GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 59

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

il

en evenals bij zoovele dingen bleek ook hier weer, dat de gevoelens zeer uiteenloopen. Het zij mij vergund het oordeel van enkelen weer te geven. Bij een groot gedeelte van hen loopt de strijd in hoofdzaak hierover of men moreele krankzinnigheid kan aannemen zonder defecten in het intellect, m. a. w. of ér gevallen voorkomen van krankzinnigheid, waarin alleen moreele afwijkingen gevonden worden. Pierson, de in 't vorig jaar overleden bekende directeur van Lindenliof te Cos wig hield in de 23ste zitting der forensisch-psychiatrische Vereeniging te Dresden in 1896 een voordracht getiteld ,jUeber gewiss Formen von Schwachsinn und ihre forenische Bedeutung". Over de primaire, aangeboren „Schwachsinn" sprekende veroordeelt hij de verdeeling hiervan in twee groepen : intellectueele en moreele Schwachsinn (moral insanity). Volgens hem treden in 't eene geval meer de intellectueele en in 't ander de moreele defecten op den voorgrond. Het begrip „intellect" wordt z. i. te eng genomen; de intellectueele zwakheid komt z. i. ook daarin uit, dat door de vroegtijdig optredende onzedelijke neigingen het individu zichzelf zware' schade aanbrengt. De z. g. moreele krankzinnigen beoordeelen hun eigen „Leistungsfahigkeit" verkeerd, ze missen zelf-kritiek en worden door schade niet wijzer, ze gelooven wat ze wenschen, ze streven naar een onbereikbaar doel, verzuimen hun belangrijkste plichten, en brengen het nooit tot iets, doch vormen hun leven lang een voorwerp van voortdurende zorg hunner naastbestaanden. Tegen deze voorstelling, dat alleen de diagnose moral insanity gesteld raag worden, als er duidelijk defecten op intellectueel gebied voorkomen, zooals Pierson betoogde, kwam Ganser in verzet. Deze zegt, dat het een theoretisch betoog is, dat de werkzaamheid van den geest een „einheitliche" is. Hij vindt bij normale mensclien ook individueel verschil in verstands-, gemoeds- en wilswerkzaamheid. Wanneer bij iemand zonder duidelijke defecten in 't intellect wel een ernstig defect op moreel gebied een gemoedsstompheid, berustend op erfelijke belasting, door ziekelijke ontwikkeling ontstaan, van af de jeugd aan-toonbaar is, dan houdt Ganser deze voor evenzeer moreel zwakzinnig als de gevallen van Pierson, waarbij tevens intellectueele zwakzimügheid aanwezig was. Ook Weber en Ilberg

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 202 Pagina's

1907-1908 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 59

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 202 Pagina's