GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dereenigingsleven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dereenigingsleven.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

DJOGJAKARTA.

Zal het j MI verslag eener vereeniging bij het publiek, tot hetwelk het zich richt, belang stelling voor den arbeid der betrokken vereeniging wekken, dan moet alles in het werk gesteld worden om de menschen er toe te brengen, het verslag te lezen.

Dit kan men niet voornamelijk daardoor be reiken, dat het verslag belangwekkend gesteld is, want daarmee alléén brengt men niet veel menschen er toe, een jaarverslag in te kijken. Vooral hen, die gewonnen moeten worden voor een zaak, moet men tot lezen trachten te bewegen door hun een stuk in handen te geven, dat in een aantrekkelijk kleed gestoken is, dat er van binnen en van bniten frisch en prettig uitziet.

Verstaan wordt dit klaarblijkelijk door degenen, die te zorgen hebben voor de verslagen van den C'aristelijken arbeid te Dj^gjakarta, over welken wij hier iets wenschen te zeggen, Zoowel het verslag van het comité van bijstand voor de „Koningin Wilhelminaschool" te|Djog j ikarta als dat van ds vereeniging „Dr. Scheurer's hospitaal" ziet er uiterst smaakvol uit, zonder dat men zeggen kan, dat ook maar in de minste of geringste mate overdaad in het spel is; slechts één plaat siert elk dier verslagen.

We zouden trouwens ook uit anderen hoofde deze beide verslagen velen vereenigingen ten voorbeeld willen stellen, en wel hierom, dat bij deze verslagen steeds zoo groote spoed betracht wordt; wat zeer aan de belangstelling, welke ze te wekken bedoelen, ten goede moet komen, hetgeen echter door de meeste vereenigingen niet begrepen schijnt te worden.

Dit woord van hulde wegens betrachten spoed geldt met name hen, die zorg hadden te dragen voor het verslag van de vereeniging

DR. SCHEURER'S HOSPITAAL,

welk verslag loopt van 1 Sept. 1910 tot i Sept. 19II, en dus door zijn aciualiteit zeer bekoort, zoowel als door zijn prettig lezenden inhoud, gelijk ieder zal moeten erkennen, die het ter leiing opneemt.

Het is het vijftiende jiarverslag, dat ons hier geboden wordt. In dat feit vindt de verslaggever reden om eens een terugblik te geven. En dan ziet hij cijfers als van 2500 leden en / 1600 inkomen over het eerste boekjaar, welke cijfets niet dan met een groot gevoel van dankbaarheid gesteld kunnen tegenover die van de laatste juen, zijnde in ronde cijfers:230 af deelingen met 8000 leden en een jtarlijksch inkomen van 9 k 10, 000 gld.

Wat het laatste boekjaar betreft, dat leverde op een netto bedrag van / 9403 30, hetwelk aan den kerkeraad van Amsterdam kon worden afgedragen. Dit bedrag, hoe mooi ook op zich zelf en hoe kloek ook, als het vergeleken wordt met de aanvangscijfers van voor 14 j»ar, geeft echter toch een angstig gevoel van verslappende belangstelling en dalende activiteit bij de afdeelingen, zoo men in aanmerking neemt, dat deze netto opbrengst van den arbeid der vereeniging ƒ 1814, 15 blijft beneden de som, die over het vorig boekjaar vermeld kon worden.

In verband hiermede is het niet overbodig, tot meerderen ijver en meerdere offervaardigheid door het Petronella-hospitaal aan te sporen. In zoover achteruitgang is ingetreden omdat meer dan één afdeeling „voor eigen zending is gaan werken", gelijk het veislag vermeldt, is het inderdaad gewenscht, met het verslag op te merken, dat het weinig nut heeft, zijn gaven aan het zendingshospitaal te onttrekken om die aan eigen zending te geven, daar het juist dit hospitaal is, dat zóó groote beteekenis heett voor al de zendingsterreinen der Gereformeerde kerken, dat het opzeggen van steun aan Dr. Scheurer's inrichting, om beter voor eigen zendingspost te kunnen werken, zeker niet verstandig is.

„Waar" — zoo vraagt de verslaggever — „zouden de missionaire predikanten hun medische helpers vandaan krijgen, en hoe zou Dr. Van Stokkum zijn hospitaal te Poerbolinggo kunnen openen, indien Dr. Pruys niet bijzondere aandacht schonk, en groote moeite besteedde, aan de opleiding van inlandsche verpleegers, waarvoor Jogja de beste gelegenheid geeft, o.a. door de aanwezigheid van twee Europeesche geneesheeten en twee Europeesche hoofdverpleegsters ? Moet er dan nog op aangedrongen worden, dat ille kerken, óók die een eigen hospitaal hebben, of oprichten zullen, toch blijven steunen het ziekenhuis te Djokjakarta? "

Toch — behoeft het wel gezegd te worden ? — is het niet het klagen, dat in het verslag den boventoon heeft, maar gaat boven alles uit de toon van dank, die gehoord wordt. £n die danktoon geldt dan, onder meer, met name het heugelijke feit, dat Solo, hetwelk zoo'n veel vrucht belovend arbeidsveld oplevert, eindelijk voor de zending geopend is. In de kringen der zending is een kreet van vreugde over dat feit opgegaan, en de vrienden van de vereeniging „Dr. Scheurer's Hospitaal" stemmen met dien jubel in, al zal er, menschelijkerwijs gesproken, dan ook niet aan te ontkomen zijn, dat ook in Solo hooge eischeii zullen gesteld worden aan de medische zending, die ook daar den pioniersarbeid zal moeten doen, het vertrouwen voor de zending zal moeten winnen. Evenals het tot dusver besproken verslag, draagt het stempel der actualiteit het verslag van het comité van bijstand voor de

„KONINGIN WILHELMINA SCHOOL"

te Djogjakasta, welk verslag, loopende tot 30 Juni 19II, zoodat het ons vrijwel doet zien, hoe de stand van zaken op 't oogenblik is, reeds medio Sept. verscheen. Ook dit verslag ziet er uitnemend uit, bijzonder smaakvol; men kan zien, dat ook hierover een zorgzame en zorgvuldige hand gegaan is.

Maar als men eenmaal aan het lezen gaat, vergeet men spoedig het uiterlijk, daar men, of men wil of niet, bekoord wordt door den inhoud, met name wanneer het oog, bij het opslaan van het boekske, valt op de kleine stukjes proza van de hand van Mej. Banga, de onderwijzeres, die in 1910 het vaderland verliet om aan genoemde school geplaatst te worden.

Prachtig geschreven is wat we van deze dame opgenomen vinden in het verslag, en de verwachting van den verslaggever schijnt volkomen (gerechtvaardigd, dat Mj. Banga zou geworden zijn een Christelijke schrijfster over Indië, „een heerlijke arbeidskracht op een terrein, dat nog zoo goed als geheel braak ligt." Hoe gaarne zoudsn we het een en ander uit haar schetsjes overnemen, maar de plaatsruimte laat dat niet toe, en we moeten dus volstaan met er op te wijzen, van hoe groote beteekenis het is voor een „Christelijke school voor meisjes uit den Javaanschen adelstand", dat er onderwijzeressen van zoo hooge literaire bekwaamheid aan verbonden kunnen worden.

Zij, die zulk een keuze doen, geven blijk te verstaan wat Indie behoeft, en we kunnen het dan ook verstaan, hoe verpletterend het voor hen was, te moeten vernemen, dat mej. Banga 29 April 19II te Poerbolinggo aan de typhus overleed, en welk een tegenslag dit overlijden beteekende voor de zich gunstig ontwikkelende school. Gelukkig, dat mej. C. M, £. Kuyper, die in Indië vertoeft, zich opmaakte om mej. Wellensiek tijdelijk bij te staan, reeds voordat een telegraphisch verzoek uit Nederland om zulks te doen haar bereikte.

Thans is men er reeds in geslaagd, een tweede onderwijzeres te vinden, die bereid is, de plaats van mej. Banga in te nemen. Maar, uu daargelaten, dat een verlies, hetwelk men in het heengaan van een persoon lijden kan, vaak niet ten volle vergoed kan worden door een plaatsvervanger en opvolger, al vervult die 2ijn taak ook even voortrtffdijk, is met de benoeming van mej. P, A. M. Merwart deze aangelegenheid voor het comité niet afgedaan.

„Wij hebben u« — zoo toch lezen we in het verslag — „van den zegen onzer school verteld; wij hebben u ook haar nood op 't hart gebonden Wij staan opnieuw voor de noodzakelijkheid om / 1000 te moeten uitgeven voor de uitzending eener tweede onderwijzeres. En eveneens staan wij voor de noodzakelijkheid, een nieuwe school te gaan bouwen. Wij kunnen dit niet langer ongedaan laten. Al rijzen de bezwaren bergenhoog — er is ook een geloof, dat bergen verzet. Als God ons werk zoo zegent, dan mag onze traagheid geen enkele belemmering aan dien zegen in den wegleggen. Dan staan wij voor een heilig moeten. Dan vragen wij niet langer: laa het? — dan zeggen we: het moet, want God wil het".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 oktober 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Dereenigingsleven.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 oktober 1911

De Heraut | 4 Pagina's