GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VELERLEI WEGEN.

XXVI.

WIE HIJ WAS.

Wij namen dien dag en den volgenden alles in oogenschduw, allereerst de kleine zaal waarin on gepredikt worden, en die, vertelde ons de zendehng, ; öog altijd eigenlijk te groot was voor het aantal hoorders. Ook zagen we het vertrek aar de zieken behandeld werden en de apotheek zich bevond. Een ziekenhuis was wel gewenscht, maar daarvoor ontbrak nog, de noodige hulp. e zieken kwamen soms vele uren ver, en was e kerk te groot, de kamer voor de zieken was eestal te klein. Allerlei ellende was hier te anschouwen vooral bij menschen die afschuwehjke wonden hadden. De zendeling had het ruk, en wij begrepen nu reeds heel goed, dat ij over veelheid van arbeid had gesproken.

Ik woonde ook het onderwijs bij dat de heer einier - zoo heette de zendeling - gaf. Het as eigenhjk wat wij de catechisatie noemen, en voor jongeren en een voorouderen. Alleen ing het wel wat anders toe dan bij ons. De eerlingen zaten meerendeels op den grond, en an vragenboeken of psalmboeken was geen prake. Trouwens de meesten hoorden hier voor et eerst van den Heere Jezus en van den Bijbel, n war.en volkomen onkundig. Het geheel geleek eel op een Zondagsschool. Al kon ik geen woord erstaan van 't geen gesproken werd, toch trof ij de aandacht en de eerbied der leerlingen, lthans voor "het uitwendige.

De heer Jansens was nog te zwak om alles ij te wonen. Toch kon hij opbhjven totna den aaltijd, die ons allen vereenigde aaneengezelgen disch. De prediker zag er-zoo verjnoeid it dat de heer Jansens niet nalaten kon hem e vragen, of zijn taak van daag ook^bijzonder waar was, en of het hem niet vermoeiend was aarbij nog gasten te hebben.

De heer Reinier gaf toe, dat hij naar wat rust erlangde. .Maar", voegde hij daarbij, er taat geschreven : .Hij geeft den moede kracht*. at heb ik ervaren al den tijd dien ik reeds ier ben, en zoo zal het ook nu zijn.

Den volgenden morgen ^n het ontbijt deelde de gastheer mee, dat hij dien dag, een Donderdag, altijd vrij hield voor bezoeken van menschen die iets te vragen of mee te deelen hadden. »Maar van daagc voegde hij er bij, szal het wel niet druk loepen. Want in het naburige dorp is het feest.

Toch kwamen er dien morgen nog heel wat, bijna uitsluitend mannen. De een vroeg raad in een twistzaak met zijn buurman over de grens van een stuk land. De ander wou hooren hoe hij het moest aanleggen om zijn rechtmatig deel van een erfenis te erlangen. Weer een derde, die trouw in het kerkje kwam, toonde zich geneigd christen te worden, had daarover vaak oneenigheid met zijn huisgenooten, en wilde gaarne weten hoe daarin te handelen.

Dit alles werd oni natuurlijk eerst later duidelijk. Ik dacht toen aan Mozes die de kinderen Israels door de woestijn leidde. Ook tot hem kwam men van alle kanten, opdat hij recht zou spreken. Maar hij kreeg daarmee zooveel te doen, dat zijn schoonvader Jethro vreesde dat hij er onder zou bezwijken. Doch hier ontbrak zulk een schoonvader, en mijnheer Jansens was de man niet om hem te vervangen. Toch kon hij niet nalaten te zeggen: »Nu begrijp ik dat ge moe kunt zijn. Het is werkelijk voor één man te veel. Ik vrees dat ge u overwerkt.”

En daarmee stemde ik van harte in, maar de zendeling antwoordde: > 0, voor vandaag is het geëindigd. Wij kunnen nu gezellig een poosje samen zijn." Zoo geschiedde en wij raakten spoedig in een levendig, aangenaam gesprek, waaraan ook mijn heer Jansens opgewekt deelnam. Ik hoorde allerlei dat ik nog niet wist over Java en het leven hier en begreep nu beter wat ik vroeger eens gelezen had.

Alles is hier schoon en heerlijk, Heel de schepping zingt en lacht. Boomen, planten, bloemen, kruiden, Alles prijkt gestaag in pracht. Maar de mensch, der Schepping koning. Heeft geen oog voor Wie haar schiep, Buigt zich neer voor ijd'le goden, En den waren kent hij niet.

- Terwijl we zoo bijeen zaten, zei mijnheer die niet gewoon was, zijn gedachten te verzwijgen, eensklaps.

> Mag ik u wat vragen, mijnheer Reinier h Ik heb in deze enkele dagen veel van uw werk gezien, en ik moet erkennen, dat ik over het Christendom en de Zending reeds heel anders denk dan vroeger. Ik hield het alles voor on noodig en zelfs schadelijk voor Indië. Ik zie evenwel nu dat ik mij vergist heb, en dat' het Zendingswerk ook zijn goede zijde heeft. Maar nu moet gij toch eens vertellen, hoe gij er toe gekomen zijt u zelf en uw geld voor dat werk te geven.

Gaarne, maar om dat goed te doen zou ik u eigenlijk heel mijn levensgeschiedenis, die trouwens nog niet lang is, moeten vertellen». «Welnu ik zal gaarne luisteren, en de dames zeker ook*

Dat was ook - zoo vooral bij mij, die reeds lang wenschte wat meer omtrent den irendeling te weten.

Zoo - begon dan de heer Reinier zijn levensgeschiedenis te verhalen, die echter niet zoo heel kort bleek te zijn. Althans na een uur waren wij nog middenin. Toen werd mijnheer Jansens, die met gespannen aandacht geluisterd had, te moe, en moest de spreker afbreken. Later heeft hij zijn verhaal nog een paar malen voortgezet. Hierdoor en uit hetgeen ik nog van anderen hoorde, werd ik in staat gesteld een levensverhaal van den zendeling op te stellen. Ik had hem liefst zelf laten spreken, maar dat ging moeilijk. Ik zal dus maar vertellen.

De heer Reinier was te Amsterdam geboren. Zijn ouders waren vry welgestelde lieden, brave menschen, die hun plicht deden gelijk hij zelf zegt. Of de vreeze Gods echter daarbij in hun hart woonde valt wel te betwijfelen. Hun eenigen zoon Karef voedden zij zorgvuldig op, en zorgden vooral dat hij veel leerde, hetwelk hem later voor dit leven kon te pas komen. Ook deed Karel op zijn tijd belijdenis van zijn geloof, wat echter zijn hart weinig raakte.

BRIEFWISSELING. P. R. »De Catechismus der Natuur" van den Zutphenscben predikant Martinet, is een groot werk van vier of vijf deelen uit het laatst der achttiende eeuw. Het is natuurlijk verouderd, daar vele dingen uit later tijd toen nog onbe kend waren of pas in hun begin. Zoo b.v. de toepassing der electriciteit. Toch valt uit dit werk voor u nog wel wat te leeren. Het heeft ook aardige platen.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 april 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 april 1918

De Heraut | 4 Pagina's