125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 421

noten hoofdstuk 2

420

85. Archief senaat, Notulen, 6 december 1889. 86. Zo deed A. Kuyper jr, van 1886-1891 leerling van Zetten, in 1891 toelatingsexamen aan de vu. Daaruit valt inderdaad op te maken dat het toen geen automatisme meer was dat een leerling van Zetten toegang tot de vu kreeg met alleen een overgangsbewijs van vijf naar zes gymnasium. Zie Gedenkboek Zetten, 142. Van 1880-1890 waren 30 leerlingen van Van Lingen naar de vu gegaan. Zie Gedenkboek Zetten, 13. 87. Archief senaat, Notulen, 9 juni 1893, op voorstel van Woltjer. De definitieve besluitvorming vond plaats op 1 december 1893. 88. Recensie: jaarlijks dienden de studenten zich opnieuw te laten inschrijven en hun collegegeld te voldoen. 89. Zie ‘Regeling van het propaedeutische examen’, in: Statuten, reglementen en instructiën, 39. 90. Deze opsomming staat vermeld op het schutblad van het eerste notulenboek van de faculteit. Zie Archief FdG, Dossier no 114, Notulen, en Archief curatoren, Notulen, 26 mei 1882, toen de curatoren dit programma goedkeurden. Zie ook ‘Regeling van het candidaatsexamen’, in: Statuten, reglementen en instructiën, 39-40. 91. De Wit, Kudde en herder, 67-68. 92. Archief curatoren, Ingekomen stukken, 21 december 1887, van FdG aan curatoren (no 10). Deze keurden dit 2 januari 1888 goed, Archief curatoren, Notulen, 2 januari 1888. Zie ook ‘Regeling van examens’, in: Statuten, reglementen en instructiën, 40. 93. Zie voor het volgende Groen, Het wetenschappelijk onderwijs, dl 3, 43-45. 94. Het eerste deel omvatte de vakken geschiedenis der godsdiensten in het algemeen, de geschiedenis der leer aangaande God; de uitlegging van het Oude Testament (historische geschriften) en de Israëlitische letterkunde in haar hoofdtrekken. Het tweede deel omvatte de vakken wijsbegeerte van de godsdienst, geschiedenis van het christendom, uitlegging Nieuwe Testament en oud-christelijke letterkunde in hare hoofdtrekken. De tussenruimte mocht in het algemeen niet groter zijn dan een jaar, en beide delen dienden aan dezelfde universiteit afgelegd te worden. 95. Het volgende is ontleend aan het overzicht dat berust bij de ingekomen stukken van het Archief curatoren, Ingekomen stukken, series 1882-1883 (no 15). De propedeuten volgden colleges Arabisch (Dilloo), Hebreeuws (Dilloo), Grieks (Woltjer), Latijn (De Hartog), logica (Hoedemaker), Nederlands (Kuyper) en algemene geschiedenis (Fabius). De theologen volgden colleges Arabisch (Dilloo), kerkgeschiedenis (Rutgers), vaderlandse kerkgeschiedenis (Rutgers), kerkrecht (Rutgers), dogmatiek (Kuyper), ethiek (Hoedemaker), encyclopedie (Kuyper), geschiedenis van de idolatrie en natuurlijke philosophie (Hoedemaker), Oude Testament (Dilloo), Nieuwe Testament (De Hartog) en de praktica (Hoedemaker).

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 420

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen