GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 174

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

160 amphibien, vogels en zoogdieren. Behalve bij de eencelligen, bleken alle proefdieren in staat hun gewoonte door ervaring te wijzigen. Een actinia, gewoon vóór de eb zich te sluiten, verliest dit vermogen, indien ze langen tijd buitenden invloed der wisselende getijden wordt gehouden. Daphnia's overwinnen hun oorspronkelijke phototropebewegingstendenzen, na de ervaring dat toegeven daaraan onaangename gevolgen heeft (electrische schok). Een spin pakte geen vlieg meer, na tweemaal ervaring opgedaan te hebben met vliegen in terpentijn gedompeld. De schuwe waterkever Dytiscus leerde uit de hand eten. Na enkele ervaringen meden goudkarpers den worm, die aan een haak bevestigd was. Wel zwommen ze naar het aas toe, doch in plaats van een stroom water in te slikken, stootten ze een vochtstroom tegen den worm. Dwarrelde de worm op, wat het geval was bij de los ingeworpen stukken, dan werd toegehapt; bleef het aas liggen — dit is 't geval bij den worm aan de haak — dan namen zij 't niet. Padden leerden steeds spoediger hun weg vinden door een doolhof. Vogels leerden te eten uit een bepaald bakje en vertoonden bij verplaatsing daarvan, telkens de neiging dit op de oorspronkelijke plaats te zoeken. Honden ontsnapten uit een kooi, en leerden dit in steeds sneller tempo doen. Het belang van dergelijke proeven is zeker niet gering. Niet zoozeer voor den visscher, die bij ervaring wel weet, dat hij een visch, van den haak gevallen, niet spoedig weer zal vangen, of voor den jager, maar voor de wetenschap, omdat, zooals Dr. B. zegt, uit de gewoontevorming zelve op te maken is, of een prikkel tot gewaarwording komt, en men zoo kan besluiten b.v. tot het vermogen van zien of kleur onderscheiding, of van waarneming van geluiden; maar bovenal omdat zij gelegenheid geven, een inzicht te krijgen in het wezen van het instinct en de beteekenis ervan voor het dierlijk leven (van het individu en de soort.) Daarom ligt de beteekenis van dit proefschrift niet zoozeer in de proeven zelf, die het bewijs leveren voor de gewoontevorming, dan wel in de beschouwingen naar aanleiding daarvan. Trouwens,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 182 Pagina's

1919 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 174

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 182 Pagina's