GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. De moderne Theologie in verdrukking? Niemand minder dan de moderne hoogleeraar Troeltsch klaagt er over, dat de moderne Theo logie in Duitschland een «waren strijd heeft voor haar bestun. N*tuurlijk wil Troeltsch niet toegeven dat de moderne Theologie uit een wetenschappelijk oogpunt beschouwd achteiui gaat. Hij heeft alleen het oog op den uttwendigen druk die op baar wordt uitgeoefend, terwijl de zooveel lager staande positieve Theologie van hooger hand wordt bevorderd.

Dit ligt volgens den hoogleeraar minder aan de regeering dan aan den politieken en parle» mentairen toestand. De mannen van het behoud denken dat een geloovige Theologie steun biedt voor het gezag en voor de orde in den Sïaat. Dat geeft aan de positieven een invloed waaraan geen micisterie zich kan onttrekken en die in voed is niet beperkt tot de Taeologiscbe faculteiten; alleen de natuurwetenschappen zijn door de behoeften der groot-industtie daarvoor beveiligd.

Zoo oordeelt een man als Troeltsch. Doch wat is daarvan aan? Hij zelf zetelt in Heidelberg en weet zóó de „eenheid" der faculteit te handhaven, dat de orthodoxen in Baden er niet aan kunnen denken een hunner mannen aldaar als hoogleeraar te zien optredeo, gelijk de minister van eetedienst in den landdag nog dezer dagen uitsprak. Ojk aan de universiteit te Giesseu is de deur voor de orthodoxen 100 goed onder bescherming der regeering ge~ sloten, dat niemand hunner er binnen kan. In Jena is hetzelfde op te meiken, ook daar trekt de regeetiog en de universiteit één lijn, waardoor alle positieven geweerd worden.

Maar wellicht heeft Troeltsch meer het oog gevestigd op Pruissen! Doch de Opperkerkeraad legt het er gedurig op toe om te verhinderen dat er ook maai éen „positieve" in zijn college komt. Ook van den minister van eeredienst kan niet gezegd worden, dat hij de modernen heeft teruggezet; want sedert jaren is door de regeering het stelsel toegepast dat de verschillende richtingen dezelfde rechten hebben. De positieve benoemingen aan de Universiteit van Marbuig toonen duidelijk aan dat de minisier aldaar een einde maakt aan de stelselmatige onrechtvaardige uitsluiting der positieven.

In een ding heeft Troeltsch gelijk, en daaruit is zeker te verklaren dat hij zoo pessimistisch over de toekomst der modetne Tneologie oordeelt. Immers al is de meerderheid der Theologische professoren modem en al is het kerkbestuur in moderne handen, en al is een moderne predikantenstand gevormd, en al is er een invloedrijke pers die de moderne denkbeelden piopageert — dit alles geeft weinig wanneer het blijkt dat de theologie toch niet in staat is de menschen op den duur te boeien. Troeltsch klaagt er over dat de viijzinnigen onder de burgerij en de moderne beschaafden tegenover de Theologie „indififerent" geworden zijn. De groote massa van bet volk wil van Tneologie niets weten; het nieuwe Christendom trekt niet. Het is daarom niet te verwonderen dat men de Theologische professoraten voor overbodig houdt, en dit zoozeer laat gelden dat men bij het stichten van nieuwe uciversiteiten van een Theologische faculteit eenvoudig afliet. Dit alles is voor Troeltsch niet verborgen, maar hij ziet niet dat de moderne Theologie daarvan de oorzaak is. Dit is althans zeker, dat toen het Christendom zich uitbreidde en een macht werd in de wereld, niet de moderne theologie aan het woord was. Toen de reformatie nieuw leven bracht was het evenmin de moderne Theologie die daartoe den stoot gaf. En evenzeer toen de kerken door het rationalisme verwoest waren, kwam het Réveil niet uit den hoek waar de modernen gelegerd zijn. O ^eral waar het modernisme optreedt is een tijdlang belangstelling, evenals men kijkt naar het afbreken van een huis, maar daarna, als het slooperswetk is verlicht, ziet niemand er meer naar.

N.-Amerika. De voorgestelde revisie der ket kenordeuing der Geief. Keik, beoordeeld door een predikantdier Kerk.

