125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 97

groei naar volwassenheid

96

onderwijs in de exegese van het Oude Testament met de daarbij behorende vakken ‘hermeneutiek, kritiek en kanoniek’ zou worden opgedragen, stelde de senaat zich achter deze voordracht.16 Omdat in 1904 R. H. Woltjer tot hoogleraar aan de letterenfaculteit was benoemd, was deze faculteit klaar voor een openbare erkenning van haar graden.17 In 1907 werd Van Gelderen buitengewoon hoogleraar aan de Faculteit der Godgeleerdheid. Daardoor was hij gerechtigd ook aan die faculteit examens af te nemen.18 Binnen enkele jaren was de situatie van de faculteit drastisch veranderd. Aan een lange periode van stilstand was een einde gekomen. Deputaten waren tevreden. Voorzover zij kritische kanttekeningen plaatsten, waren deze marginaal. Deze periode van voorspoed duurde echter niet lang. In 1908 overleed op 45-jarige leeftijd de hoogleraar Biesterveld, en Rutgers ging in 1910 met emeritaat. De vervulling van beide vacatures zou enkele jaren op zich laten wachten omdat er opnieuw sprake was van een mogelijke ineensmelting van Kampen en de vu. In 1912 werden echter P. A. E. Sillevis Smitt en F. W. Grosheide benoemd. Voor het eerst in de geschiedenis van de faculteit was er voor de ambtelijke vakken en voor Nieuwe Testament een aparte hoogleraar. De vakken van Rutgers werden overgenomen door H. H. Kuyper.19

Ontwikkeling van de gereformeerde theologie Een en ander betekent dat de faculteit vanaf 1904 goed geoutilleerd was. Dat brengt ons tot de vraag of dit ook zichtbaar werd in de ontwikkeling van de gereformeerde theologie. Zeker, A. Kuyper en Bavinck hadden hun theologische standaardwerken geschreven, Rutgers had zijn promovendi en zijn bronnenuitgaven. Maar op andere terreinen stond de gereformeerde theologie nog in de kinderschoenen. Gedacht kan worden aan de ambtelijke vakken, de exegese, de ethiek, om nog maar te zwijgen van sommige andere vakken die ooit een plek hadden ontvangen in Kuypers ontwerp van een theologische encyclopedie, zoals de ‘hodegetiek’ of de ‘christelijke biografie’. De vraag is of de groei van het corpus docentium geleid heeft tot een bredere ontplooiing van de gereformeerde theologie.

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 96

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen