GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 304

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 304

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

de kwestie-baarda

Baarda te arrangeren, zoals ze ook Hegger meldden.46 Ze maakten van de gelegenheid gebruik hem te vragen of hij zelf al een gesprek met Baarda had gehad.47 Uit het antwoord dat Hegger aan deputaten zond blijkt dat er van een gesprek met Baarda geen sprake was geweest.48 Hegger rechtvaardigde dit door te wijzen op het feit dat hij Baarda het artikel in In de rechte straat vóór publicatie had toegezonden met het verzoek om commentaar. Baarda had dat geweigerd en Hegger had vervolgens zijn artikel, met de reactie van Baarda, gepubliceerd. Daarmee legde hij de schuld voor het gebrek aan contact bij Baarda. Maar hoe plausibel de verklaring van Hegger ook klonk, juist was hij niet. Hij liet namelijk achterwege deputaten te informeren over de voorgeschiedenis. Hegger had een jaar te voren een artikel over Baarda in Waarheid en Eenheid gepubliceerd.49 Daarin had hij hem onder meer beschuldigd van gebrek aan een eerbiedige onderworpenheid aan de Schrift en van arrogantie. Bovendien had hij zijn boekje gelezen als een beschuldiging van bedrog door de evangelisten. In ‘de kracht des Geestes’ had hij hem verkondigd dat hij vreselijk dwaalde. Kwetsender nog was dat hij de zonde tegen de Heilige Geest op zo’n wijze ter sprake had gebracht, dat er een zekere suggestie vanuit ging ten aanzien van Baarda. En hij was zijn tirade tegen Baarda (en de hele vu) geëindigd met de opmerking dat wie beweert dat Gods Woord leugens bevat (wellicht ongemerkt, maar toch) in dienst staat van de Satan. Tot troost van het vrome volk en ter waarschuwing van Baarda verwees hij naar Openbaring 22: 15. Ieder die de leugen doet, zal voor altijd uitgesloten worden uit het nieuwe en eeuwige Jeruzalem. Tegen dit artikel had Baarda zich wel verweerd.50 Zo’n bejegening, aldus Baarda in zijn weerwoord, betekent dat men niet meer tot een gesprek met de bestredene kan komen. De bestredene immers is in feite buitengesloten.51 Geen wonder dat Baarda er geen behoefte aan had opnieuw met Hegger in discussie te gaan. De volgende vergadering kon Van Teylingen verslag doen van zijn gesprek met Baarda.52 Hij meldde zijn mededeputaten dat het bezwaarschrift een onaangename voorgeschiedenis had: ‘hard en ultimatief, geen gesprek’. Het was hem inmiddels ook duidelijk geworden dat dit bezwaarschrift niet op de achtergrond van de beschouwingen van Baarda inging. Bovendien was er bij Baarda geen kwestie van gebrek aan eerbied voor de Schrift. Tenslotte kon hij een schriftelijke

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 303

303

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 304

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's