125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 192
voorspel
ologen geen sprake. Maar de roeping van de theologie lag niet op het gebied van de praktische politiek. Er was daarom in theologische en kerkelijke kring grote huiver om zich op dat terrein te begeven. Dat bleef voorbehouden aan de christelijke politiek. Opvallend is in dit verband dat Vollenhoven zijn beschouwingen over de gnostieke aspecten van het nationaal-socialisme in De Standaard publiceerde. Alsof de kerkelijke organen niet de juiste plaats waren om dit thema aan de orde te stellen. Hier lag overigens een belangrijk verschilpunt met Schilder, die grote aarzeling had bij het onderscheid tussen de kerk als organisme en de kerk als instituut. In het verlengde daarvan kwam het bij hem tot een ‘verkerkelijking’ van de politiek en speelden politieke thema’s een rol in de kerk. Dit verschil tussen hem en zijn collegae aan de vu zou in 1936 pijnlijk zichtbaar worden in een heftige discussie over het nsb-lidmaatschap van kerkleden. In hun weekbladen zijn de vu-theologen regelmatig ingegaan op de situatie van de kerk en van de joden in Duitsland en daarmee kwamen ze natuurlijk wel op politiek terrein. Maar de invalshoek was voornamelijk theologisch. Ten aanzien van de joden is een en ander zorgvuldig door Van Klinken beschreven en geanalyseerd.11 Hij komt tot de conclusie dat er sprake was van een ‘gematigde vorm’ van antisemitisme, waarbij het begrip voor en de zorg om de joden toenam naarmate de repressie heftiger werd.12 In de weergave van zijn bevindingen vallen de antisemitische uitlatingen van curator W. A. van Es en van Grosheide op.13 Met hen vonden velen dat de vermeende economische, culturele en politieke invloed van de joden tot de ‘juiste proporties’ moest worden teruggebracht. Tegen een beknotting van de joodse burgerrechten in Duitsland werd dan ook niet geprotesteerd, wel tegen een beknotting van hun godsdienstvrijheid. Bij dit alles speelde de vervangingstheologie een belangrijke rol. De kerk had in Gods heilsplan de plaats van het oude Israël ingenomen. Zo was Grosheide zeer te spreken over Gerhard Kittels Die Judenfrage.14 In dat pamflet trok Kittel onverhuld ten strijde tegen het geassimileerde jodendom.15 Hij zag in die assimilatie zonde en overtreding, want op die manier probeerden de joden aan de vloek Gods te ontkomen. Dit jodendom was een ‘vergif dat als een akelige ziekte het volk en zijn leden’ aantastte. Als tegengif was er in Duitsland een nieuwe cultuur ontstaan, zo betoogde Kittel. Daarin gaat het om ‘was aus Heimatboden von Erde und Blut gewachsen ist’. De enige oplossing lag voor hem in het her-
Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 191
191
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's