125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 247

[10[ Versnelde verandering 1960-1966

246

De Vrije Universiteit was altijd een kleine universiteit geweest, die haar plaats innam in de marge van het academisch gebeuren in Nederland. Pas na de Tweede Wereldoorlog kwam daarin verandering, mede omdat de toenemende mate van bekostiging door de overheid de universiteit steeds meer armslag gaf.1 De vu was bezig uit te groeien tot een middelgrote universiteit met een volwaardige plaats in het academisch spectrum. In 1960 studeerden er 3116 studenten, in 1970 waren dat er 9092. Deze groei van het aantal studenten ging gepaard met een groei van het aantal hoogleraren en medewerkers. Ook de Faculteit der Godgeleerdheid had deel aan deze groei. Het aantal studenten bedroeg in 1960 346, tien jaar later ging het om 524 studenten. En telde de studie-gids voor het jaar 1960/1961 tien namen van hoogleraren en medewerkers, de studiegids voor het jaar 1970/1971 telde eenentwintig namen.2 Overigens bleef de groei van het aantal theologische studenten achter bij de groei van het totaal aantal studenten aan de vu. Daaraan wordt zichtbaar dat de theologie naar de marge van de universiteit werd gedrongen.3 Een ander opvallend verschijnsel is dat van een isolement van de Faculteit der Godgeleerdheid in theologisch Nederland steeds minder sprake was.4 In een aantal opzichten werd het verschil tussen de theologische faculteit van de vu en de andere theologische faculteiten kleiner. Dit alles voltrok zich geleidelijk, en ik spreek daarom van overgangsjaren, waarin de faculteit aansluiting zocht en vond bij de overige theologische faculteiten in Nederland zonder haar eigenheid te verliezen. Ik wil dat laten zien door in te gaan op drie formele en drie inhoudelijke aspecten van het faculteitsbestaan. De formele aspecten betreffen de subsidiëring van de faculteit, de verandering in de toelatingseisen en de nieuw gestarte opleiding tot leraar godsdienst. De inhoudelijke thema’s betreffen de ontwikkelingen in de elenctiek, in de ambtelijke vakken en in de schriftleer.

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 246

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen