GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 31

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 31

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

[2] Een moeizame start (1880-1892)

30

De eerste jaren van haar bestaan werd de jonge universiteit geplaagd door aanloopmoeilijkheden van verschillende aard. Het had wellicht niet helemaal overtuigend geklonken toen Kuyper op de stichtingsdag van de vu verklaarde dat hij zich met zijn geesteskind tot blozens toe verlegen gevoelde, maar het was daarom niet minder een waagstuk, voor de betrokkenen: een geloofsstuk. Ze konden niet bevroeden wat hun nog allemaal te wachten stond. De financiële mogelijkheden waren beperkt en het lukte niet voor alle vakken geschikte docenten te vinden. Tevens bleek dat zij met elkaar van mening verschilden over de relatie van de vu tot de Nederlandse Hervormde Kerk. Daarachter lag een verschillende visie op de Nederlandse samenleving. In het bijzonder deze laatste kwestie heeft de verhoudingen in sterke mate beinvloed.

de eerste benoemingen Een van de taken waarvoor de jonge vereniging zich gesteld zag, was het aantrekken van hoogleraren. Curatoren gingen voortvarend te werk en besloten reeds op hun eerste vergadering aan directeuren voor te stellen Kuyper, Rutgers en Hoedemaker te benoemen.1 Aan Kuyper wilden ze de historische vakken toevertrouwen, aan Rutgers de exegetische en aan Hoedemaker de filosofische vakken (inclusief de dogmatiek).2 Het zou enigszins anders uitpakken dan curatoren zich hadden voorgesteld. Kuyper en Rutgers werden door directeuren inderdaad begin september 1879 benoemd als hoogleraar en adviseur.3 Maar het ontbrak directeuren aan vrijmoedigheid op dat moment ook reeds een derde hoogleraar te benoemen. Evenmin wilden ze in dat stadium over gaan tot de verdeling van de vakken. De benoeming van Hoedemaker kwam pas op 30 april 1880. Het gevolg daarvan was dat Kuyper en Rutgers meer dan Hoedemaker vorm hebben kunnen geven aan

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 30

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 31

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's