1914-1915 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 77

69

doende te hebben toegelicht, want het zou ons te ver voeren om nader op zijne psychologische beschouwingen in te gaan ; ik wensch echter nog enkele bezwaren tegen deze theorie onder uwe aandacht te brengen. Bij zijn onderzoek begint FREUD met den mensch te brengen in een toestand, die zooveel mogelijk nabij komt aan datgene, wat bij het inslapen pleegt te geschieden ; de funcie der zintuigen wordt buiten werking gesteld en de aandacht ten volle gevestigd op alle invallende gedachten, die in het bewustzijn opgenomen worden. Op deze wijze meent men van elk droomgedeelte al teruggaande den latenten inhoud te ontdekken en aldus een verklaring voor den droom te vinden. Men heeft echter absoluut geen zekerheid en het is zelfs niet eens waarschijnlijk, dat men op deze wijze terugwandelt op den zelfden weg, waarop de droom is ontstaan en dus bestaat er groote kans, dat men ten slotte op een geheel ander punt terecht komt, dat met den droom eigenlijk niets te maken heeft. De menschelijke geest is toch in zijn functie niet te vergelijken met de werking van een veer, die eenmaal opgewonden zich langzamerhand ontspant, tot zij haar oorspronkelijken vorm weer heeft ingenomen. Ook mag men niet vergeten, dat het bewustzijn gedurende den slaap eigenlijk geheel anders moet werken dan bij den dag. De hersenen toch, die beschouwd moeten worden als het instrument, waarvan de geest zich bedient, verkeeren in den slaap in een anderen voedingstoestand. De functie van de hersenen kan dan ook zonder twijfel niet dezelfde zijn en dit blijkt ook duidelijk door de werking van sommige vergiften op de hersenen, waardoor men als het ware experimenteel ook een droomtoestand kan scheppen. Bij nacht werken allerlei prikkels van binnen en van buiten, die bij dag niet sterk genoeg zijn om opgemerkt te worden, maar in den slaap aanleiding geven tot droomen. Deze ontstaan dan ten gevolge van een prikkeling in de hersenen en brengen daardoor min of meer stoornis in den slaap. Niet onaardig heeft men den droom vergeleken met iemand, die niet de minste kennis heeft vau muziek, en wiens vingeren zich bewegen over de toetsen van een instrument. Tot op zekere hoogte is de droom dus te beschouwen als een gevolg van den invloed van lichamelijke prikkels direct op de hersenen en indirect op het bewustzijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen