GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE SPEELMAN.

XI.

OMMEKEER.

Toen de morgen aanbrak, konden de meesten onzer zoo goed en zoo kwaad het ging de reis naar onze boerderij aannemen. Mij echter was dat onmogelijk. Paard en wagen gingen terug en deden meteen dienst bij het halen van een dokter. Want dat die bij mij zeer noodig was, zag iedereen. Toen hij des middags kwam bleek dadelijk, dat ik mijn been gebroken had en in een harde koorts lag. Hoe vriendelijk de boer ook was, hij kon mij hier niet houden. Zoo ziek als ik was werd ik, terwijl ik geweldige pijn leed, naar 'het gasthuis in de naburige stad vervoerd. Of ik nu te lang zonder hulp gelegen had, of dat er een andere oorzaak was, dit is zeker dat men in het ziekenhuis noodzakelijk vond mijn been gedeeltelijk af te zetten. Dit geschiedde ook, en zoo was ik binnen enkele dagen voor mijn geheele leven verminkt.

Intusschen had mijn meester zich naar den boer begeven, die ons zoo vriendelijk had geholpen, om van alles op de hoogte te komen, en te onderzoeken wat er van mij en den koetsier gehoord was. Ik was toen reeds vervoerd naar de stad. Het lijk van den koetsier werd weldra in de sloot ontdekt.

Dat was het droevig einde van ons vroiyk feest, waarvan, althans ik, de herinnering altijd

met mij zou dragen, en dat een ander met den dood had bekocht. De overlevenden hadden een ontzaglijke les ontvangen, al heb ik reden om te gelooven dat die voor de meesten verloren is gegaan.

Ook in het gasthuis kon ik niet lang blijven. Er waren zoo veel die hulp noodig hadden, en bovendien viel het mijn ouders moeilijk de kosten te betalen, en hadden ze eveneens weinig lust om zich tot de armenkas te wend»n. Ik had gemakkelijk eenig geld kunnen overleggen, doch daaraan had ik, nooit ernstig gedacht.

Ik werd dus zoo spoedig mogelijk naar huis vervoerd bij mijn ouders. Een plattelandsheelmeester kon het nu verder wel af. Vlug ging het echter niet. Wellicht had ik mij ookinwen dig bezeerd. Vele weken achtereen moest ik stil liggen zonder iets te kunnen uitvoeren. Ik werd door mijn ouders liefderijk verzorgd. Ook deden zij mij geen verivijten. Dit trof mij te meer wijl ik uit alles kon bespeuren, dat zij en ande ren zeer goed wisten wat er gebeurd was, en dus ook op de hoogte waren o. a. van de wijze ' waarop wij den dag des Heeren hadden doorgebracht.

Ik had zoo stil liggende al den tijd over mijn toestand en toekomst na te denken. Iedereen wist blijbaar wat er dien avond was gebeurd, en al waren velen niet beter dan wij, dat belette hun niet over ons te spreken als over roekelooze, brooddronken personen, die volkomen het ongeluk verdienden dat hen had getroffen We hadden dus een kwaden naam gekregen, en dat is altijd een leelijke zaak.

Ik begreep echter ook, dat het mij minder % hinderen zou, wijl ik toch geen kans zag mijn oude werk weer op te vatten. Ook de dokter ried dit sterk af, en ik moest er mij in schikken.

Doch de vraag kwam natuurlijk op wat nu te doen. Mijn ouders waren te arm om mij te onderhouden en bovendien zou ik hun niet tot last willen zijn. Doch wat dan f Voor het boe renwerk, als gezegd, deugde ik niet meer. Een ambacht nog te gaan leeren ging kwalijk aan, en er was op het dorp ook weinig gelegenheid voor. Wel beloofde mijn meester mij, dat ik als ik beter was bij hem terug mocht komen om allerlei kleine werkzaamheden te verrichten. Maar hoe vriendelijk dit ook was, we wisten allebei zeer goed, dat het slechts tijdelijk zou zijn. En wat dan ?

Maar bovenal kwelde mij nog iets anders Ik had nu alle gelegenheid, ja meer dan mij lief was, om mijn leven in de laatste jaren te overdenken. En dat bevredigde mij niet, geheel niet. Ik was, als gezegd, vroom opgevoed, doch had de lessen mijner ouders en vooral den Heere God en Zijn Woord geheel vergeten. Nu begon ik, al nadenkend, ongerust te worden en mij af te vragen, of niet een oordeel des Heeren over mij gekomen was. Ik had Hem losgelaten en nu kwam Zijn hand over mij.

Ik sleet lange en droevige dagen. Noch mijn ouders, noch de domine die mij bezocht, konden mij troosten of bemoedigen. Zij begrepen niet recht wat mij scheelde, of liever, zij stonden voor de moeiHjke vraag, wat droefheid het was die mij vervulde.

»Dat begrijp ik« zei de tuinman. »Er is, zegt de Schrift, een droefheid der wereld, die de dood werkt, maar ook een droefheid naar God, en de laatste werkt een onberouwlijke bekeering tot zaligheid.«

Juist zoo. Treurde ik omdat ik mijn vroeger leven nu niet kon voortzetten, en geen bestaan had, of wel omdat ik had gezondigd tegen God, Hem had verlaten ? Ik wist het in het eerst zelf niet.

BRIEFWISSELING.

Aan alle adressen kan ik u niet helpen.

Bilderdijk heeft op vele plaatsen in Neder-• land gewoond, en te Amsterdam op tal van plaatsen. Van Lennep woonde op de Keizersgracht, Potgieter op de Leliegracht. Da Costa heeft twee huizen op de Rozengracht bewoond, het eene naast de , tegenwoordige da Costaschool, Rembrandt heeft gewoond op de Rozengracht en op de St.-Anthonius Breestraat. In vele gevallen wijzen gevelsteenen dit aan.

Verschillende vragen hopen we weldra te beantwoorden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 juni 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 juni 1914

De Heraut | 4 Pagina's