GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

SCHEIDING.

HET GOEDE DEEL.

De brief bevatte verder nog allerlei bizondet-e heden over den slag bij Praag, en hetgeen men nog wachtende was. Voor een deel was die verwachting sints de briet geschreven werd al t uitgekomen, gelijk Otto wist door hetgeen hij uit Bohemeu vernam. Ongelukkig was het weinig goeds. En dit zal niemand verwonderen als men bedenkt dat hetgeen wij hier verteld hebben het begin is geweest van den vreeselijken zoo-: genaamden dertigjarigen oorlog, en tevens van een tijdperk van verdrukking én benauwdheid over de Protestanten in Bohemen en andere Rijkslanden.

Vele jaren later, toen Otto lang genoeg in de Nederlanden had vertoefd om onze taal te kunnen lezen en verstaan, schreef hij:

„Na het lezen van dezen brief was het mij in eens, alsof ik de wereld geheel anders bezag dan vroeger. Ik had mij dusver als het ware als veilig beschouwd onder de hoede van anderen, doch nu begreep ik als nooit te voren, hoe wisselvallig alle macht en steun van menschen is. Mijns ooms brief deed mij «00 duidelijk gevoelen, even als wat mijn moeder er bijvoegde, ia welke booze tijden wij leefden, Ik heb mij

dikwijls later een versje herinnerd dat vooi een hofstede »n den Ugen weg stond:

Den duivel er cpae sinnen Kan 't gebed verwinnen, Maar menschen als quae beesten £n sijn niet te verleestent.

(„Verleesten" moet de lezer weten komt van leest, en wil zeggen: op een andere leest zetten, vervormen, verbeteren.)

In afwachting van het antwoord, dat de magister hem zenden moest, bracht Otto zijn tijd te Rhenen zoo goed mogelijk door, vooral met veel stadie, waartoe hij bier overvloed van tijd had. Er werden namelijk niet veel diensten van hem aan het hof geëischt, en daarbij waren koning Fredetik en zijn vrouw meermalen eenigen tijd afwezig op bezoek in den Haag, te Amsterdam of elders. Dat dit altijd voor hun genoegen was zou ik niet durven verzekeren. Meermalen echter wel. Op zulke tochten vergezelde Otto zijn meester zelden of nooit, daar dit vrijwel onnoodig was.

Zoo bleef hem dan veel vrijheid over, die hij ook besteedde om land en volk nader te leeren kennen en vooral van onze taal wat te leeren. Want konden ook al de burgers en boeren aan de Greb met eenige moeite, van zijn Zuid-Duitsch wel wat begrijpen, hun taal verstond de jonker in het geheel niet. Met de prediking in de kerk ging bet wat beter, al liet ook hier het begrijpen veel te wenschen. Toch won onze jonker door zijn kerkgaan een vriend. Dat was de predikant der plaats, een man van veel kennis, die ook nu en dan wel aan het hof verscheen. Hij kon zich.met Otto in het Duitsch onderhouden, en soms ook gebruikte men bij enkele onderwerpen het Latijn, dat toen door hen, die Latijnsche scholen bezocht hadden, veel meer gesproken werd dan nu.

Maar wat het beste was, de vriendschap, die allengs tusschen den dominee en den jongen vreemdeling ontstond, werd voor den laatste tot grooten zegen. In de woelige dagen die voorbijgegaan waren had oase jonker wel veel geleerd, diepe indrukken gekregen, maar hij gevoelde zich terneergeslagen, ontmoedigd, »h een die van de toekomst alles te vreezen het ft. Zoo liep bij groot gevaar zijn vertrouwen op God te verliezen of wel, zich liever te begeveo tot de ijdele en zondige vermaken, die zoogenaamde „vrienden" hem hadden leeren kennen. En zulke vermaken waren ook bier in Nederland wel na te jigen 1 De omgang na met dien leeraar bracht Oito uit zijn droeve gedachten, en leerde hem tevens naar den besten en eenigen troost in leven en sterven vragen. Gelukkig was hij ook daarbij opgevoed, en klonk wat zijn vriend zeide hem niet vreemd in deooren. En door de ooren kwam het tot het hart.

„Op een morgen liet koning Frederik jonker Olto bij zich roepen. De vorst deelde hem mee, dat zijn koninklijke schoonvader in Engeland hem bad uitgenoodigd te Londen zijn gast te zijn. We zijn besloten, zei Frederik, die uit noodigiog te volgen en hopen weldra te vertrekken".

„Als bet gewenscht mocht zijn, dat ik de reismeemaakte" ....

„Daarover wilde ik juist spreken", viel koning Frederik in. „Ik neem slechts een klein ge/olg mee, wijl ik niet weet of men daarginds wel op vreemdelingen is gesteld. Daarbij is de tijd van mijn terugkeer onzeker. Ea men weet niet wat er dan zal zijn. Wellicht nog een verhuiziog, eer ik in mijn staten wederkeer. Gij hebt mij altijd trouw gediend, Jonker von Rothenfels, maar aan zoa onzekere kansen mag ik u niet blootstellen. Gij vergezelt mij dus niet en zijt, zoo ge wilt, vrij cm te gaan, bijvoorbeeld tot uw oudets". I M V

Olto doist niet meer vragen. Hij boog, verliet het vertrek en begaf zich regelrecht naar zijn vriend den predikant, wien hj alles meedeelde wat de Keurvorst had gezegd.

„Ik geloof" zei de predikant, na een oogenblik denkens, „dat koning Frederik meer bedoelde dan bij uitsprak. Zooals de zaken nu staan heeft hij feitelijk u en meer anderen niet noodig en zal het hem zelfs moeilijk vaikn op den duur in uw behoefte te voorzien. Van daar zal hij op hcffel'jtee wijs u een wenk hebben willeo geven zijn dienst te verlaten".

Otto, die zeif reeds zoo iets gedacht had, b'greep zstr goed dat het best was er in te berusten. Weldra ging de koning op reis. In het hartelijk afscheid dat hij van Otto nam, bleek duidelijk hoezeer de scheiding Frederik zelf smartte. En in beider ziel rees de vraag: Zullen we elkaar ooit weerzien ?

Welk antwoord de geschiedenis daarop geeft, zal ons later blijken. Voor den jonker vou Rothenfels was deze scheiding een keerpunt in zijn leven.

't Is ons doel niet koning Frederik verder te verzeilen bij al de wisselingen die hem nog wachtten, eer hij vroegtijdig sijn leven eindigde. Want ook in Londen vond hij geen blijvende stad. Vooreerst kwam nog voor hem een zwaren tijd.

Oazen vriend Otto hopen we op zijn verderen levensweg te volgen, en te zien hoe het Gode behaagde hem te leiden. Daarover straks meer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 juli 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 juli 1912

De Heraut | 4 Pagina's