Nieuw-Testamentische exegese - pagina 45
Rede gehouden bij de aanvaarding van het Hoogleeraarsambt in de Heilige Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
46 bestimmt durch die kritischen und die systematischen Anschauungen, die der Exeget an seinen Text heranbringt." C. R. Gregory, E i n l e i t u n g i n d a s N e u e T e s t a m e n t , (1909), bl. 1: „Bei die Einleitung ob in das Alte oder in das Neue Testament, „pflegt man grosses Gewicht auf die Stellung des Forschers in „Betreff einiger Hauptgesichtspunkte zu legen u. s. w. Zie voorts : A. Kwjper, B a n d a a n h e t W o o r d , (1899), bl. 17 ; Van Dijk, a. w., bl. 84, 203; J. E. Belser, E i n l e i t u n g i n d a s N e u e Testament, (1905), bl. 3 ; A. Schaefer, Ü b e r d i e A u f gaben der E x e g e s e nach i h r e r g e s c h i c h t l i c h e n E n t w i c k e l u n g , (1890), bl. 18. Voor deze beweringen is een zeer goede bewijsgrond uit de praktijk de sinds 1894 gestreden strijd over de lezing van Matth. 1:16. Zie daarvoor de erkentenis van W. C. van Manen, G i d s , 1895, dl. III, bl. 98. In het algemeen genomen, vooral echter ook in verband, met hetgeen bl. 16 vlg. zal worden betoogd, is het van belang op te merken, wat P, Fiebig, D i e A u f g a b e n d e r n e u t e s t a m e n t l i e h en F o r s c h u n g i n d e r G e g e n w a r t , (1909), bl. 3 schrijft: „Selbstverständlich wird es „für die neutestamentliche Forschung auch mancherlei abwerfen, „wenn jemand mit philosophischer Bildung an das N . T. herangeht „oder mit vorwiegend dogmatischer Bildung, also etwa Dogmati„ker ist, auch ein praktischer Theologe, sei er Professor oder „Geistlicher oder Religionslehrer, wird von seinem Arbeitsge„biet aus ebenso wie ein Missionar, Politiker, Jurist, Mediziner, „Ästhetiker fruchtbare Beiträge zum Verständnis des N . T. liefern können." ) Heinrici, t. a. p., bl. 727; Schaefer a. w., bl. 13. ) J . Woltjer, G e z a g e n W e t e n s c h a p , (1892), bl. 28: „Het is daarom, M . H . , dat aan onze Universiteit Gods Woord „als grondslag voor het gebouw onzer wetenschap is erkend" enz.; Kuyper, Ene, III, bl. 43; Geesink, a. w., bl. 5: „Deze Gedeformeerde of wil men Calvinistische beginselen zijn . . ., dat „de Heilige Schrift Zijn openbaring is, aan wier gezag, als aan' „het Woord van zijn God, de mensch zich volstrekt heeft te „onderwerpen", zie voorts bl. 6 en 7, 10, 29, 30; J. C. Sikkel, D e H e i l i g e S c h r i f t e n h a a r v e r k l a r i n g , (1906), bl. 7 : „De verklaring der Heilige Schrift moet uitgaan van de geloovige erkenning, dat de Heilige Schrift het Woord Gods is," zie ook bl. 26—28. 2
8
9
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 1912
Inaugurele redes | 64 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 1912
Inaugurele redes | 64 Pagina's