1921 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 17

5 roemde rapporten, waarbij de middelmaat, de bekende zevens, overwegen, terwijl een groepje wat hooger gaat en een ander daar beneden blijft. Men zal mij tegenwerpen, dat ik nu op een geheel ander terrein ben, dat juist niet betreden mag worden, niet op de doorsnee-praestatie in een vak behoeft gelet te worden, maar juist op de individueele bijzonderheden van den leerling. Maar ik vraag mij af, zal hij ook hierbij niet dezelfde scheiding gaan maken in de excelleerenden, met reeksen van aanteekeningen, waarom ze excelleeren en de minder begaafden, waar het dik op ligt, terwijl de antwoorden voor den middenmoot onderling weinig zullen verschillen ? Daarvan echter afgezien, moet toch in gemoede de vraag gesteld worden of de opleiding van den onderwijzer niet in geheel bijzondere richting zal moeten gaan, wil hij aan deze moeilijke taak kunnen beantwoorden en zal dan toch niet slechts bij een selectie-groep die gave aanwezig zijn, om zich zoo in te leven in de kinderen, als voor dit doel noodig is. Misschien valt het mee en ik hoop van harte, dat ik in dezen aan onderschatting lijd. Zelfs indien men een groote groep van beroeps-psychologen heeft (we zijn hier te lande nog maar in 't begin) en deze hun invloed hebben doen gelden op de opleidingsinrichtingen voor den onderwijzer, dan nog vrees ik, dat we nog moeilijkheden hebben met de zoogenaamde begrijpende psychologie, die toch wel op de eerste plaats moet gesteld worden,. waar het geldt de ziel van het kind te leeren begrijpen. Niet weinigen meenen, dat men om deze klippen te ontzeilen bij dp experimenteele psychologie hulp moet vragen en door de zoogenaamde exacte methoden van onderzoek veel verder zal komen. Men kan immers door deze onderzoekingen in getal en maat uitdrukken, wat men wenscht en zou dan in staat zijn, eventueel toegerust met de experimenteel vastgestelde eischen voor bepaalde beroepen op veel zekerder basis dan subjectieve methoden ons kunnen geven, aanwijzingen te verschaffen voor den leider van het beroepskantoor. Al zijn we ook in dezen wat sceptisch, ik kom er straks op terug, niet gaarne zou ik deze taak aan den onderwijzer toevertrouwen, hier is misschien een taak weggelegd voor den experimenteelen schoolpsycholoog, indien ik dezen nieuwen functionaris zoo mag noemen. Voor de experimenteel-psychologische methoden is het niet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen