GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk, Balans van winst en verlies voor de kerken, nade scheidingvanKerkenStaat.

Nu de scheiding van Kerk en Staat in Ftankrijk sedert een vijftal jaar een voldongen feit geweest is, heeft men het oorbaar geacht om de balans van winst en verlies voor de kerken op te maken. Men liet daarover voordrachten houden in de [school voor hooge sociale studiën en koos daarvoor mannen, die tot oordeelen bevoegd zijn en die onpartijdig konden geacht worden. Voor de Roomschen werd Jul. de Narson gekozen, voor de Protestanten professor Raoul Allier en voor de Joden Recé Dreyfus. Jules de Narson, de bekende redacteur van de Figaro, begon met het finantieele verlies der Roomsche kerk uit te rekenen, en dit is ontzaglijk groot. De staat betaalt elk jaar voor den Roomschen eeredienst eene som van 35 millioen francs, terwijl aan eigendommen van bisdommen, parochiën, hospitalen enz. in het geheel 351, 174200 verloren werd. De priesters hielden als inkomsten de gaven die zij bij het verrichten van kerkelijke plechtigheden ontvingen. De schuld van het groote kapitaalverlies wordt hoofdzakelijk den paus aangewreven, die niet gewild heeft dat er „associations cultuelles" opgericht werden, welke de eigendommen der Kerk uit vroegere tijden konden aanvaarden. In het voorbijgaan merken wij op, dat wij de houding van het hoofd der Roomsche kerk niet anders dan billijken konden. Die „associations cultuelles" zijn niet te verdedigen, wanneer men de kerk des Heeren beschouwt niet als op een lijn staande met eene gewone vereeniging, maar ais de openbaring van het lichaam van Christus.

Juridisch heefc de Roomsche kerk niet meer het recht stichtingen te aanvaarden. Niemand is verplicht de kerkelijke gebouwen te onderhouden, en daarom komen de meeste van lieverlede in verval.

Trots dit alles heeft de wet op scheiding van kerk en staat de zaak van de vrijheid gediend. Wel hebben de priesters hun vereenigingsrecht verloren, maar daar staat tegenover, dat de bisschoppen geheel vrij zijn geworden in de benoeming van de priesters.

De paus kan ook de grenzen der bisdommen regelen gelijk hem goeddunkt. Daarbij zijn de bisschoppen en priesters vrij in hun spreken, wat zij vroeger niet geweest zijn.

De schaduwzijde is, dat het aantal jongelieden, dat zich aan den dienst der Kerk wil wijden, met 50 pCt. vermmderde, Hoe minder priesters, des te meer apostelen, zegt de Narson. De Kerk is in een crisis gekomen, die haar tot heil geworden is; de inwendige toestand is verbeterd, verkeerdheden zijn weggenomen, en ook wat de uitwendige dingen aangaat, is er verbetering op te merken.

Zoo luidt het oordeel van de Narson, dat wij kunnen onderschrijven, behalve de bewering dat de Roomsche priesters vrij zijn in hun spreken. Er zijn toch voorbeelden geweest dat bisschoppen, omdat zij getuigden tegen de boeken die op de z.g. „leekenschool" gebruikt worden, voor de rechtbank tot verantwoording werden geroepen.

Raoul AUier was eerst met de wet op scheiding van kerk en staat ingenemen, die hij een „wet der vrijheid" noemde, door welke de vrijheid georganiseerd en verzekerd werd. Hij verwijt echter die wet, dat de Protestanten het daaraan hebben te danken dat zij geen schenkingen mogen aannemen. Hij had er aan kunnen toevoegen, dat den Protestanten, die er geen bezwaar tegen hadden „associations cultuelles te stichten, allerlei moeilijkheden in den weg gelegd worden, door haar huur voor zalen enz. af te nemen. Toch heeft dit alles niet uitgewerkt dat het Protestantisme ging versmelten, gelijk zijn tegenstanders gedacht hadden. Tegen alle gedachten in bleek het, dat de offervaardigheid in Protestantsche kringen groot was. In een vroeger jaar werd door de verschillende Protestantsche kerken eene som van 2.317, 634 francs bijeengebracht, vijf jaar later gaven dezelfde kerken 2, 979, 000 francs uit, zoodat de inkomsten met ruim 500.000 francs vermeerderden. Wel is he waar, dat sedert de scheiding van kerk en staat het aantal predikanten verminderd is, maar in den laatsten tijd is het aantal studenten in de Godgeleerdheid aan de Theologische faculteiten en de seminariën weder toegenomen, en de gemeenten verlangen een predikant te hebben. Minder belangrijk zijn de mededeelingeu die in de verhandeling van René Dreyfus omtrent de .Joden gedaan worden. Deze spreker kwam niet op het terrein van de inwendige aangelegenheden der Israëlitische synagogen, maar bepaalde zich tot het noemen van cijfers die ontleend waren aan den toestand, toen kerk en staat vereenigd waren èn nu zij van elkander gescheiden zijn. Vroeger waren er drie trappen in het kerkbestuur der Joden in Frankrijk: de Gemeenten, de departementale Cocsistoriën en het centrale Consistorie. Nu zijn er slechts twee trappen: de associations cultuelles en het opper consistorie. De Joden verloren evenals de Roomschen en Protestanten de tractementen hunner bedienaren van den Godsdienst, maar door vrijwillige bijdragen is daarin ruim voorzien. De werken van weldadigheid hebben daardoor evenwel niet geleden; ook is het aantal rabbijnen niet afgenomen, en over het algemeen kan men volgens René Dreyfus de wet eer een „restauratie" dan een „separatie" noemen.

De slotsom van het drietal referenten is dus: de kerken hebben door de wet op scheidicsg van kerk en staat geen groot finantieel nadeel gehad; inwendig zijn zij door die wet gesterkt, en daarom mag men zich er over verblijden dat zij tot stand kwam. Ook is het verlies van millioenen aan kerkgebouwen, pastorieën enz, voor de Roomsche kerk niet van zoo groot gewicht als bet zou kunnen schijnen. Immers de kerkgebouwen, al vervielen zij aan de burgerlijke gemeenten, worden door de Roomschgezinden gebruikt, en dat de burgerlijke gemeenten niet veel lust er in hebben, die gebouwen voor den Roomschen eeredienst te onderhouden, kan men begrijpen als men weet hoe over het algemeen de geest in Frankrijk is. Ten slotte zal er iets moeten gedaan worden om te verhoeden, dat Roomsche kerkgebouwen, waaronder onderscheidene historische monumenten, door verwaarloozing in verval zouden komen.

Oostenrijk. Naspel van de afzetting van Prof. Zovanyi.

Wij deelden in der tijd uitvoerig mede, dat de hoogleeraar Zovanyi van de Universiteit van Saraspatak atgezet werd. De hoogleeraar Ludwig Raez, die mede deel uitmaakt van deTheolo gische faculteit waartoe Zovanyi behoorde, schreef in de Reform. K. Ztg. dat Zovanyi het artikel over Calvijn, dat aanleiding gaf tot zijn afzetting, geschreven had om de Jezuïeten in het gevlij te komen. Daarover klaagde nu Zovanyi zijn gewezen ambtgenoot aan en Raez werd in twee instautiën tot een geldboete van tachtig kronen veroordeeld. Ter laatster instantie is Raez echter weer vrijgesproken, vrijl de rechters van oordeel waren, dat het geïacrimineerde artikel noch een beleediging, noch laster bevatte en de schrijver de grenzen eener geoorloofde critiek niet had overschreden.

N.-Amerika. Hoe president Ta ft over de religie oordeelt.

Onder de middelen die door de Men and Religion Forward Movement gebruikt worden, behoort ook het verspreiden van geschriften waarin de gedachten van voorname mannen in de Nieuwe Wereld over kerk en godsdienst worden medegedeeld. Zoo werd onlangs het gevoelen van den president der Vereenigde Staten over de religie gepubliceerd. DeheerTaft zegt dan, dat hij sympathie gevoelt voor de actie die van de kerken uitgaat, en achtte dat het kerkgaan allezins aan te bevelen was. Wat zijn persoonlijk geloof aangaat, zeide hij voorts: „Ik ben den tijd voorbij, waarin het noodig voor mij is godsdienstige bespiegelingen te maken. Ik ben verzekerd, dat er iets is, dat ik niet ken en niet kan omschrijven, maar waaraan ik getrouw kan zijn. Ieder mensch is hier voor een doel; allen werken in het belang voor anderen en onder een verplichting die uitdrukking vindt in verantwoordelijkheid aan een hoogere macht".

Of het nu waarlijk de menschen en de religie vooruit helpt wanneer men zulke betuigingen, die geheel buiten Gods Woord omgaan, publiek maakt, betwijfelen wij.

Hetgeen in Duitschland door velen geleerd wordt, dat namelijk het geloof in den histolischen Christus niet noodzakelijk is voor het Christelijk geloof, wordt ook in N.-Amerika door den hoogleeraar Macintosh van de Yale Divinity School beaamd. Hij voor zichzelf gelooft wel, dat de Christus werkelijk geleefd heeft, maar hij houdt het er voor dat zij, die dit ontkennen, toch nog wel Christenen kunnen zijn. Men ziet het, dat er ook in Amerika mannen gevonden worden die in de voetstappen van den Duitschen hoogleeraar Drews wandelen. Natuurlijk bestaat het Christendom van zulke geleerden in ideeën en idealen, en die kan men natuurlijk koesteren zonder aan eenig historisch feit in den Bijbel vetmeld, te gelooven. Het spreekt van zelf dat een hoogleerar als Macintosh de leer der Drieëenheid, van de godheid van Christus, enz. geheel verwerpt en dat niettegenstaande hij doceert aan een Divinity School.

Rusland, Twee beslissingen.

Er is op het terrein der religie van uit Rusland niet dikwijls wat verblijdends te melden; daarom is het des te aangenamer, als er eens iets kan medegedeeld) worden dat bewijst, hoe in dat land ook recht gedaan worden kan. Er zijn in de Russische Oostzeeprovincies geen staats weduwenkassen voor achtergelaten vrouwen van gestorven predikanten, maar private kassen, wier statuten door de regeering werden goedgekeurd, waardoor zij een soort officieel stempel ontvingen. De voornaamste ontvangsten voor die weduwenkassen zijn de vacante predikantsplaatsen; in deze plaatsen wordt de dienst gratis door de predikanten van den ring waargenomen, zonder dat zij daarvoor vergoeding ontvangen. Toen na den revolutietijd vele predikantsplaatsen vacant werden, weigerde eenige gemeenten de vacatuurpenningen aan de weduwenkas af te staan. De Gouvemementsregeering stelde die gemeenten daarvoor in het recht, de Senaat heeft echter de beslissing van de Gouvernementregeering opgeheven en beslist dat de vacante gemeenten tot uitkeering aan de weduwenbeurzen verplicht waren.

Des te bedroevender is daarom eene andere beslissing, die eveneens in den laatsten tijd gevallen is. Het is bekend dat de keizer van Rusland in zijn Octobermanifest aan alle inwoners van Rusland zonder eenig voorbehoud vrijheid van conscientie verzekerd heeft. Zich verlatende op dit manifest had een Luthersch predikant in Lijfland twee minderjuige „orthodoxen", dat is: leden van de Russische staatskerk, tot lidmaat van de Luthersche kerk aangenomen en ze als zoodanig bevestigd. Deswege werd de predikant voor de bevoegde t rechtbank te Riga gedaagd en door haar tot drie maanden schorsing in de uitoefening van zijn ambt veroordeeld. De predikant beriep zich daarop op de Petersburger Pala'at, en dit bevestigde het vonnis. Ten slotte wendde hij zich tot den Czar, met verzoek om gratie. Op dit verzoek, dat door het comité voor verzoeken aan den minister van justitie werd overgegeven, is nu door dezen afwijzend beschikt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 januari 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 januari 1912

De Heraut | 4 Pagina's