Buitenland.

Duitschland. Een manifest tegen het monisme.

In Duitschland bestaat een »Kepler-bond, " die 8210 leden telt en twee wetenschappelijke tijdschriften uitgeeft, waarvan respectievelijk 9500 en 12000 exemplaren gedrukt worden. Kepler was een belijder van den. Christus en een beroemd sterrekundige (1571—1630). Natuurkundigen die het Evangelie belijden, stichtten den bond, die door het uitgeven van brochures en het geven van cursussen hunne beginselen zoeken ingang te doen vinden.

Op 17 April 1.1. werd te Frankfort a.M. de jaarvergadering van den bond gehouden. Omtrent het smonisme" werd de volgende verklaring gegeven: Het oude materialisme van Vogt, Büchner en Moleschott, dat het wezen en de beteekenis der geestelijke wereld geheel miskende, is wetenschappelijk overwonnen. De oude dwalingen worden echter in onzen tijd in een nieuwen vorm onder den naam van »monisme" onder het volk gebracht. Het begrip «monisme" beteekent oorspronkelijk het op zichzelt goede streven van den menschelijken geest, om het terrein der wetenschap door één beginsel te laten beheerschen. Maar men is met «Monisme" gaan betitelen hetgeen wij een vulgair monisme noemen, hetwelk gehuldigd wordt in den Duitschen monistenbond, in de kringen der vrijdenkers, enz. Dit vulgair monisme draagt de kenteekenen van het oude materialisme. Het wil dat de natuurwetenschap onze wereldbeschouwing zal bepalen, hetgeen deze wetenschap krachtens haar grond, haar taak en arbeidsmiddelen niet vermag. Zij die dit vulgair monisme voorstaan (Haeckel, Ostwald) dreigen ons de geestelijke cultuurgoederen, het hoogste bezit der menschheid, te ontnemen. Daardoor heeft de Keplerbond aanleiding te verklaren : lo. Het vulgair monisme heeft geen recht zich aan te dienen als een feitelijk resultaat der natuurwetenschap. Het draagt veeleer het karakter van een op persoonijke meening en neiging rustende opvatting. 2o. Als werkelijk resultaat van den denkarbeid der onderzoekers en wijsgeeren van alle tijden kan veeleer, voorzoover deze aansluit aan de vorderingen der natuurwetenschap, gelden: a. de natuurwetenschap op zich zelve is .niet in staat eene wereldbeschouwing aan de hand te doen; b. de feiten die de natuurwetenschap vaststelde, zijn ten opzichte van wereldbeschouwing en religie neutraal in dien zin, dat men deze feiten erkennen kan, onverschillig of men deze of gene wereldbeschouwing huldigt; c. uit het bovenstaande volgt dat het geloof aan God recht heeft op en vereenigd kan worden met natuurwetenschappehjk denken en dus de vrije baan laat voor elke religieuse werkzaamheid van den menschelijken geest, voorzoover hij zich op zuiver Godsdienstig gebied beweegt. Volgens den eisch van den bond: «Geeft aan de natuurwetenschap, wat der natuurwetenschap, en aan de religie wat der religie is", wijst de Keplerbond de aanmatiging van het vulgair monisme, nameüjk dat zijne beschouwing de wetenschappelijke wereldbeschouwing is, beslist af, als in tegenspraak met den werkelijken stand van zaken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen