GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1916-1917 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 17

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

5 en vrouwen voor tuberkelbacillen veel meer doordringbaar dan die van volwassen mannen. Nu is het ontstaan eener infectie bij den mensch in hoofdzaak afhankelijk van 2 momenten, en wel Ie de virulentie van het pathogeen micro-organisme, en 2e de praedispositie van het te infecteeren individu. Zal een mensch dus ziek kunnen worden tengevolge eener infectie, dan zal het onderhavige micro-organisme voldoende pathogeen moeten zijn om zich den eersten tijd in het binnengedrongen lichaam te kunnen handhaven, om het lichaam verder ziek te maken door zijne stofwisselingsprodukten, (de toxinen). Mocht de betroffen persoon reeds immuun voor die infectie zijn, dan zal hij niet ziek worden. Derhalve verstaan we onder immuniteit het geheele complex van verschijnselen, van welken aard ook, waardoor bepaalde personen (en dieren of geheele klassen van menschen en dieren) onder dezelfde omstandigheden onvatbaar blijven voor infectie-ziekten, welke anderen wel aantasten. Men kan de immuniteit verdeden in eene aangeborene, ook wel natuurlijke genaamd, en eene verkregene immuniteit. De aangeboren immuniteit vindt men bij verschillende diersoorten; terwijl bijv. de meeste dieren, met uitzondering der apen, tegen syphilis immuun zijn, is de mensch ongevoelig voor de runderpest. Meerdere voorbeelden zijn hiervan te geven. De verkregen immuniteit kunnen we weer verdeden in eene aktieve en eene passieve vorm. De actieve komt hierop neer, dat door inbrengen van het infectieuse virus op de eene of andere wijze in het te immuniseeren organisme bepaalde reacties ontstaan. De passieve ontstaat door het inbrengen van beschuttende stoffen. De actieve vorm duurt over het algemeen langer dan de passieve vorm, hoewel de actieve immuniteit ook zeer verschillend van duur kan zijn. Bij diphtherie en influenza duurt ze bijv. kort, bij pokken, roodvonk, mazelen duurt ze lang. Bij de immuniteit, 't zij aktief, 't zij negatief, treden twee hoofdstoffen op, waarvan de eene tegen de bakteriën zelf werkt, de andere tegen hun produkten. De eerste stoffen heeten bacteriolysinen; de tweede groep antitoxinen. De bacteriolytische, d. w. z. bacteriën oplossende stoffen werden het eerst door PFEIFFER ontdekt. Hij zag, dat het bloed van tegen sommige infectie-ziekten, zooals bijv. cholera en typhus immuun gemaakte dieren in staat was, cholera-, resp. typhusbacillen tot oplossing te brengen. Men kan dit aantoonen met de z.g.n.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1917

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's

1916-1917 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 17

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1917

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 98 Pagina's