125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 120

een gereformeerde bul?

Winckel lid was. Wel hadden de hoogleraren met Winckel gesproken, maar hij had geantwoord dat hij geen predikant in de Gereformeerde Kerken in Nederland wilde worden. Om die reden achtte men het weinig zinvol met deputaten over de toepassing van Artikel 12 te spreken. Met andere woorden: de faculteit trachtte dit probleem in eerste instantie buiten de deur te houden. Formeel was dit natuurlijk de juiste weg, maar daarmee was de zaak niet afgedaan. Want indien iemand des zondagsmorgens optrad als voorganger in een samenkomst van het Leger des Heils kon men er zeker van zijn dat er niet alleen iets aan de hand was met zijn kerkgang, maar ook met zijn theologische opvattingen. Dat was blijkbaar ook bij de faculteit bekend, want toen kort daarop voor Winckel het kandidaatsexamen naderde (30 juni), stelde de faculteit op 15 juni de senaat voor aan Winckel, die tegen ‘gewichtige stukken der leer’ bezwaar had, geen gewone kandidaatsbul te overhandigen, maar een andere verklaring: satis peritum esse doctrinae Theologicae ad gradum canditati obtinendum sed hanc solam ob causam ordinem ei diploma candidati non potuisse exhibere, quod in nonnulis gravibus partibus a Confessione Reformata recedat.115 Met andere woorden: op zijn kennis viel niets aan te merken, op zijn confessionele betrouwbaarheid wel. De senaat stemde met dit voorstel in.116 Deputaten maakten van deze gang van zaken keurig melding in hun verslag aan de synode.117 Daarmee was de zaak blijkbaar afdoende behandeld. Uit de Acta blijkt zelfs niet dat de zaak voorwerp van discussie is geweest. Wel overwogen deputaten op hun vergadering van 18 oktober nog hoe noodzakelijk het was dat vanwege de faculteit het toezicht op de theologische studenten ‘scherp’ werd uitgeoefend.118 Besloten werd dit schriftelijk aan de faculteit te melden.119 Deputaten konden zich, zo werd later gemeld, ‘contenteeren met de welwillenden ontvangst van hun verzoek door de faculteit, om toch vooral ernstig op leer en levenswandel der Theol. Studenten toe te zien’.120 Was de kwestie-Winckel voor deputaten tot tevredenheid afgehandeld, de faculteit was er niet klaar mee. Want het bleek al spoedig dat Winckel met de gang van zaken geen genoegen nam. Per aangetekende brief van 18 juli liet hij de faculteit weten zijn bul alsnog te willen ontvangen. Hij meende daar recht op te hebben.121 Omdat Geesink, abactis van de faculteit, niet reageerde binnen de door hem gestelde termijn van een week, richtte hij zich in een brief van 26 juli tot Ba-

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 119

119

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen