GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 56

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 56

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

de relatie tot de nederlandsche hervormde kerk

relatie tot de kerk. Van meet af aan heeft dit thema een rol gespeeld, ja zelfs de verhoudingen aan de vu bepaald. Niemand had in 1880 een duidelijk beeld van de verhouding tussen kerk en universiteit. Kuyper had in 1882 à titre personnel op de algemene ledenvergadering zijn gedachten uitgesproken over de vraag ‘welke zijn de vooruitzichten voor de studenten van de Vrije Universiteit?’98 In deze voordracht wees Kuyper de universitaire verantwoordelijkheid voor de toekomst van de studenten af. Wel liet hij alle ruimte aan de hoogleraren om door ‘raad en daad’ invloed uit te oefenen ‘in maatschappelijke aangelegenheden’.99 Maar de verantwoordelijkheid voor de toekomst van de theologische studenten werd bij de synode gelegd. Kuyper was er echter niet optimistisch over dat deze de vu-studenten zou toelaten. Toegeven zou gelijk staan met het tekenen van eigen abdicatie.100 Vanuit het profetisch perspectief zag hij echter wel degelijk een toekomst voor de theologisch studenten. Hij ontwaarde een ontwaking van de dorre doodsbeenderen, de Geest blaast weer vanuit de vier windstreken. Dat alles zou er niet zijn als er niet nog een roeping van Godswege zou zijn voor de ‘gezuiverde kerken’. Langs welke weg dit zou gaan, ‘daarover bekommer ik mij in het allerminst niet’. Toch kon hij het niet nalaten twee wegen te schilderen. Of het komt tot een totale abdicatie, of de kerken zullen zelf ‘naar goddelijke roeping’ de organisatie van 1816 van zich af moeten werpen.101 Met het afstuderen van Houtzagers in december 1883 kwam alles heel dichtbij. Wat ging er gebeuren? Wat moest er gedaan worden? Houtzagers had aan zijn hoogleraren gevraagd of het verstandig was dat hij zou gaan preken. Toen dezen hem daarop bevestigend hadden geantwoord, preekte hij voor het eerst op 13 november 1883. Tot zijn eigen verbazing echter las hij in De Heraut van 23 december dat studenten van de vu niet mochten preken zonder eerst kerkelijk examen te hebben gedaan. Hierover schreef Houtzagers aan Kuyper. Diens reactie was aanleiding voor een tweede brief.102 De Heraut verschilde blijkbaar van mening met de faculteit die hem het preken toch min of meer had toegestaan, zo moest Houtzagers wel concluderen. Het was Hoedemaker die de zaak op 11 januari 1884 in de senaat aan de orde stelde. Wat moet de gedragslijn zijn der theologische studenten aan onze universiteit met betrekking tot de bediening des Woords in de Nederlandse Hervormde Kerk?103 De senaat achtte zich

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 55

55

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 56

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's