Dat de revisie van de kerkenorde door de Synode der Geref, Kerk in N.-Amerika voorgesteld, gevaar oplevert voor die Kerk, wordt door den predikant A. W. de Jonge 'va de Hope in het licht gesteld. Daar Ds. de Jonge predikant is van de Gerei. Kerk van Huil, zoo heeft het betoog, dat in het nummer van 12 Aug. van de Hope werd opgenomen, zeker beteekenis. Het komt hierop neer:

Ds. de Jonge vergelijkt de bepalingen van art. 68 der Doidtsche kerkenordening met den tekst der voorgestelde revisie en komt dan tot het besluit dat de Doidtsche keikenoide tischt dat de Catechismus zal worden uitgelegd volgens de Zondagsafdeeliogen, die in den Catechismus gemaakt zijn, beginnende met Zondag i en eindigende met Zondag 52.

Maar de voorgestelde revisie laat deze woorden weg en zegt alleen „dat het systeem der Córistelijke leer, vervat in den Hsidelbergschen Catechismus", moet vstklaaid worden , binnen den tijd van vier jaren. Men behoeft dus niet meer de Zondagsatdeelingen te verklaren, doch het systeem dei Christelijke leer in den Catechismus vervat.

Ds .de Jonge wijst er terecht op dat we een systeem der Ctir. leer in de leerboeken der Systematische Taeologie hebben, doch niet in den Heid. Catechismus. Onze Heidelberger is geen wetenschappelijke veihandeling, waarin de stukken des geloofs systematisch gerangschikt zijn, maar een praktisch boekske, waarin op bevindelijke wijze gesproken wordt tot bet hart eens Christens, om hem te sterken in den strijd des levens, door voor hem uiteen te zetten op praktisch eenvoudige wijze de grondwaarheden der Schtift, die hij dient te kennen, om te blijven „standvastig,

onbeweeglijk en overvloedig in het werk des Heeren." Vandaar dat de eerste vraag zoo recht bevindelijk luidt: „Welke is uw eenige troost beide in leven en in sterven ? " De Dordtsche kerkesorde spreekt ook niet van een „systeem", maar van een „sommi". In den Catechismus is vervat de „somma" der Chr. leer, d. i. de korte hoofdinhoud, de grondwaarheden, de voornaamste zaken, die kunnen samengevat worden in de leer van ellende, verlossing en dankbaarheid. Wanneer men weten wil in welken rin art. 68 van deDordtsche Kerkenordeuing moet worden opgevat, dan wijst Ds. de Jonge naar de praktijk der Geref. Kerken in Nederland, waar men nimmer een systeem gepredikt heeft, maar den Catechismus lelven „volgens de Zondagsafdeelingen daarop gemaakt."

De bestaande constitutie der Geref. Kerk in Amerika is ook veel meer in dit opzicht in overeenstemming met de Dordtsche kerkenorde dan de voorgestelde revisie. Aan de leeraars en ouderlingen wordt in art. VII sectie 7 op de classis gevraagd: „Wordt de Heid. Cate chismus geregeld verklaard volgens de constitutie der kerk"?

Maar in de revisie heet het: „wordt het systeem der Chr. leer in den Heid. Catechismus vervat, verklaard van tijd tot tijd, volgens de constitutie der Geref. Kerk"?

Hierdoor moet dus niet onderrecht worden naar de prediking van den Catechismus celven, volgens de afdeelingen daarin gemaakt, maar naat het systeem der Chr. leer in den Catechismus vervat.

In dit verband wijst Ds. de Jonge nog op de verandering gebracht in den beroepsbrief der predikanten. Tegenwoordig staat in dien brief: „In het vervullen der gewone plichten uwer bediening is het uitdrukkelijk vastgesteld, dat, gij ook een gedeelte van den Heid. Catechismus verklaren zult op den rustdag".

In de revisie is het vastgesteld dat de leeraar verklaren zal „het systeem der leer, in den Heid. Catechismus verval". Wanneer dus eene gemeente van haar leeraar verlangt, dat hij de Zondagsafdeelingen van den Catechismus zal verklaren, dan kan hij dat weigeren door te verklaren: „ik preek het systeem der Car. leer in den Catechismus vervat".

Ten slotte ontraadt Ds. de Jonge het aannemen der revisie. In onzen tijd van weelde en wereidzin, heeft vooral het opkomend geslacht behoefte aan kennis van de geloofswaarheden, kennis van onzen Heidelberger. En hoe zal die kennis verkregen worden, wanneer die Catechismus niet meer gepredikt word: ? Aan Catecbismnsprediking en Citechismusonderwijs hangt voor een groot deel het welzijn en de toekomst onzer Gereformeerde Kerk", aldus besluit Ds. de Jonge zijn betoog, en wij zijn het daarmede van harte eens.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 september 1913

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 september 1913

De Heraut | 2 Pagina's