissen over de opleiding harer aanstaande dienaren.

Wel stellen wij daarbij het advies der Hoogleeraren te K. en te A. op zeer hoogen prijs, maar wij meenen toch, dat de Kerken zelf hebben te oordeelen en te beslissen.

Wijl EU ons voorstel van zuiver Kerkelijken oorsprong is, dringen wij er bij alle Kerken ten zeerste op aan, dat zij in het volle bewustzijn van haar eigen recht en vrijheid het ingediende voorstel zelfstandig bespreken en beoordeelen.

Het is tijd, dat de Kerken thans zelf het initiatief nemen en zeggen: zoo willen wij dat in het vervolg de opleiding onzer dienaren zijn zal. Als de scholen oi^derlicg het niet met elkander eens kunnen worden, laten dan, de Kerken den weg aanwijzen, waarin eenheid van opleiding verkregen kan worden, opdat het droeVe struikelblok der opleidingskwestie eindelijk toch eens opgeruimd worde.

Wij dofn derhalve een beroep op het recht en de vrijheid der Kerken om zelf te oordeelen.

Laat msa toch ons voorstel niet zoo maar ter zijde leggf-n om reden buiten het voorstel gelegen. Bij vernieuwing en met vriendelijken aandrang bevelen wij U derhalve een broederlijke bespreking en welwillende beoordeeling van dit voorstel aan.

U toebiddende de leiding des Heiligen Geestes.

De Raad der Geref. Kerk te Zaandam.

Namens hem,

W. BREUKELAAR, Praeses.

J. A. DE VRIES, Scrièa.

De Raad der Geref. Kerk te Watergraafsmeer.

Namens hem,

J. L. SCHOUTEN, Praeses.

ƒ. ƒ. WEIJLAND, Scrièa.

Watergraafsmeer, ^ 7 Maart xgn.

Vlissingen. Was 11 Sept. 1910 voor de Kerk een dag van weemoed door bet afscheid van den beminden leeraar Dr. A. Kuyper Jr., 5 Maart 1911 was een blijde dag door de intrede van den nieuwen lesraar Ds. T. Ferwerda, tot ons gekomen van Monnikendam. Na des morgens in zijn dienstwerk bevestigd te zijn door zijn ambtgenoot Ds. D. Pol, naar aanleiding van jes. 52 : 7, verbond zich des avonds Ds. Ferwerda aan zijn nieuwe gemeente naar aanleiding van Ps. 122 : 9. In beide samenkomsten vulde een groote schare het kerkgebouw.

Belangrijk was deze bevestiging mede daarom, daar deze plechtigheid voor 't eerst in de vereenigde Kerk van Vlissingen geschiedde.

Stelle de Heere dezen Zijnen dienstknecht met zijnen geachten ambtgenoot tot een rijken zegen voor deze Kerk en geve Hij, mocht het zijn spoedig, aan de Kerk van Monnikendam den man Zijns raads.

Erkentelijk is de kerkeraad voor verleende hulp in den Dienst des Woords, en zegt bij dezen aan H. H. Professoren en Predikanten, die tijdens de vacature in deze Kerk mochten optreden, vriendelijk dank.

Beilen. Onze gemeente doorleefde Zondag 1.1. een gewichtige ure. Haar beminde leeraar Ds. J. Brinkman, die de gemeente sedert 12 Augustus 1906 mocht dienen, nam wegens vertrek naar Velp A afscheid van de gemeente met een predicatie over Handelingen 20:32,

Aan bet einde werd Z.Eerw. op zeer waardeerende wijze toegesproken door ouderling H. Brink, namens de gemeente en door Ds. J. van Mantgem, namens de classis.

De gemeente zong den scheidenden leeraar toe Ps. 134:3.

Het adres van den kerkeraad is voortaan C. Moolhuizen, scriba.

Assen. Zondagmorgen j.l. maakte onze geachte en beminde leeraar Ds. W. W. Smitt der gemeente bekend, dat zijn Eerw. een benoeming als geestelijk verzorger van de stichting »Dennenoord« te Zuidlaren had ontvangen. Is het bijna 4 jaar geleden dat zijn Eerw een zelfde benoeming ontving, waarvoor hij meende te moeten bedanken, thans zijn wij teleurgesteld, daar onze leeraar deze benoeming hoopt op te volgen. God de Heere stelle hem ook daar ten zegen, zooals hij de gemeente van Assen ten zegen is geweest,

Nederlandsch Hervormde Kerk.

BEROEPEN: Wedde (Gr), A. Tiessen, te Oudendijk (JST.-H.) — Wijngaarden ca., N. C. Bakker, te Kesteren (Geld.). — Loonschendijk, C. B. Holland, te Den Ham. — Dieren (loez, ), J. M. Muller, te Est. — Oude-Tonge, A. v. d. Eist, te Genemuiden. - ~ Tholen (2e predikantspi.), D. v. Lutterveld, te Bergschenhoek. — Leerbroek ca., N. V. d. Snoek, te Goster-Nijkerk (Fr, ). — Schocnrewoerd, D. Th. Keek, te Zuilichem (Geld). — Zuid-Zijpe, 7, P. d2 Graaff, te Jisp, — Oudemirdum ca., N, G, Veldhoen, te Wapenvelde. — Noordwolde (Fr, ), Dr. W. Swart, te Huins.

AANGENOMEN: Oosterwierum (toez), A. G. Klooi», cand. te Leiden. — Neerlangbroek, N. Warmolts Jr., té Hazerswaude. — Langerak bez. de Lek, J. J. Kloots, cand te Leiden.

BEDANKT: Sprang, P. de Looze, te Waarder. — Urtnond, C. C. J. W. Wierts van Coehoorn, te Bladel. — Terheyden, J. J. Kloots, cand. te Leiden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen