Dr. A. Noordtzij heeft onder

Dr. A. Noordtzij heeft onder de geleerden, die zich met de studie van het Oude Testament bezig houden, reeds thans een uitnemenden naam zich verworven. Zijn studies op dit gebied geleverd, trokken én in het binnen èn in het buitenland de aandacht. Zelfs van moderne zi^'de wordt met zijn meening gerekend. Het feit, dat hij thans reeds voor de tweede maal voorkomt op een voordracht voor een professoraat aan een Rijksuniversiteit, bewijst wel, hoezeer men ook In deze kringen zijn wetenschappelijken aanleg waardeert. Het is dan ook de eerste maal, indien we ons niet vergissen, dat de Theologische faculteit eener Rgksuniversiteit een Gereformeerde op de voordracht plaatste. Te Utrecht, waar het rthodoxe element de overhand heeft, moge it minder verwondering wekken, maar dat ok de Theologische faculteit te Leiden hem op de voordracht plaatste als opvolger an Wildeboer, zou zeker niet geschied zijn, anneer men niet ten volle overtuigd was, at Dr. Noordtzij den titel van hoogleeraar erdiende.

Daarom temeer stellen we het op prijs, at Dr> Noordtzij in de Baauin een artikelen* reeks begon onder den titel Schriftonderoek, waarin hij zoo beslist mogelijk van eloovig standpunt verweer levert tegenover e moderne Schriftcritiek op het Oude estament, Menigeen zou toch, waar zijn aam in verband met een professoraat aan e Rijksuniversiteit genoemd werd, zich llicht gewacht hebben openlgk in te gaan egen hetgeen in de kringen der geleerden, ie daar den toon aangeven, als het heilige uisje beschouwd wordt, waaraan niet ge> aakt mag worden. Wie met de Schriftritiek niet medcgaat, verbeurt daarmede in a z b t d m G n o v w e oogen dezer heeren het brevet van ware j wetenschappelijkheid. Het is daarom een daad van moed, die we hoog waardeeren, dat Dr, Noordtzij juist thans in de Bazuin zijn standpunt tegenover de Schriftcritiek is gaan uiteenzetten en daarb^ onbewimpeld, open en eerlijk z^n bezwaren tegen deze critlek heeft Ingebracht.

Toch Is het niet daarom alleen, dat we op deze artikelenreeks de aandacht vestigen. Het Is ook, omdat we het op prijs stellen, dat Dr. Noordtzij In bevatteii^ken vorm en zoo dat ook de eenvoudige het volgen kan, de bezwaren, die de moderne critlek tegen de Schrift inbrengt, uiteenzet, en aantoont, waarom deze bezwaren z. I. niet juist z^'n. We hebben tot dusverre ons voor het apologetisch verweer moeten behelpen met lectuur uit het buitenland, maar van Gereformeerde zijde is in ons vaderland hieraan weinig gedaan. En waar het een enkel maal geschiedde, zooals bijv. door Prof. Hoedemaker, bleef het bezwaar bestaan, dat men te doen had met iemand, die op dit gebied slechts vrijbuiter was en niet jure suo kon spreken. Dr. Noordtzij daarentegen heeft van dit gebied zijn speciale studie gemaakt. Niemand zal hem durven verwijten, dat hig hier optreedt zonder daartoe voldoende bevoegd te wezen. Aan de degel^kheid van z^n wetenschappel^'ke kennis op dit terrein twgfelt niemand. Daarom verbidden we er ons van harte in, dat Dr. Noordtzij optrad om hier voorlichting te geven.

Voor het gevaar, dat in een dergelijke Apologetiek schuilen kan, zijn we daarom niet blind. Maar aan de andere zijde mag toch ook niet vergeten worden, dat de zeer ernstige vraagstukken, waarvoor de critlek ons plaatst, niet doodgezwegen mogen worden. Een Apologetiek, die meenen zou dat het gezag der Schrift zou afhangen van de argumenten door ons tegen de critlek ingebracht, zou de zenuw onzer kracht doorsnijden. Maar geheel anders staat het, wanneer men deze critlek aantast In haar valsche grondbeginselen, en aantoont, waarom haar bezwaren, tegen de Schrift ingebracht, niet deugen, juist dit terrein nu is onzerzijds te veel braak gelaten, en het gevolg daarvan was, dat wie met deze critiek In aanraking kwam, vaak verlegen stond en niet wist wat te antwoorden. Daarom was het noodig, dat een man van wetenschappelijke studiën en van geloovig standpunt ook deze vraagstukken onderzocht. We mogen dan ook wel den wensch uitspreken, dat Dr. Noordtzij deze artikelenreeks straks afzonderlek zal uitgeven, opdat ze ook buiten den kring der BazuinXeztts haar nut moge doen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen