GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor hinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor hinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS-

Onze lezer N. N. schrijft: s.In het boek Daniël wordt koning Nebucadnezar de vader genoemd van Koning Beltsazar. iMaar nu vind ik, dat er nog tusschen die beiden verscheiden koningen geregeerd hebben.

Hoe is dit op te lossen ?

Het antwoord is eenvoudig, dat het woord »vader" in de Schrift en ook in het dagelijksch leven vaak gebruik wordt voor > voorvader".

Zoo zegt de Samaritaansehe vrouw: »onze vader Jakob; " zoo spreken wij van onze vaderen ook als wij voorvaderen bedoelen. Het woord szoon" verkeert in gelijk geval, en wordt soms ook toegepast op eiken mannelijken'nakomeling uit een geslachtreeks.

Uit de Algemeene geschiedenis blijkt, dat er na Nebucadnezar en voor Belsazar nog drie vorsten over Babel hebben geheerscht, nl. Evi-Merodech, die ook in de Schrift vermeld wordt, Laborossarchpd en Neriglassar. Of deze opgaaf juist is, IS echter onzeker. Maar in elk geval kon Nebucadnezar hun vader of stamvader heetten.

P. vraagt opheldering over het volgende.

Hij heeft in een tijdschrift gelezen van een professor, aan wien twee oplossingen van hetzelfde vraagstuk werden voorgelegd. Zij verschilden van elkander, doch de uitkomst was eenerlei. Nu werd den hoogleeraar gevraagd welke oplosing de beste was.

De hooggeleerde heer had hierover een brief te schrijven, slechts deze twee regels terug. zeker geen lust Althans hij zond

2X2 = 4 2 + 2 =.4 Hoe kon dit een antwoord op de vraag zijn ?

Waarschijnlijk zoo: De geleerde zegt, of gij optelt of vermenigvuldigt is hier eenerlei, wat de uitkomst betreft. Dat geldt ook van de twee oplossingen.

In antwoord op een vraag betreffende Hand.

27 : 39, 40 en 41 zij het volgende opgemerkt.

Wij lezen aldaar: »En toen het dag werd, kenden zij het land

niet 5 maar zij merkten èenen zekeren inham, die eenen oever had, tegen denwelken zij geraden vonden, zoo zij konden, het schip aan te zetten.,

»En als zij de ankers opgehaald hadden, gaven zij het schip aan de zee over, meteen de roerbanden losmakende; en het razeil naar den wind opgehaald hebbende, hielden zij het naar den oever toe.

ïMaar vervallende op eene plaats, die de zee aan beide zijden had, zetten zij hét schip daarop •, en het voorschip vastzettende, bleef onbewegelijk, maar het achterschip brak van het geweld der baren".

Paulus was, gelijk zijn metgezellen, op reis. naar Rome. Het gevaar dreigde dat de z«e hen zou verzwelgen. Paulus echter door-God gesterkt bemoedigde hen. Zij namen spijs en trachtten het schip te lichten. Dit geschiedde in den nacht. Toen het dag werd, was het eiland waarop Paulus gezegd had dat het schip zou vervallen in zicht, al wist niemand welk eiland het was. ^Later bleek het Mélite te zijn, dat tegenwoordig Malta heet, ten zuiden van Sicilië.

De schepelingen ontdekten nu-een inham of baai, die als. haven dienen kon, zoodat zij trachtten het schip tegen den kant daarvan te zetten. Daartoe haalden zij de ankers op, en deden verder wat in vs. 40 vermeld staat. Doch hun plan gelukte niet. Zij bespeurden een uitstekende landpunt of kaap en poogden daarop hun vaartuig in veiUgheid te brengen. Doch toen een deel van het schip onbewegelijk vastraakte, brak het andere door 'den storm af.

Hoe toch allen behouden aan land kwamen, meldt vs. 44.

Hoeveel Herodessen vraagt P. zijn er geweest, en volgden zij elkaar op!

Een soortgelijke vraag is, meen ik, reeds vroeger beantwoord. We zullen dus nu maar kort zijn.

Zooals de vraag daar ligt, zou ik haar niet durven beantwoorden. Want het geslacht Herodes was zoo talrijk, dat men er licht een paar vergeet. We bepalen ons tot de voornaamsten.

De Herodessen waren van afkomst geen Joden maar Edomieten. Zij hadden omstreeks 50 jaar vóór Christus de gunst weten te winnen der Romeinen, toen deze het Joodsche land overheersden. Uit dank voor bewezen diensten, stelden de Romeinen eenigen uit het geslacht Herodes tot vorsten aan over gedeelten van Palestina.

Tot recht verstand van hetgeen ons hier en daar in het Nieuwe Testament wordt verhaald komen vooral vier personen in aanmerking'. Het zijn:

1. Herodes de Groote. 2. Herodes Antippas. 3. Herodes Agrippa. 4. Herodes Agrippe II.

Duidelijkheidsh^lve kan men er bij onthouden, dat de eerste-die was tijdens welken Christus werd geboren. Gekruisigd werd onze Heere onder Herodes Antipas. De eerste Herodes Agrippa was degeen die de'Apostelen vervolgde. Voor den tweeden verantwoordde Paulus zich.

Er zijn, als gezegd, veel meer Herodessen geweest, waarvan de Schrift er nog enkele vermeldt. Maar tot recht verstand van Gods Woord draagt het kennen hunner geschiedenis niet zoo veel bij. Wie lust heeft de geschiedenis der Herodessen uitvoerig te leeren kennen, die kan te recht in de boeken van Josephus, den bekenden Joodschen geschiedschrijver.

Op een vraag van denzelfden diene wat men door de groote Proïeten verstaat, is het antwoord : Jesaja, Jeremia, Ezechiël en Daniël.

Zij heeten zoo wijl hun boeken grooter zijn dan die der, kleine Profeten. Dat zijn die welke men na Daniël vindt opgegeven in eiken Bijbel.

N.B. vraagt wat twee uitdrukkingen beteeke-.iien, die hij gehoord of gelezen heeft:

1. De heele Sante-peti is geen drie gulden waard ('t betrof een partij boeken.)

2. Een dief aan de kaars. De eerste vraag bewijst wel hoe verkeerd het is en dwaas onze taal met vreemde woorden te ontsieren!

Het woord door den vrager bedoeld heet eigenHjk: Santen—boutique Santen of Sinten zijn sheiligén" wel te weten dér Roomsche kerk. Het woord komt van Sanctus dat is heilig.

Boutique is het Fransche woord voor winkel. De geheel'e uitdrukking drukt hetzelfde uit als Santenkraam dat is een kraampje waar men heiligenbeelden verkoopt. In verachtelijken zin beduidt het den heelen boel, al den rommel.

Omtrent dë tweede vraag dit: Vroeger en nog wel gebruikte men ter verlichting vetkaarsen. Brandde de pit door tocht of andere oorzaken scheef, dan liep het gesmolten vet langs de kaars en ging dus verloren, ' wijl het de pit niet voedde'. Er was daH seen dief aan de kaars*.

BRIEFWISSELING.

Er wacht nog meer, doch ditmaal moeten wij het hierbij laten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 september 1917

De Heraut | 4 Pagina's

Voor hinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 september 1917

De Heraut | 4 Pagina's