GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. DR. G. CH. AALDERS, HET LIEDERBOEKSKEN VAN ISRAELS PELGRIMS. J. H. Kok, 1920, Kampen. Onder dezen lang-niet-slecht gekozen titel heeft DR. AALDERS, die onlangs aan de VRIJE UNIVERSITEIT het professoraat in de OUD-TESTA-MENTiscHE en AMBTELIJKE VAKKEN aanvaardde, zestien preeken gebundeld, die hij van October 1919 tot Februari 1920, toen hij nog predikant te Ermelo was, aldaar heeft gehouden.

De titel van dezen bundel is, wijl de stof der preeken ontnomen werd aan de psalmen 120-134, de liederen HAMMAaLOiH of »liederen der opgangen", om twee redenen zelfs, lang-niet-slecht gekozen.

Deze 15 liederen toch werden èn gezongen f door de vrome pelgrims" die, zooals DR. AALDERS in de INLEIDING van de eerste preek herinnert, »op de groote feesten, driemaal in het jaar, vanuit alle hoeken des lands en zelfs van buiten de grenzen van Palestina, uit de verstrooiing, optogen naar Jerusalem", èa deze IS liederen, vormen, zooals in die INLEIDING ook staat, »een klein liederboekje op zich zelf, dat in later tijd bij de verzameling der Psalmen in zijn geheel daarin opgenomen werd". Tot zoover over den titel van dezen preekenbundel".

Wat de 16 preeken zelf betreft, — Ps. 127 is in twee preeken behandeld —, kan ik niet anders zeggen dan, dat het voornaam kansel-

werk is. DR. AALDERS, die meer bepaaldelijk het O.-T. tot zijn studievak keos, toont zich in die preeken ook daarin als O.-T.IKUS, dat hij hier en daar spreekt over den tijd waarin het gedeelte van den Bijbel waaruit hij preekt, is ontstaan; iets waarvan te zwijgen mij voorkomt, vooral in onze dagen, geen »goud" te mogen heeten. Dat het er niet in ontbreekt aan richtige vertaling en verklaring van den oorspronkelijken tekst, spreekt van zelf.

Kunnen deze preeken alzoo de Schriftkennis verhelderen en verrijken, zij kunnen bovendien, in den goeden zin van het woord, »stichten". Ik bedoel daarmee, dat zij, zich richtend tot hoofd, hart en hand van de hoorders, vermogen optebouwen in geloof.

Het voorname van dit kanselwerk zit 'm daarbij ook, om van den verzorgden stijl en de geschoolde homiletische techniek nog niet eens ta spreken, dat niet alleen, hetgeen ik zou willen noemen het linnige leven", maar ook wat men »de praktijk der godsvrucht" noemt, er in be preekt wordt en dit laatste dan bepaaldelijk aangepast aan onzen tijd.

Naast preeken als die uit Ps. 123, waarin als hoofdgedachte naar voren is gebracht: j> Het opziend oog dat zich tot God wendtin eensmee-Kenden en een vertrouwenden blik, " vindt men er als die uit Ps. 128, waarvan de hoofdgedachte vertolkt is in het woord van Paulus: ^De godzaligheid is een groot gewin en dan ontwikkeld woidt, dat dit geldt voor den arbeid, het gezinsleven en het nationale leven."

Ik kan het verstaan, dat leden der kerk van ERMELO, zooals AALDERS schrijft, »het in't licht geven van deze preeken wenschten", en de onderstelling van den nu professor geworden dominé, dat »de lezing er van ook anderen van nut kan zijn", dunkt mij een allerminst gewaagde.

2. H. J. VAN WIJLEN en J. A. WORTMAN, OUDE EN NIEUWE VRIENDEN. Rijswijk (Z.-H.) bij H. J. Spruyt.

Beide heeren, die hun sporen op het gebied van het onderwijs verdiend hebben, brachten in dit boekje een aantal gedichten uit de Fransche, Duitsche en Engelsche Poëzie onderdak. Oude en nieuwe bekenden van deze getweeën; vrienden waarmee ze, bij ondervinding wetend wat men er aan heeft, ook hun leerlingen op mulo-en kweekscholen bekend maakten. Bij gemis van een drietahge BLOEMLEZING of van drie BLOEM­ LEZINGEN elk voor éen der drie talen, moest dat wel door de leerlingen deze gedichten te doen naschrijven.

Jaren lang is dat zóo gegaan. Maar op den duur werd het opschrijven of dicteererf voor den onderwijzer al even lastig en vervelend als voor de leerlingen het naschrijven. En zoo zijn de heeren er dan in dit jaar toe gekomen, door middel van de drukpers het zichzelf en hun discipelen gemakkelijker en aangenamer te maken.

Heel ambtsbroederlijk hopen zij, dat ook •collega's aan mulo-en kweekscholen het boekje bruikbaar zullen vinden". En dat zal wel.

Maar ook wie, als ik, geen specialist op het gebied van M. U. L.-en Kweekschool-onderwijs is, zal de keuze niet ongelukkig noemen. Ik althans vond onder deze gedichten, (VAN WIJLEN en WORTMAN spreken een beetje kleineerend van »versjes") tal van lOude Vrienden", die aangename jeugd-herinneringen bij mij wekten, en, ik wil het wel bekennen, er waren, bij het doorlezen van den bundel, ook van wier bestaan ik niet wist, maar wier kennismaking mij reeds bij deze eerste ontmoeting zoo aangenaam was, dat ze mij tot nieuwe vrienden zijn geworden. Ik verwacht van dit boekje dan ook zelfs nog meer dan zijn Samenstellers er voor hopen.

Gezien »de geestelijke stroomingen van onzen tijd" en daaronder dan die waarop o.m. de VOLKS-UNIVEKSITEIT rust, zie ik, althans op^oo'n instituut van rechts, dit boekje te avond of morgen nog eens ingevoerd.

Voor de in hun jeugd, ook doordat zij enkel maar L. O. ontvingen, misdeelden, maar thans met het privilegie van den 8-urigen werkdag begiftigden, is wat 't thuis raken op het gebied van ideëele cultuur door zelf-onderricht, schier onbegonnen werk. Dezen in de volksklasse al sterker wordenden drang kan alleen het zoo noemde instituut bevredigen.

Ook OUDE EN NIEUWE VRIENDEN zal daarbij een gemakkelijk en snel werkend middel zijn, en de kennis van Fransche, Engelsche en Duitsche gedichten zal ongetwijfeld aan het hoog-opdoen van mooi-zelfvoelen ten goede komen. 5. DR. MED, J, VOORHOEVE, HYGIËNE, Geïllustreerd Handboek voor het Huisgezin. La Rivière & Voorhoeve, Zwolle. Tot de sgeestelijke stroomingen van onzen tijd" behoort het populariseeren van de wetenschap.

Ook DR. VOORHOEVE doet daar blijkens dit handboek aan mee. En hij doet het voortreffelijk. Op het stuk van HYGIENE oftewel • Gezondheidsleer" is voorlichting noch voor den «vierden", noch voor den »middel" en »hooger stand", een alles behalve overbodig werk.

De medische kunst richt zich op het gezondheid bewaren en krankheid genezen. De gangbare meening is echter nog steeds, dat zij alleen voor het laatste^dient. Het gaat er maar al te vaak mee als met 't roepen van 'n Notaris, waarvan onze HUYGENS puntdichtte: > Ze roepen hem als de nood daar is". Tegen het, door verwaarloozing van de meest noo(^ge regelen om gezond te blijven, kan dit door een vakman voor leeken geschreven handboek, dienst doen.

DR. VOOEHOÈVE schrijft: »Hetgeheelegeheim van de kunst, het leven te verlengen, bestaat daarin, het niet door een verkeerde leefwijze te verkorten". Zoo is het maar. En voorkómen is beter dan genezen. Ik acht het dan ook niet minder dan een der plichten van den huisvader, zich. dit handboek aanteschaffen en ten betioeve van zijn gezin en zichzalf te gebruiken.

4. DR. H. HOPPELER, HET MENSCHELIJK LICHAAM, EEN SPEAKE GODS. J. H. Kok, Kampen. Dit werkje van den Zwitserschen geneesheer is door den Geneesheer-Directeur, van »Lozenoord" te Ermeloo, Dr. A. Dupont, vertaald. Het is deels medisch of wil men physiologisch, deels theologisch.

De Vertaler karakteriseert het aldus: " »Het voert het pleit voor het doelmatige in de schepping en het wijst aan dat alles in de natuur heenwijst naar Eén, die dat alles uitgedacht en gemaakt heeft. Het is met name het materiaUsme met zijn evolutieleer, dat steeds het doelmatige in de schepping heeft ontkend en alles heeft willen verklaren door physische en chemische wetten. Wie onbevoordeeld waarneemt, kan niet ontkennen, dat Gods hand in ons lichaam, in onze verrichtingen, in gansch het heelal nog steeds werkzaam is> .

DR. DUPONT deed met de vertaling van di boekje een goed werk. Het kan ook ten onzent èa kennis van het eigen lichaam verhelderen, èn voor de Christelijke wereldbeschouwing winnen of in die beschouwing sterken.

Mag ik ook nu weer aan H. H. Uitgevers verzoeken, gedurende de maanden JULI en AUGUSTUS, tijdschriften en boeken ter bespreking in DE HERAUT, niet aan mijn adres, maar aan dat van de STANDAARD te zenden. G.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 juli 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 juli 1920

De Heraut | 4 Pagina's