Buitenland.

Duitschland. De Berlijnsche Stadszending.

Op het jaarfeest van de Berlijnsche Stadszending, die ongeveer dertig jaar geleden door den hoiprediker Siöcker gesticht werd, bracht de hofprediker Ohly het jaarverslag uit. Daaraan ontkenen wij het volgende: In den dienst der Stadszending staan 47 zendelingen, 6 candidaten en 17 zusters onder leiding van 7 Theologische inspectoren. Bij 60, 200 huisbezoeken en bij tallooze gevoerde gesprekken had men te strijden tegen vijandschap, lichtzinnigen spot en totale onverschilligheid ten opzichte van de religie. Trots dit alles kan men een geringe verbetering, wat betreft de ontvankelijkheid voor Gods Wooid, veigeleken met het voorafgaande jaai, constateeien. De viees vooi een ooilog, die vooi de deur schijnt te staan, werkt daartoe mede. Het wordt opnieuw openbaar, dat geestelijke invloeden dan het meest kracht uitoefenen, wanneer een heilzame schiik de wereld aangrijpt en de onzekerheid van alle aardsche dingen in het licht treedt. Aan de andere zijde wordt de ernstige crisis, die ons vaderland juist in dezen tijd van vele herinneringen doorleeft, door de revolutionairen gebrtiikt tot een opruiende agitatie en tot een wild prikkelen der volkshartstochten. Elk jaar wordt het terrorisme, door sociaal-demociaten uitgeoefend, erger. Dit gaat tegenwoordig zoover, dat kinderen niet meer rustig naar de Zondagsscholen dei Stadszending kunnen gaan. Daaitegenovei is de Stadszending steeds ijverig in de weer om door het stichten van vereenigmgen, tehuizen enz., voor de jeugd en ook voor kinderen die niet meer de school bezoeken, te zorgen. De arbeid aan gevallen meisjes en die onder ontslagen gevangenen geeft een blik in een wereld van bittere ellende. 1757 ontslagen gevangenen 'meldden zich bij het bureau dei stadszending aan. Toen eens 41 ontslagen gevangenen naai de arbeiderskolonie Scyda bij Juteibog gezonden weiden, kwamen ei slechts 8 aan. Het armenbureau gaf op 3215 aanvrageii inlichtingen omtrent ai men, die van bedelarij bun beroep maken. De arbeid in de tuinen voor werklieden (Laubenkoloniën) wordt door sociaal-democraten tegengewerkt. Verblijdend is het feit, dat een ve.pachter dier tuinen verklaart, dat hij allen kolonisten de huur opzeggen zou, die de samenkomsten der stadszending verstoorden. De zending onder de Zigeuners heeft een eigen huis gekregen. Graaf Zieten te Schwerin stelde een huii tot herstellingsoord voor jongelieden ter beschikking van de stadszending. Het veispieiden van stichtelijke lectuui geschiedt op groote school. Het verslag eindigt met de mededeeling, dat ei een tekort van / 30, 000 was.

De Londensche City Mission hield ook in de maand Maart zijne jaarvergadering. De Lord Mayor presideerde deze samenkomst. Hij zeide aarbij, dat door de toenemende toewijding van de 396 missionairs een groot werk gedaan was ter terecbtbrenging van dronkaards, maar hun beste werk had daarin bestaan, dat zij kinderen hadden bekwaam gemaakt om den strijd des leirens te strijden. In het verslag werd gemeld, dat in 1912 1136 dronkaards waren terecht gebracht, terwijl de missionairs 1, 200, 700 bezoeken buis aan huis brachten.

De stadszendiog van Londen arbeidt reeds 27 jaar. De City Mission van Landen heeft]dus heel wat meer arbeiders in zijn dienst dan die van Berlijn, ook als men in aanmerking neemt dat de bevolking van Engeland's hoofdstad drie maal grooiei is dan die van Berlijn.

N.-Amerika. Hongerige schapen. In de Century Magazine schreef Prof.Phslps van Yale Universiteit een artikel onder boventaand opschrift, waarin hij vele predikanten beschuldigt van allesbehalve Gods Woord te rediken. De hongerige schapen zien op, maar worden niet gevoed. Dat, meent hij, is de eden, waarom niet meei mannen geiegeld tei erk gaan. Dat zoo weinig mannen ter kerk aan, zegt hij, bewijst nog niet dat de kerk oor het verstandelijke leven geen bekoring heeft.

„Het is ongelukkig", zoo gaat hij voort, „dat iet meer mannen ter keik gaan, en het s on|elukkiger vooij de mannen dan voor e kerk. De mannen hebben meer behoefte an de keik, dan de keik aan mannen. De m erkelijke moeilijkheid ligt niet in het wezen an den godsdienst, noch in het wezen van o en man. Naast het vraagstuk van sekse en de iddelen van bestaan, stellen de mannen over t geheel genomen meei belang in godsdienst, an in eenig andei ding. De gewone man ii an nature een theoloog. Hij stelt groot belang n het maken Tan zijn God, zijn opvatting TU , het heelal, en het vraagstuk van het leven na jden dood heeft altoos een onwederstandelijke bekoring gehad, en zal het waarschijnlijk behouden.

De groote moeilijkheid ligt niet in de kerkbanken, maar in den kansel. Er is gemiddeld meer Christelijk geloof in de gemeenten dan in de predikanten. Gedurende den korten tijd dat Emerson predikant was, moest hij een ouden man, die op sterven lag, bezoeken. De jonge predikant mompelde enkele algemeenheden op plompe en verwarde wijze. Eindelijk zeide de oude man: „Jonge man, als gij uwe roeping niet verstaat, moet ge maar naar huis gaan", Emerson, • die gekomen was om raad te geven, nam dezen raad aan, en vond geen vrede totdat bij voor goed de kerk verlaten bad. Hij was totaal ongeschikt voor predikant, omdat hij. het Christelijk geloof niet bezat. En zoodra hij dit inzag, zocht bij een ander beroep.

Een lid van den Senaat der Ver. Staten ontmoette drie predikanten in drie verschillende deelen van het land, en alle drie beklaagden zich, dat ze geen grootei gehoor konden veikrijgen. De senator vroeg den eersten, of hij geloofde dat de Bijbel het Woord van God was. De predikant lachte medelijdend, en zeide dat bij natuurlijk dit niet geloofde volgens de gewone, onbekookte opvatting, en toen ontlastte hij zich van eeti massa vage metaphysiscbe phrasen.

De senator vroeg den tweeden of bij geloofde aan een toekomstig leven, en de eerwaarde heer zeide, dat hij niet geloofde in persoonlijke onsteifelijkbeid, maar dat het wezen van het leven onvernietigbaar was, of iets van dien aard.

De senator vroeg den derden, een predikant van een orthodoxe evangelische kerk, of hij geloofde in de godheid van Jezus Christ us. Deze herder van zielen antwoordde, dat alle menschen goddelijk waren. De drie predikanten gaven zelve voldoende redenen op, waarom hun gehoor klein was. Zij hadden niets te geven dan wind. De hongerige schapen zagen op, maai werden niet gevoed”.

Al kunnen wij veel van hetgeen Pfof. Phelps hier beweeit niet onderschrijven, toch zijn wij met hem overtuigd, dat de kerken leeg loopen, wanneer de hoofdwaarheden die Gods Woord leert, of geloochend of verzwegen worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen