GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 27

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

19 van middelmatige sterkte ; voor prikkels van zeer kleine sterkte is onze relatieve gevoeligheid kleiner en voor die van zeer groote sterkte grooter dan volgens de wet van Weber het geval moest zijn. Men noemt dit de onderste en bovenste afwijking van de wet van Weber. Met de grootte van den prikkel neemt dus de relatieve gevoeligheid voor verschillen duidelijk toe. Fechner heeft hier de methode van de juiste en foutieve gevallen toegepast; hij liet de hand niet rusten maar bewoog haar tevens naar boven, zoodat hij tevens den spierzin onderzocht. Zijne resultaten waren geheel in overeenstemming met de wet van Weber; het verschil tusschen twee prikkels werd even groot geschat, wanneer de verhouding der prikkels niet veranderde. Practisch waren er echter telkens allerlei moeilijkheden en bleek, dat de wet altijd maar binnen bepaalde grenzen juist was. Bij kinderen was de gevoeligheid voor verschillen doorloupend minder dan bij volwassenen ; zij nam toe tot het 13e a 14e jaar en bleef daarna tamelijk constant. Wat den temperatuurzin betreft, kon de juistheid van de wet van Weber niet met zekerheid aangetoond worden. Het blijkt, dat de gevoeligheid voor verschillen het grootst is bij temperaturen tusschen 27 en 83 graden Celsius. Waarschijnlijk ligt de drempelwaarde voor de gewaarwording van warmte wat hooger dan voor die van koude. Talloos vele zijn de onderzoekingen gedaan om de juistheid van de wet van Weber voor den gehoorszin na te gaan. Ook Deenik heeft zich op dit terrein verdienstelijk gemaakt met zijn proefschrift over het onderscheidingsvermogen van toonintensiteiten. Het blijkt, dat de intensiteit van de toongewaarwording toeneemt met de intensiteit van den geluidsprikkel. Ten einde de sterkte van het geluid naar willekeur te regelen laat men elpenbeenen of metalen kogels vallen op een ebbenhouten of ijzeren plaat. Indien men nu de valhoogte of het gewicht verandert, krijgt men natuurlijk ook verandering in de sterkte van het geluid, terwijl het timbre vrij wel hetzelfde blijft. Omdat de intensiteit van het geluid bij constant gewicht evenredig is met de valhoogte, kan men de sterkte van den prikkel nauwkeurig berekenen en in verband beschouwen met de sterkte der gewaai'wording.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's

1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 27

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's