GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 185

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 185

Een geschiedenis van Natuurkunde en Sterrenkunde aan de VU

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

een andere universiteit. de jaren 1965-1987

184

splitst in verschillende subfaculteiten. Eén daarvan was de Subfaculteit der Wiskunde, Sterrenkunde en Natuurkunde. Binnen de subfaculteit werden twee secties onderscheiden: de sectie wiskunde en sterrenkunde en de sectie natuurkunde. In 1972 werd deze subfaculteit opnieuw gesplitst. Natuurkunde werd toen met sterrenkunde samengevoegd en het was de bedoeling dat in deze nieuwe subfaculteit ook de sterrenkunde zich verder zou ontwikkelen.23 Na inwerkingtreden van de wub werd er een subfaculteitsraad gevormd, bestaande uit vier leden van de vaste wetenschappelijke staf, twee leden uit de tijdelijke wetenschappelijke staf, drie leden uit het niet-wetenschappelijk personeel en drie studenten. Deze raad werd geadviseerd door allerlei commissies, waaronder een onderwijs- en onderzoekscommissie.24 Jonker, die tot 1972 hoogleraar-directeur van het natuurkundig laboratorium was geweest, zou van 1972 tot 1974 lid zijn van het college van bestuur van de vu. Jan Blok, die zich anders dan Jonker vanaf het begin goed thuis voelde in een democratische overlegstructuur, zou tot midden jaren tachtig voorzitter zijn van het bestuur van de Subfaculteit Natuurkunde en Sterrenkunde. Het aantal studenten in Nederland bleef groeien, waardoor het hoger onderwijs steeds duurder werd. Door de toenemende onderwijsdruk dreigde ook het onderzoek in de knel te komen. Daarbij kwamen nog eens de recessie van de jaren tachtig en verschillende bezuinigingsrondes van de regering, die de budgetten van de universiteiten niet ongemoeid lieten.25 Nadat in de jaren zestig de overheid veel had geïnvesteerd in natuurkundig onderzoek waren de gouden jaren nu voorgoed voorbij. In het Jaarverslag 1973 – het eerste jaarverslag van de Subfaculteit Natuurkunde en Sterrenkunde – werd al geklaagd over de afnemende financiële middelen: ‘het jaar 1973 was het jaar van bezuinigingen, zowel in de personele als materiële sector’. De toon in de hierop volgende jaarverslagen zou er niet vrolijker op worden wanneer er sprake was van inkrimpen, afslanken, taakaanpassing en reorganisatie. Het onderzoek werd daarnaast steeds meer gereguleerd: er kwamen beperkingen aan de onderzoeksvrijheid, voorwaardelijke financiering deed haar intrede en het werken met onderzoeksprogramma’s werd gemeengoed. De stichting fom ging in de jaren tachtig een steeds belangrijker rol spelen bij de verdeling van de onderzoeksgelden via de zogeheten tweede-geldstroom.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 185

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's