Doorzenden.

Dr. de Moor van 's Gravenhage zendt ons het volgende schrijven :

Doorzenden?

Hooggeachte Redactie!

Nu onze Particuliere Synodes weder gehouden zijn, zou ik gaarne uw oordeel willen weten over eene zaak, waarin deze vergaderingen een verschillende practijk volgen. Meermalen vinden zij op hare tafel, ^ooral in een jaar, waarin de Generale Synode samenkomt, voorstellen of verzoeken van gemeenteleden, kerkeraden of classes, met den wensch dat de Particuliere Synode deze overneme of daaraan adhaesie betuige, doch in elk geval ze doorzende naar de Generale Synode. Sommige Particuliere Synodes volgen nu de practijk, dat zij, al of niet met adhaesiebetuiging, aan zulke verzoeken voldoen. Andere daarentegen weigeren doorzending, wanneer het voorstel iiiet door haar wordt overgenomen.

Het komt mij voor, dat de laatste praktijk de juiste is. Wij hebben geen hiërarchie, zoodat de Generale Synode alleen kan oordeelen over stukken^ die haar via kerkeraad, classis en particuliere Synode worden toegezonden. Ieder is bevoegd zich tot de Generale Synode te wenden, en deze behandelt zijn zaak, tenzij blijkt, dat de mindere vergaderingen haar kunnen afhandelen. De z. g. n.' J> kerkelijke weg« voor het inzenden van voorstellen lijkt mij een hiërarchisch inkruipsel, wanneer de bedoeling daarvan een andere is dan sterker te staan door den steun van kerkeraad, classis en particuliere Synode. Deze laatste vergaderingen zijn toch ook geen brievenbestellers, en behoeven niet het werk te doen, dat anderen zeer wel zelf kunnen verrichten.

Stelt een kerkeraad, classis of een groep particulieren er prijs op, dat meerdere vergaderingen haar voorstellen en verzoeken beoordeelen en steunen, dan moeten zij, dunkt me, toch ook wanneer deze besluiten zulks 7iiet te doen, daarin aanleiding vinden om nog eens deugdelijk te overwegen, of er geen reden is om het voorstel of verzoek terug te nemen. Zijn ze zóó van de deugdelijkheid overtuigd, dat zij het ook ondanks het afkeurend oordeel der meerdere vergaderingen wenschen te handhaven, dan kunnen zij het immers toch zelf ter Generale Synode brengen.

Daarom geloof ik, dat met de praktijk van het ï> doorzenden« van voorstellen enz., waarmede geen adhaesie betuigd wordt of waarover men zich niet uitsprak, moet gebroken worden. Maar ik kan mij vergissen, en zou daarom het zeer op prijs stellen, uw gevoelen in dezen te mogen weten. Wellicht kunt u ook uit de geschiedenis onzer kerken dienaangaande iets mededeelen.

Hoogachtend

Uw dw. dn. en br..,

's-Gravenhage., 27 Juni 1914.

Gaarne verleenen wij aan dit schrijven plaats, omdat ook naar het ons voorkomt, hier een onjuiste kerkelijke weg bewandeld wordt.

Dat een Kerkeraad voorstellen inzendt bij een Classis of Provinciale Synode, ten einde dit voorstel met steun van Classis of Provinciale Synode ter Generale Synode te brengen, is recht. De bedoeling is dan, dat zulk een voorstel als voorstel der Provinciale Synode. ter Generale Synode zal komen. Maar zeker is het niet gewenscht, dat zulk een voorstel van een Kerkeraad of Classis door de Provinciale Synode eenvoudig worde «doorgezonden*. Volkomen terecht merkt Dr. de Moor op, dat dit den indruk zou doen ontstaan, alsof alleen langs »hierarchischen weg« stukken bij de Generale Synode als «hoogste bestuur* konden worden ingezonden. En dat is met ons Kerkrecht in strijd. Elke Kerkeraad en elke Classis kan direct in zaken van algemeen belang naar de Generale Synode zich wenden. Een tusschenpost is niet.noodig, en overbodige dingen zijn schadelijk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen